Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Vooraf
en beperkingen. Welke beperkingen dit precies zijn, maakt [eiser] in zijn vordering niet duidelijk. Uit de dagvaarding volgt welke beperkingen [eiser] bedoelt. Het gaat [eiser] om de beperkingen die Edixhoven noemt in zijn rapport onder punt h op pagina’s 11 en 12. De beperkingen die daar worden opgesomd, worden volgens Edixhoven veroorzaakt door zowel de omstandigheid in de lage rug als de coxartrose in de rechterheup. In zijn rapport concludeert Edixhoven dat de coxartrose in de rechterheup en de daarmee samenhangende klachten niet als ongevalsgevolg zijn aan te merken. Er is geen traumatische afwijking in de rechterheup vastgesteld. Het gaat volgens Edixhoven om een geleidelijke progressie van artrose zoals te verwachten is bij coxartrose zoals die op ongevalsdatum en kort daarna bestond, zonder relatie met het ongeval.
Vervolgens komt de expertiseur ten aanzien van de rechter heup tot de conclusie dat het hier al eerder om een vastgestelde slijtage gaat en deze slijtage ten tijde van het ongeval niet door het ongeval kan zijn veroorzaakt. Ook daarover heb ik niets op te merken.
- zitten, licht beperkt (was niet beperkt);
- staan, matig beperkt (was minimaal beperkt);
- lopen op effen terrein, matig beperkt (was licht beperkt);
- lopen op oneffen terrein, flink beperkt (was matig tot flink beperkt);
- buigen, torderen, matig beperkt (was licht beperkt);
- duwen, trekken, flink beperkt (was matig beperkt);
- activiteiten boven schouderhoogte met de armen hoog geheven, matig beperkt (was licht beperkt);
- hardlopen, springen, fors beperkt (was al fors beperkt, vooral ook vanwege overgewicht);
- autorijden, licht beperkt.