ECLI:NL:RBNHO:2021:1361
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot ontruiming woning op grond van dringend eigen gebruik in huurrecht
In deze zaak heeft eiseres, eigenaresse van een villa, een kort geding aangespannen tegen gedaagden, huurders van de bovenwoning, met het verzoek om ontruiming op grond van dringend eigen gebruik. Eiseres heeft de huurovereenkomst opgezegd per 1 juli 2020, maar gedaagden hebben geweigerd de woning te verlaten. De kantonrechter heeft op 19 februari 2021 de vordering van eiseres afgewezen. De rechter oordeelde dat eiseres niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat haar vordering in de bodemprocedure zal worden toegewezen. De kantonrechter overwoog dat er na de opzegging van de huurovereenkomst gesprekken hebben plaatsgevonden tussen partijen, waaruit bleek dat gedaagden in de veronderstelling verkeerden dat de huur voortgezet zou worden. Eiseres had geen duidelijk voorbehoud gemaakt ten aanzien van de opzegging en had de opzeggingsdatum geruisloos laten verstrijken. Hierdoor was het niet aannemelijk dat de vordering in de bodemprocedure zou slagen. De proceskosten werden toegewezen aan gedaagden, omdat eiseres ongelijk kreeg.