Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser] ,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 18 november 2020 met de daarin genoemde stukken en bijbehorende producties
- de akte overlegging producties van [eiser] c.s.
- de mondelinge behandeling van 13 januari 2021
- de spreekaantekeningen van [eiser] c.s.
- de spreekaantekeningen van CONO.
- [eiser] , zowel voor zich in privé als in zijn hoedanigheid van bestuurder van [eiser] Landbouwbedrijf BV, zijnde een van de vennoten van de VOF
- mr. Te Biesebeek voornoemd
- [naam] , voorzitter van de Raad van Bestuur van CONO
- [naam] , manager verenigingszaken en transport van CONO
- [naam] , lid en oud-voorzitter van de Raad van Bestuur van CONO
- mr. Koudstaal voornoemd
- mr. Van de Sandt voornoemd.
Tot de coöperatie kunnen als lid uitsluitend worden toegelaten natuurlijke personen of rechtspersonen, die binnen het werkgebied van de coöperatie het melkveehoudersbedrijf uitoefenen. Natuurlijke personen dienen om als lid van de coöperatie te worden toegelaten, bekwaam te zijn tot het aangaan van verbintenissen. Voor toelating is eveneens vereist, dat de natuurlijke of rechtspersoon het vrije beheer over zijn vermogen heeft en wat de rechtspersoon betreft, er bovendien geen besluit tot ontbinding, splitsing of juridische fusie is genomen. De leden zijn verplicht ervoor zorg te dragen dat hun melkveehoudersbedrijf voldoet aan het CONO-borgingssysteem dat door de Raad van Bestuur is vastgesteld.
Het werkgebied van de coöperatie wordt vastgelegd in het huishoudelijk reglement.
Ieder lid is verplicht elke dag waarop door de coöperatie melk wordt ontvangen, al de melk van de op zijn bedrijf aanwezige gezonde koeien aan de coöperatie te leveren volgens door of namens de Raad van Bestuur vastgestelde regels. Van deze verplichting is uitgezonderd de hoeveelheid melk die een lid voor eigen huishoudelijk gebruik of voor zijn bedrijf nodig heeft en voor het bepaalde in artikel 7 lid 4. De Raad van Bestuur van de coöperatie kan van de hier omschreven verplichtingen ontheffing verlenen.
Zonder schriftelijke toestemming van de Raad van Bestuur is het voor elk lid verboden melk aan derden af te staan, te verkopen, te koop aan te bieden, dan wel melk in het eigen bedrijf tot melk en/of zuivelproducten te verwerken. Tevens is het zonder schriftelijke toestemming van de Raad van Bestuur voor elk lid verboden melk van een derde te verkrijgen, te kopen, een aanbod tot koop te doen, dan wel een derde gelegenheid te bieden om melk in het eigen bedrijf tot melk en/of zuivelproducten te doen verwerken.
Na schriftelijke toestemming van de Raad van Bestuur kan een lid melk leveren aan een andere zuivelontvangende onderneming en lid worden van deze andere zuivelontvangende onderneming. Het lid dient hiertoe een schriftelijk verzoek bij de Raad van Bestuur in.
(…)
het heffen van uittreegelden en entreegelden;
het verstrekken van voorschotten over door de Raad van Bestuur vast te stellen perioden;
een slotafrekening na afloop van het boekjaar.
Provincie Noord-Holland boven het Noordzeekanaal met uitzondering van het eiland Texel;
Provincie Overijssel binnen de lijn die loopt van Nieuwleusen via Heino, Mariënheem, Daarle, Beerzerveld, Hardenberg en Stegerveld naar Nieuwleusen zoals dit verder is uitgewerkt op een kaart welke opvraagbaar is bij de afdeling Verenigingszaken en transport;
Flevoland met uitzondering van de Noordoostpolder;
door de Raad van Bestuur aangewezen melkveehoudersbedrijven buiten de gebieden genoemd onder 1, 2 en 3.
Het melkveebedrijf produceert weidemelk volgens de definitie van Stichting Weidegang
Het melkveebedrijf neemt deel aan het duurzaamheidsprogramma van CONO en voldoet aan de voorwaarden die voor dit programma gelden Daarnaast dient het melkveebedrijf te voldoen aan de duurzaamheidseisen van grondgebondenheid en open stallen
De bedrijfsvoering van de melkveehouder op dit melkveebedrijf sluit aan bij de strategie van CONO.
De melkveehouder is bereid om entreevergoeding te betalen De entreevergoeding is vijf jaar lang €1,00 per 100kg melk van de betreffende jaarleverantie vanaf het nieuwe bedrijf in [plaats] . Dit om tegemoet te komen aan het verzoek van de ledenvergadering om evenwicht in de kapitaalinbreng van zittende en nieuwe bedrijven te bewerkstelligen.
Het bedrijf en tanklokaal zijn onbelemmerd en veilig bereikbaar voor alle gangbare typen RMO’s.
De melkveehouder levert vanaf dit melkveebedrijf melk van voldoende kwaliteit op basis van het kwaliteitsstelsel van CONO.
3.Het geschil
de somma van € 16.342,16, zijnde de tot en met december 2019 op het melkgeld ingehouden entreegeld, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de datum van de inleidende dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
alsmede een bedrag welke gelijk is aan het vanaf 1 januari 2020 tot aan de betekening van het door uw rechtbank te wijzen vonnis op het melkgeld ingehouden entreegeld, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van inhouding tot aan de dag der algehele voldoening;
4.De beoordeling
VOF Niet ontvankelijk?
[t]ot de coöperatie als lid uitsluitend [kunnen] worden toegelatennatuurlijke personenofrechtspersonen…”. Een vennootschap onder firma is, zoals CONO terecht heeft aangevoerd, geen van beide. In artikel 2:3 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is omschreven welke privaatrechtelijke figuren rechtspersoonlijkheid bezitten. Daarin is de vennootschap onder firma niet genoemd. Andere dan de in dat artikel genoemde figuren hebben alleen rechtspersoonlijkheid als dit met zoveel woorden in de wet is bepaald of uit de wettelijke regeling volgt. Ook dat is met betrekking tot een vennootschap onder firma niet het geval. Een vennootschap onder firma is een gekwalificeerde vorm van een maatschap in de zin van artikel 7A:1655 BW, derhalve een personenvennootschap zonder rechtspersoonlijkheid.
De Raad van Bestuur is belast met het besturen van de coöperatie en het beheer van haar middelen” Daarnaast is in artikel 51 van de statuten bepaald dat in alle gevallen waarin de bepalingen van de statuten en van de reglementen niet voorzien, de Raad van Bestuur beslist. [1]
nemen, maar dat zij dit dan wel dient te verantwoorden aan de Algemene Ledenvergadering (ALV). Om die reden heeft CONO nadere voorwaarden gesteld aan het ophalen van de melk bij het (volgens CONO
nieuwe) melkbedrijf van [eiser] te [plaats] , onder meer door middel van het opleggen van een inhouding op het uit te keren melkgeld van € 1,- per 100 kilogram geleverde melk. Ter onderbouwing aan [eiser] van (de hoogte van het bedrag van) die inhouding heeft CONO verwezen naar (1) het feit dat zij voor het ophalen van melk buiten haar werkgebied hogere dan wel extra kosten (heeft) moeten maken en (2) haar bevoegdheid tot het innen van entreegelden voor nieuwe leden in de zin van artikel 40 sub e. Statuten (zie hierboven in 2.4).
al de melk van de op zijn bedrijf aanwezige gezonde koeien aan de coöperatie te leveren volgens door of namens de Raad van Bestuur vastgestelde regels”, behoudens daartoe door de melkveehouder verzochte en door de Raad van Bestuur schriftelijk verstrekte ontheffing. CONO is op basis van artikel 44 van die Statuten bovendien verplicht om aan alle leden “
een gelijk bedrag per kilogram geleverde melk” te betalen. Dat heeft CONO met betrekking tot de melk van het bedrijf van [eiser] te [plaats] niet gedaan.
nieuweleden, welk bedrag is vastgesteld op diezelfde € 1,- per 100 kg geleverde melk.
nieuweleden, terwijl niet in geschil is dat [eiser] al sinds 2002 lid is van CONO. In zoverre is hij dus niet een ‘nieuw’ lid, noch is hij naar het oordeel van de rechtbank daarmee gelijk te stellen. Weliswaar is sprake van een door [eiser] verkregen ‘nieuw’
bedrijf, maar dat is in feite slechts een uitbreiding van zijn reeds bestaande melkveebedrijf. Als gevolg van de uitbreiding heeft [eiser] c.s. thans vijf in plaats van vier boerderijen, welke boerderijen allemaal melk leveren aan CONO (en waarvan de overige vier zich wél binnen het reguliere werkgebied van CONO bevinden). Ter zitting heeft CONO ook erkend dat bij bedrijfsuitbreiding van bestaande leden
– hetzij binnen het eigen bedrijf (een boerderij die op dezelfde locatie uitbreidt en waarbij dus sprake is van ‘schaalvergroting’), hetzij middels een nieuw op te richten bedrijf (een nieuwe boerderij van dezelfde eigenaar binnen het reguliere werkgebied van CONO) – geen entreegeld verschuldigd is, omdat in dat geval geen sprake is van een ‘nieuw lid’.
buitenhet reguliere werkgebied van CONO ligt, maar aan zijn lidmaatschap verandert – evenals bij de leden in vorenbedoelde gevallen – niets. Naar het oordeel van de rechtbank houdt de door de ALV vastgestelde regeling voor nieuwe leden dan ook niet in dat CONO entreegeld mag heffen van leden die al lid
zijn. Het stond CONO dan ook niet vrij om de inhouding op die grondslag te baseren.
1.126,00(2,0 punten × tarief € 563,00)