In deze zaak hebben de passagiers, die via het reisbureau RA Travel een vlucht van Amsterdam naar Cairo geboekt hadden, een vordering ingesteld tegen de vervoerder, Austrian Airlines A.G., wegens annulering van hun vlucht op 22 juli 2017. De passagiers vorderden compensatie op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, die hen recht geeft op compensatie bij annulering van een vlucht, tenzij zij tijdig zijn geïnformeerd. De vervoerder betwistte de vordering en stelde dat de passagiers op 4 juli 2017 op de hoogte waren gesteld van de annulering en op 5 juli 2017 een alternatieve vlucht aangeboden hadden gekregen.
Tijdens de zitting op 13 januari 2021 werd het getuigenverhoor gehouden en zijn stukken ingediend door de passagiers. De kantonrechter oordeelde dat de bewijslast voor het tijdig informeren van de passagiers bij de vervoerder ligt. De kantonrechter concludeerde dat de vervoerder voldoende aannemelijk had gemaakt dat de passagiers tijdig waren geïnformeerd over de annulering, en dat de vordering van de passagiers daarom werd afgewezen. De proceskosten werden aan de passagiers opgelegd, omdat zij ongelijk kregen in hun vordering.
De uitspraak werd gedaan door kantonrechter S.N. Schipper op 10 februari 2021, waarbij de proceskosten voor de vervoerder werden vastgesteld op € 374,00. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.