Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
[gedaagde] zal jou achterstallige salaris verwerken op 31 juli a.s.Aangezien er in de periode vanaf 10 maart 2020 geen werk meer was voor [eiser] hebben wij afgesproken, dat wij 2 opties hadden voor [eiser] , deze zijn:
1. Stoppen met de opleiding aangezien er € 0,- inkomsten zijn aangezien wij verplicht moesten sluiten van de overheid i.v.m. het COVID-19 virus
2. Doorgaan met de opleiding, waarbij wij 100% doorbetalen, maar wel in een later stadium omdat er géén inkomsten zijn, hierbij heb jij een akkoord op gegeven.De voorwaarden zijn:
3.De vordering
4.Het verweer en de tegenvordering
5.De beoordeling
6.De beslissing
griffierecht € 83,00
salaris gemachtigde € 622,00
vermeerderd met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
en veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 124,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door [eiser] worden gemaakt;