Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
hij op of omstreeks 25 juni 2018 te Hoorn, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet meermalen met een lifehammer op/tegen/in de richting van het hoofd van die [benadeelde 1] heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 25 juni 2018 te Hoorn, althans in Nederland, [benadeelde 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, een grote snijwond op/in het hoofd, heeft toegebracht door die [benadeelde 1] opzettelijk een of meerma(a)l(en) met een lifehammer tegen het hoofd te slaan;
hij op of omstreeks 25 juni 2018 te Hoorn, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet meermalen met een lifehammer op/tegen/in de richting van het hoofd van die [benadeelde 1] heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 25 juni 2018 te Hoorn, [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] heeft mishandeld door die [benadeelde 1] een of meerma(a)l(en) met een lifehammer tegen het lichaam te slaan en/of een of meerma(a)l(en) tegen het lichaam te schoppen en/of die [benadeelde 2] te duwen (waardoor zij op de grond is gevallen) en/of een of meerma(a)l(en) tegen het lichaam te schoppen en/of te slaan/stompen.
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
hij op 25 juni 2018 te Hoorn, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet meermalen met een lifehammer tegen/in de richting van het hoofd van die [benadeelde 1] heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 25 juni 2018 te Hoorn, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met een lifehammer op het hoofd van die [benadeelde 1] heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 25 juni 2018 te Hoorn, [benadeelde 1] en [benadeelde 2] heeft mishandeld door die [benadeelde 1] meermalen met een lifehammer tegen het lichaam te slaan en tegen het lichaam te schoppen en die [benadeelde 2] te duwen (waardoor zij op de grond is gevallen).
4.Kwalificatie
5.Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van verdachte
Voor zover op dat moment nog sprake was van een onmiddellijke, voortdurende aanranding van verdachtes goed (de auto) waartegen verdachte zich mocht verdedigen, is naar het oordeel van de rechtbank in ieder geval niet voldaan aan de eisen van proportionaliteit. Het maken van slaande bewegingen met een lifehammer op het hoofd van [benadeelde 1] stond niet in redelijke verhouding tot het vernielen van de klep van het cabrio dak van de auto van verdachte door [benadeelde 1].
6.Motivering van de sanctie
8.Vordering benadeelde partijen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
€ 750,- (zevenhonderd vijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 15 dagen hechtenis.
[benadeelde 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 547,90 (vijfhonderdzevenenveertig euro en negentig cent), bestaande uit € 47,90 als vergoeding voor de materiële en € 500,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 25 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 1], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 547,90 (vijfhonderdzevenenveertig euro en negentig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 11 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[benadeelde 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 250,- (tweehonderdvijftig euro), bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 25 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 2], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 250,- (tweehonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 5 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.