Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
hij op of omstreeks 25 juni 2018 te Hoorn, [benadeelde] heeft mishandeld door die [benadeelde] een of meerma(a)l(en) tegen zijn armen en/of nek, althans het lichaam, te stompen;
hij op of omstreeks 25 juni 2018 te Hoorn, opzettelijk en wederrechtelijk een klep (van een cabriodak), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [benadeelde] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
hij op 25 juni 2018 te Hoorn, [benadeelde] heeft mishandeld door die [benadeelde] meermalen tegen zijn armen en nek te stompen;
hij op 25 juni 2018 te Hoorn, opzettelijk en wederrechtelijk een klep (van een cabrio dak), dat aan een ander, te weten aan [benadeelde] toebehoorde, heeft vernield.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
Gelet op al het voorgaande, alsmede gelet op de gevolgen die het voorval reeds voor verdachte hebben gehad (omdat hij door aangever met een lifehammer is geslagen) en in aanmerking genomen het tijdsverloop na het plegen van de feiten is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte een taakstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis moet worden opgelegd. In overleg met de reclassering kan bij de aard van de werkzaamheden, zoals gebruikelijk, rekening gehouden worden met de lichamelijke klachten van verdachte.
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
40 (veertig) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 20 dagen hechtenis.
[benadeelde]geleden schade tot een bedrag van
€ 6.444,28 (zesduizend vierhonderdvierenveertig euro en achtentwintig cent), bestaande uit € 5.794,28 als vergoeding voor de materiële en € 650,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 25 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 6.444,28 (zesduizend vierhonderdvierenveertig euro en achtentwintig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 67 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.