ECLI:NL:RBNHO:2021:1322

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 maart 2021
Publicatiedatum
17 februari 2021
Zaaknummer
8894755 \ CV EXPL 20-6515
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen met verweer van voldaan zijn

In deze zaak heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Nedflex HL Detachering (hierna: Nedflex) een vordering ingesteld tegen MC Consultant (hierna: [gedaagde]) tot betaling van een bedrag van € 1.905,20, vermeerderd met wettelijke handelsrente en proceskosten. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen partijen waarbij Nedflex een uitzendkracht ter beschikking heeft gesteld aan [gedaagde]. De facturen die Nedflex heeft gestuurd, zijn door [gedaagde] niet betaald, ondanks dat het totaalbedrag van € 1.462,92 in rekening is gebracht.

Tijdens de zitting heeft [gedaagde] als verweer aangevoerd dat hij al aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan door middel van het verrichten van werkzaamheden. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat [gedaagde] niet heeft aangetoond dat hij aan zijn verplichtingen heeft voldaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de facturen niet zijn betaald en dat de vordering van Nedflex toewijsbaar is. De kantonrechter heeft alle verweren van [gedaagde] verworpen en de vordering van Nedflex toegewezen, met inachtneming van de wettelijke rente en proceskosten.

De kantonrechter heeft [gedaagde] veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 1.874,64 aan Nedflex, vermeerderd met wettelijke handelsrente. Tevens zijn de proceskosten aan de zijde van Nedflex toegewezen, omdat [gedaagde] ongelijk heeft gekregen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. B. Voogd op 3 maart 2021 in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 8894755 \ CV EXPL 20-6515 WD
Uitspraakdatum: 3 maart 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Nedflex HL Detachering
gevestigd te De Goorn
eiseres
verder te noemen: Nedflex
gemachtigde: BvCM Collections B.V.
tegen
[gedaagde] ,voorheen handelend onder de naam
MC Consultant
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Nedflex heeft bij dagvaarding van 24 november 2020 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft mondeling geantwoord.
1.2.
Op 8 februari heeft door middel van het programma “Skype for Business” een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Nedflex heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting heeft Nedflex bij brief van 20 januari 2021 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
Nedflex is een onderneming die zich toelegt op de dienstverlening aan de horeca, payrolling en het uitzenden van uitzendkrachten.
2.2.
[gedaagde] exploiteerde tot 21 september 2020 een eenmanszaak in de verkoop van boten en auto’s en de in- en verkoop van watersportartikelen.
2.3.
Op 15 januari 2019 hebben partijen een schriftelijke overeenkomst gesloten op basis waarvan Nedflex aan [gedaagde] een uitzendkracht ter beschikking heeft gesteld om onder leiding en toezicht van [gedaagde] arbeid te verrichten.
2.4.
Op 1 maart en 15 maart 2019 heeft Nedflex aan [gedaagde] in totaal vier facturen gestuurd. Het totaal factuurbedrag is € 1.462,92.
2.5.
[gedaagde] heeft dit bedrag niet betaald.

3.De vordering

3.1.
Nedflex vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 1.905,20, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 1.462,92 vanaf 24 november 2020 tot aan de dag der voldoening, alsmede te vermeerderen met de kosten van het geding.
3.2.
Nedflex voert daartoe, kort gezegd, als volgt aan. [gedaagde] is uit hoofde van de tussen partijen gesloten overeenkomst gehouden om het in rekening gebrachte bedrag van
€ 1.462,92 te betalen. Desondanks weigert [gedaagde] tot betaling over te gaan. [gedaagde] dient alsnog hiertoe over te gaan. Daarnaast dient [gedaagde] vanwege de wanbetaling aan Nedflex te vergoeden de buitengerechtelijke kosten van € 250,00 en de verschuldigde rente die, berekend tot en met 24 november 2020, € 192,28 bedraagt.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] voert als verweer aan dat hij al aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan door middel van het (onbetaald) verrichten van werkzaamheden.

5.De beoordeling

5.1.
Deze zaak draait om de vraag of [gedaagde] gehouden is het in rekening gebrachte bedrag van € 1.462,92 aan Nedflex te betalen. Uit de hierna volgende beoordeling blijkt dat dit het geval is en dat [gedaagde] tot betaling zal worden veroordeeld. De kantonrechter overweegt als volgt.
5.2.
Dat [gedaagde] op grond van de overeenkomst tussen partijen gehouden is te betalen voor de door Nedflex ter beschikking gestelde uitzendkracht is niet betwist. De hoogte van het hiervoor in rekening gebrachte bedrag is evenmin in geschil. De vordering tot betaling van het factuurbedrag ligt voor toewijzing gereed, behoudens indien komt vast te staan dat [gedaagde] , zoals hij stelt en Nedflex betwist, al aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.
Uit het navolgende zal blijken dat niet is komen vast te staan dat [gedaagde] al aan de betalingsverplichting heeft voldaan.
5.3.
In het mondeling genomen antwoord heeft [gedaagde] gesteld dat de drie facturen die zijn vermeld op het als productie 7 bij dagvaarding overgelegde overzicht zijn betaald en dat de op dit overzicht vermelde bedragen ten titel van huur niet zijn verschuldigd. De kantonrechter gaat voorbij aan deze stelling. Vast staat immers dat de facturen waarvan Nedflex de betaling vordert, niet zijn genoemd in het betreffende overzicht. In hoeverre de op dit overzicht genoemde bedragen zijn verschuldigd of al zijn betaald, doet bij de beoordeling van de vordering niet ter zake.
5.4.
Ter zitting is het overzicht en de op basis van dit overzicht door [gedaagde] aangegane betalingsregeling, nader besproken. Op basis van hetgeen hierover ter zitting over en weer naar voren is gebracht, is gebleken dat dit overzicht is opgesteld in het kader van een door de heer [naam] van de firma/ vennootschap Oppermannen (hierna: Oppermannen) enerzijds en [gedaagde] anderzijds gesloten betalingsregeling, waarbij zij een regeling zijn aangegaan voor de betaling van de door [gedaagde] aan Oppermannen verschuldigde factuurbedragen. Deze regeling hield, kort gezegd, in dat [gedaagde] de aan Oppermannen verschuldigde factuurbedragen zou betalen door middel van het uitvoeren van werkzaamheden.
5.5.
[gedaagde] heeft ter zitting gesteld dat deze regeling ook inhield dat de aan Nedflex verschuldigde factuurbedragen op deze wijzen zouden worden betaald. Nedflex betwist dat dit het geval is.
De kantonrechter overweegt als volgt. Opperman is een andere firma/ rechtspersoon dan Nedflex. Nedflex is dan ook niet zonder meer gebonden aan eventuele tussen [gedaagde] en Oppermannen gemaakte afspraken. Deze eventuele afspraken kunnen daarom ter afwering van de vordering niet aan Nedflex worden tegengeworpen.
5.6.
Nog afgezien daarvan heeft het volgende te gelden. Subsidiair, voor het geval dat de betalingsregeling wel ziet op onderhavige facturen, heeft Nedflex gesteld dat (i) [gedaagde] in het kader van de betalingsregeling slechts 103 uur heeft gewerkt, (ii) dat deze uren eerst afgeboekt zouden worden op de aan Oppermannen door [gedaagde] verschuldigde bedragen en pas daarna op het aan Nedflex verschuldigde bedrag, (iii) dat [gedaagde] te weinig uur heeft gewerkt om de aan Oppermannen verschuldigde bedragen geheel te voldoen en (iv) op het aan Nedflex toekomende factuurbedrag om die reden niets is afbetaald. [gedaagde] heeft dit alles ter zitting niet weersproken.
5.7.
Al met al is niet komen vast te staan dat [gedaagde] het in deze procedure door Nedflex gevorderde factuurbedrag al heeft betaald. Alle tegen de vordering gevoerde verweren zijn verworpen. Het factuurbedrag van € 1.462,92 ligt voor toewijzing gereed.
5.8.
Nu de eisende partij niet gemotiveerd heeft gesteld dat de werkelijke buitengerechtelijke kosten hoger zijn geweest en dat het redelijk was om buitengerechtelijk kosten te maken tot dit bedrag, zal de kantonrechter conform het rapport BGK-integraal gebruik maken van de matigingsbevoegdheid van artikel 242 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de kosten toewijzen volgens het wettelijke tarief dat hoort bij de hoofdsom waartoe de gedaagde partij zal worden veroordeeld, te weten een bedrag van € 219,44.
5.9.
De gevorderde rente kan als zijnde onweersproken worden toegewezen.
5.10.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Nedflex van een bedrag van € 1.874,64, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over € 1.462,92 vanaf 25 november 2020 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt Nedflex tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [gedaagde] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 91,46
griffierecht € 499,00
salaris gemachtigde € 374,00 ;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. Voogd en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter