8.6In de nota van toelichting bij het Bouwbesluit 2012 is onder de artikelsgewijze toelichting over die definitie het volgende gesteld:
“Aan de belangrijke rol voor het begrip «rechtens verkregen niveau» bij het verbouwen van bouwwerken ligt de gedachte ten grondslag dat verbouwingen in de regel niet mogen leiden tot een lager kwaliteitsniveau dan het feitelijke kwaliteitsniveau dat een bouwwerk heeft indien bij de bouw daarvan en eventuele latere verbouwingen toepassing is gegeven aan de daarop betrekking hebbende voorschriften. Het rechtens verkregen niveau is dan ook het kwaliteitsniveau dat het gevolg is van de toepassing op enig moment van de relevante op dat moment van toepassing zijnde technische voorschriften. Het gaat dus om het niveau waarop de gemeente kan handhaven. Hiervoor is het nodig om te kijken naar de technische voorschriften en de vergunning die op de oorspronkelijke oprichting van het bouwwerk en op eventuele latere verbouwing(en) daarvan van toepassing waren. Het is mogelijk dat in die vergunning is afgeweken van de op dat moment geldende technische voorschriften. In een dergelijk geval gaat het om de voorschriften zoals ze volgen uit de verleende vergunning (zie artikel 1b, eerste lid, van de Woningwet).”
9. Het brandcompartiment mocht na de verbouwing (het weghalen van de wand) dus 1.000 m2 groot zijn, of – indien dat hoger is – zo groot als het rechtens verkregen niveau. Bij vaststelling van het rechtens verkregen niveau is niet van belang hoe de wand feitelijk was uitgevoerd (zoals verzoekster stelt), maar hoe de wand vergund is. Verweerder heeft onderbouwd gesteld dat in de bouwvergunning de wand met brandwerendheid is aangegeven. Ook heeft hij aangegeven dat in de bouwvergunning een brandcompartiment is vergund van 1.550 m2. De voorzieningenrechter gaat daar van uit.
10. De stelling van verzoekster dat aan de vergunningsvoorschriften door de bouwer van het pand feitelijk niet is voldaan, kan haar niet baten. Het gaat namelijk om de voorschriften zoals ze volgen uit de verleende vergunning. Dat is immers ook het ‘niveau waarop de gemeente de vergunning kan handhaven’ (zie overweging 8.6).
11. Ook de stelling van verzoekster dat voor het overige door de bouwer van het pand niet is voldaan aan de technische (brand)voorschriften kan haar niet baten. De brandcompartimenten zoals voorgeschreven bij de destijds geldende technische voorschriften (waaronder het Bouwbesluit 1992) en de vergunningsvoorschriften zijn het uitgangspunt – niet de feitelijke uitvoering. Als niet aan de voorschriften voldaan is bij de bouw, kan verzoekster op ieder moment worden gedwongen het pand in overeenstemming te brengen met de op dat moment geldende voorschriften (thans de vergunning en het Bouwbesluit 2012). Dat volgt, voor het Bouwbesluit 2012, uit de Woningwet. Daarbij gelden op ieder moment de voorschriften voor bestaande bouw (artikel 1b, tweede lid, Ww) en op het moment dat wordt verbouwd de voorschriften die gelden voor verbouw (artikel 1b, eerste lid, Ww). Kortgezegd is het risico van handhaving wegens het niet voldoen aan de technische (bouw)voorschriften en/of de vergunningsvoorschriften op verzoekster overgegaan bij overdracht van het eigendom op haar. Zij is immers aan te spreken als overtreder omdat zij het in haar macht heeft de overtreding te beëindigen. Zij is vanaf dan dus verantwoordelijk voor de brandveiligheid van haar pand. De verwijzing naar de bouwer kan aan deze publiekrechtelijke verhouding niet afdoen.
12. Het voorgaande blijkt ook uit de nota van toelichting bij het Bouwbesluit 2012 onder de artikelsgewijze toelichting bij artikel 1.1 over de definitie van het rechtens verkregen niveau:
“In de meeste gevallen zal het rechtens verkregen niveau overeenkomen met het feitelijke kwaliteitsniveau van het bouwwerk. Het feitelijke kwaliteitsniveau is dan het resultaat van toepassing van de voorschriften die op de oorspronkelijke bouw en de latere verbouwingen van toepassing waren. In gevallen waar op enig moment tijdens de levensduur van het bouwwerk geen rekening is gehouden met de van toepassing zijnde technische voorschriften is dat anders. Het is dan mogelijk dat het rechtens verkregen niveau hoger ligt dan het feitelijke kwaliteitsniveau van het bouwwerk. In een dergelijk geval is bij de bouw en/of latere verbouwingen geen toepassing gegeven aan de op dat moment van toepassing zijnde voorschriften en zal de feitelijke kwaliteit van het bouwwerk moeten worden verbeterd tot het rechtens verkregen niveau om alsnog aan het desbetreffende voorschrift te voldoen.”
13. Het rechtens verkregen niveau is gelet op het voorgaande een brandcompartiment van 1.550 m2, zodat het brandcompartiment na verbouwing niet groter mocht zijn dan 1.550 m2. Nu verzoekster in strijd met het rechtens verkregen niveau bij de verandering van het pand een brandcompartiment heeft gecreëerd van meer dan 1.550 m2 heeft verweerder terecht een overtreding geconstateerd van artikel 2.85 Bouwbesluit 2012 en dus van artikel 1b, eerste lid, Ww.