In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 6 januari 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap Nedfilter B.V. en een voormalig werknemer, aangeduid als [gedaagde]. Nedfilter vorderde een verbod voor [gedaagde] om voor 1 november 2021 werkzaamheden te verrichten die concurreren met de activiteiten van Nedfilter, alsook de inschrijving van zijn nieuwe onderneming, Debro HVAC, uit het handelsregister te verwijderen. De vordering is gebaseerd op een concurrentiebeding dat in de arbeidsovereenkomst van [gedaagde] was opgenomen. De kantonrechter oordeelde dat het concurrentiebeding van toepassing was, ondanks de overgang van [gedaagde] naar Nedfilter vanuit een andere dochtermaatschappij, Vilton B.V. De rechter concludeerde dat [gedaagde] met zijn nieuwe onderneming gelijksoortige activiteiten zou kunnen verrichten die schade zouden toebrengen aan Nedfilter. De kantonrechter wees de vordering van Nedfilter grotendeels toe, met uitzondering van de vordering om de inschrijving van Debro uit het handelsregister te verwijderen, omdat dit op zich geen overtreding van het concurrentiebeding vormde. De proceskosten werden toegewezen aan Nedfilter, terwijl de tegenvordering van [gedaagde] werd afgewezen.