ECLI:NL:RBNHO:2021:1625
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening omgevingsvergunning erker
Op 28 januari 2021 heeft de Rechtbank Noord-Holland een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende een omgevingsvergunning voor een erker. De verzoekster, die bezwaar had ingediend tegen de verleende vergunning aan de derde partij, heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen. De zaak begon met een besluit van 7 oktober 2019, waarbij aan de vergunninghouder een omgevingsvergunning werd verleend voor de bouw van een erker aan de voorzijde van zijn woning. Verzoekster heeft hiertegen bezwaar gemaakt, wat leidde tot een bestreden besluit op 18 mei 2020, waarin het bezwaar ongegrond werd verklaard. De voorzieningenrechter oordeelde dat de wijziging van de aanvraag door de vergunninghouder een wijziging van ondergeschikte aard was en dat de vergunninghouder recht had op de binnenplanse vrijstellingsbevoegdheid. De rechtbank overwoog dat de belangen van de vergunninghouder bij de realisatie van de erker niet onredelijk waren en dat de belangen van verzoekster, met betrekking tot lichtinval en privacy, niet voldoende zwaarwegend waren om het verzoek te honoreren. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.