Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
ASR Schadeverzekering N.V.
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
‘De bestuurder of gebruiker moet er alles aan doen om diefstal of joyriding te voorkomen. Doet hij dit niet dan krijg je geen vergoeding. Dit geldt bijvoorbeeld:– als de auto onbeheerd is achtergelaten en niet goed is afgesloten met de sleutels erin of erop;– als de autosleutels zijn achtergelaten in de brievenbus van een garage- of schadeherstelbedrijf.’
Dat het het eigen bedrijf van [eiser] betrof en in beginsel alleen het eigen – vertrouwde – personeel in de kleedruimte kwam, doet aan het bovenstaande niet af. Tussen partijen is immers niet in geschil dat de buitendeur van de kleedruimte weliswaar gesloten was, maar niet op slot. Daarnaast staat vast dat deze deur zichtbaar en bereikbaar is vanaf de openbare weg. Ook als juist is dat het 1,5 (of 1,7) meter hoge hek naar het plaatsje op slot zat, gaat de kantonrechter ervan uit dat sprake is van het niet in acht nemen van de voorzichtigheid als bedoeld in de polisvoorwaarden. Het is een feit van algemene bekendheid dat insluipers (er was in dit geval geen sprake van braak) zich niet meteen door schuttingen of hekken laten tegenhouden. Wie alsdan zijn kostbaarheden in een voor hem visueel afgesloten ruimte achterlaat, met een niet afgesloten buitendeur, neemt niet de vereiste zorgvuldigheid ter zake van het sleutelbeheer in acht.
heeft naar het oordeel van de kantonrechter op zich met juistheid gesteld dat het in de werksfeer gebruikelijk is om wel eens van je plek te lopen of op te staan onder achterlating van een jas of tas met autosleutel(s); en deze dus niet te allen tijde mee te voeren. Dit levert op zichzelf ook geen onvoldoende sleutelbeheer op. Indien echter deze tas of jas door een insluiper bereikbaar is zonder dat de eigenaar van de sleutel(s) – of zijn of haar collega’s – dat kunnen zien, is de grens der zorgvuldigheid overschreden.