ECLI:NL:RBNHO:2021:1307

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 februari 2021
Publicatiedatum
17 februari 2021
Zaaknummer
8719419 \ CV EXPL 20-4225
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van abonnementskosten en heraansluitingskosten na blokkade wegens wanbetaling

In deze zaak heeft Vodafone Libertel B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die een telefoonabonnement had afgesloten. De vordering betreft de betaling van abonnementskosten en heraansluitingskosten na een blokkade van het abonnement wegens wanbetaling. De gedaagde heeft het abonnement op 11 augustus 2016 afgesloten met een contractduur van 12 maanden, waarna het abonnement automatisch zou worden verlengd. Vodafone heeft in de periode van juli tot oktober 2017 facturen gestuurd ter hoogte van € 52,63, die de gedaagde niet heeft betaald. Vodafone vordert nu betaling van € 95,83, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten.

De gedaagde heeft verweer gevoerd en stelt dat de facturen onjuist zijn en dat Vodafone fouten in de boekhouding heeft gemaakt. De kantonrechter heeft het verweer van de gedaagde verworpen en geoordeeld dat de gedaagde gehouden is het factuurbedrag te betalen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de overeenkomst op 31 augustus 2017 heeft opgezegd, waardoor de overeenkomst eindigde op 30 september 2017. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van de abonnementskosten toegewezen, maar de heraansluitingskosten afgewezen, omdat Vodafone deze kosten niet voldoende heeft onderbouwd.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 65,18 aan Vodafone, te vermeerderen met wettelijke rente, en heeft bepaald dat iedere partij de eigen proceskosten draagt. Het vonnis is uitgesproken door mr. I.H. Lips op 24 februari 2021.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 8719419 \ CV EXPL 20-4225 WD
Uitspraakdatum: 24 februari 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Vodafone Libertel B.V.
gevestigd te Maastricht
eiseres
verder te noemen: Vodafone
gemachtigde: Yards Deurwaardersdiensten B.V.
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Vodafone heeft bij dagvaarding van 17 augustus 2020 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Vodafone heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
Op 11 augustus 2016 heeft [gedaagde] in een Vodafonewinkel bij Vodafone een telefoonabonnement afgesloten. Hiertoe heeft [gedaagde] een door Vodafone opgesteld schriftelijk contract ondertekend. Het contract vermeldt een contractduur van 12 maanden. Het contract vermeldt daarnaast dat op de overeenkomst van toepassing zijn de “Algemene Voorwaarden Consumenten Vodafone Libertel B.V.” (hierna: de algemene voorwaarden).
2.2.
Artikel 3 van de algemene voorwaarden (versie oktober 2015) luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Artikel 3 - Het abonnement1.Een abonnement wordt aangegaan voor een minimumduur, bijvoorbeeld 12 of 24 maanden. Daarna wordt het abonnement automatisch voortgezet voor onbepaalde duur. Tijdens de minimumduur kun je opzeggen tegen het einde van de minimumduur, met een opzegtermijn van één maand. Na de minimumduur kun je op elk gewenst moment opzeggen met een opzegtermijn van één maand.(…)Artikel 13 Opschortingsrecht Vodafone1. Vodafone kan de diensten onmiddellijk buiten werking stellen als dit mag op basis van de wet. Dit kan onder andere het geval zijn wanneer: (a) (…), (b) jij jouw verplichtingen niet nakomt (bijvoorbeeld als je jouw rekening gedeeltelijk niet betaalt of deze Algemene Voorwaarden niet nakomt), (…)2. (…)3. In de periode dat de diensten door Vodafone buiten werking zijn gesteld ben je wel verplicht jouw (abonnement)kosten te betalen.
2.3.
In de periode van juli tot en met oktober 2017 heeft Vodafone aan [gedaagde] een viertal facturen gestuurd. Het totaal factuurbedrag is € 52,63. [gedaagde] heeft deze facturen niet betaald.

3.De vordering

3.1.
Vodafone vordert dat de kantonrechter [gedaagde] bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 95,83, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 52,63 vanaf 11 augustus 2020 tot aan de dag der voldoening, alsmede te vermeerderen met de kosten van dit geding.
3.2.
Vodafone voert daartoe, kort gezegd, als volgt aan. [gedaagde] is uit hoofde van de tussen partijen gesloten overeenkomst gehouden om het totaalfactuurbedrag € 52,63 te betalen. [gedaagde] weigert desondanks tot betaling over te gaan en dient dit alsnog te doen. Vanwege de wanbetaling dient zij daarnaast aan Vodafone te vergoeden de buitengerechtelijke kosten van € 40,00 en de wettelijke rente die, berekend tot 11 augustus 2020, € 3,20 bedraagt.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] voert verweer op, kort gezegd, de navolgende gronden. De facturen zijn onjuist en niet voldoende onderbouwd. Vodafone brengt bedragen in rekening die [gedaagde] niet gehouden is te betalen. Vodafone heeft verschillende fouten in de boekhouding gemaakt en reageert niet op verzoeken van [gedaagde] om toelichting. Hier ondervindt [gedaagde] nadeel van. Vodafone gaat er ten onrechte van uit dat het voor de duur van 12 maanden afgesloten contract na afloop van die termijn is voortgezet.
Hierbij komt dat de conclusie van repliek is ingediend door incassobureau Infoscore. [gedaagde] is het daar niet mee eens en betwijfelt of Infoscore gerechtigd is om de conclusie van repliek in te dienen. Rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat Infoscore de vordering van Vodafone heeft opgekocht.
Nog afgezien van het voorgaande is de vordering verjaard.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter ziet aanleiding om eerst in te gaan op het verweer van [gedaagde] dat - in tegenstelling tot de dagvaarding - de conclusie van repliek is opgesteld door Infoscore Nederland B.V. (hierna: Infoscore). In zaken die voor de kantonrechter zijn aangebracht kunnen partijen in persoon procederen of zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde. Partijen zijn vrij in de keuze van de gemachtigde en kunnen desgewenst ook gedurende een lopende procedure de gekozen gemachtigde laten vervangen door een ander.
In onderhavige procedure is gebleken dat de conclusie van repliek is uitgeprint op briefpapier van Infoscore. Waarschijnlijk is deze conclusie ook inhoudelijk door dit incassobureau opgesteld. Uit de begeleidende brief waarmee de conclusie is ingediend, welke brief zich bevindt in het procesdossier, blijkt dat deze conclusie door Yards Deurwaardersdiensten B.V. (als rolgemachtigde) aan de griffie van de rechtbank is gezonden.
Gelet op eerdergenoemde vrijheid van partijen in hun keuze door welke gemachtigde zij zich laten vertegenwoordigen, is deze handelwijze geoorloofd. Dat Infoscore de eventuele vordering van Vodafone op [gedaagde] heeft opgekocht, blijkt nergens uit.
5.2.
Inhoudelijk wordt als volgt overwogen.
5.3.
Deze zaak draait om de vraag of [gedaagde] gehouden is het totaal factuurbedrag van
€ 52,63 aan Vodafone te betalen. Deze hoofdsom bestaat, blijkens de facturen en de toelichting van Vodafone, voor een deel uit abonnementskosten en voor een ander deel uit heraansluitingskosten (zie alinea 5 en 6 conclusie van repliek). Deze kosten staan ter discussie. Over de creditering van het bedrag € 4,99 in de factuur van 15 oktober 2017 bestaat geen geschil.
5.4.
Het beroep van [gedaagde] op verjaring wordt verworpen. De verjaringstermijn van de vordering tot betaling van de facturen bedraagt vijf jaar. De facturen zien op de periode vanaf 1 juli 2017 en de verjaringstermijn van vijf jaar is nog niet verlopen.
de abonnementskosten
5.5.
Partijen verschillen van mening over het antwoord op de vraag of het abonnement is geëindigd na verloop van de in het contract gemelde termijn van 12 maanden of dat het abonnement automatisch is verlengd voor onbepaalde tijd.
5.6.
De kantonrechter overweegt als volgt. Ter onderbouwing van de stelling dat het abonnement automatisch voor onbepaalde tijd is verlengd, verwijst Vodafone naar haar algemene voorwaarden. Vodafone heeft verschillende versies van haar algemene voorwaarden in het geding gebracht, maar bij repliek gesteld dat de versie van oktober 2015 op de tussen partijen gesloten overeenkomst van toepassing is. Dit laatste is door [gedaagde] niet weersproken.
5.7.
Artikel 3 van deze voorwaarden (zie hierboven onder 2.2.) bepaalt, kort gezegd, dat een abonnement van 12 maanden na afloop van die termijn voor onbepaalde tijd wordt verlengd en tegen iedere datum kan worden opgezegd, met een opzegtermijn van een maand. De kantonrechter ziet geen aanleiding om deze bepaling (ambtshalve) te vernietigen of buiten toepassing te laten. Het beroep van Vodafone op dit artikel slaagt. Hiermee is komen vast te staan dat het abonnement na afloop van de 12 maanden termijn voor onbepaalde tijd is verlengd, met de mogelijkheid van opzegging door [gedaagde]. Anders dan [gedaagde] lijkt te denken (zie pagina 3 conclusie van antwoord) is van een nieuw contract met aansluitkosten geen sprake.
5.8.
[gedaagde] stelt in augustus 2017 de overeenkomst te hebben opgezegd. Nu [gedaagde] geen concrete datum heeft gesteld waarop zij de overeenkomst zou hebben opgezegd, moet het ervoor worden gehouden dat deze opzegging op 31 augustus 2017 heeft plaatsgevonden. Rekening houdend met de opzegtermijn van een maand eindigt de overeenkomst op 30 september 2017. Dat Vodafone over de periode na 30 september 2017 kosten in rekening heeft gebracht, is niet gebleken. Vodafone heeft de abonnementskosten op goede gronden bij [gedaagde] in rekening gebracht en [gedaagde] is betaling daarvan verschuldigd.
de heraansluitingskosten
5.9.
Vodafone stelt ter onderbouwing van de vordering tot betaling van deze kosten het volgende. Wegens het uitblijven van de betaling van een factuur van 24 mei 2017 heeft Vodafone op grond van artikel 13 van de algemene voorwaarden het abonnement van [gedaagde] gedeeltelijk geblokkeerd. Na ontvangst van de achterstallige betaling op 10 juli 2017 heeft Vodafone deze blokkade ongedaan gemaakt en hiervoor kosten in rekening gebracht, aldus Vodafone.
heeft een en ander weersproken.
5.10.
De kantonrechter overweegt als volgt. Weliswaar is juist dat artikel 13 van de algemene voorwaarden (zie 2.2.) de mogelijkheid biedt om, ingeval sprake is van wanbetaling, het abonnement van [gedaagde] gedeeltelijk te blokkeren, maar uit dit artikel valt, zonder nadere toelichting, niet af te leiden dat, wanneer Vodafone overgaat tot opheffing van een blokkade, zij gerechtigd is hiervoor kosten in rekening te brengen.
Een andere grondslag voor de doorbelasting van deze kosten is niet gesteld of gebleken. De kantonrechter zal de vordering tot betaling van deze kosten (27,45 inclusief btw) daarom afwijzen.
5.11.
Uit het voorgaande volgt dat van het gevorderde factuurbedrag van € 52,63 een bedrag van € 25,18 (€ 52,63 - € 27,45) zal worden toegewezen.
5.12.
Tegen de gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke kosten tot een bedrag van
€ 40,00 en wettelijke rente is geen afzonderlijk verweer gevoerd. De buitengerechtelijke kosten zijn toewijsbaar als gevorderd. De wettelijke rente over de verschuldigde hoofdsom is toewijsbaar na afloop van de in de ingebrekestelling van 2 juli 2019 (productie 8 bij dagvaarding) gestelde termijn, derhalve met ingang van 20 juli 2019. Vodafone gaat uit van een eerdere verzuimdatum en doet daarbij een beroep op een als productie 7 bij dagvaarding overgelegde op 28 oktober 2017 gedateerde brief. Echter in de brief van 2 juli 2019 is namens Vodafone geschreven dat de rente pas na afloop van de in die brief gestelde termijn gaat lopen.
5.13.
Hetgeen partijen voor het overige hebben aangevoerd, bijvoorbeeld over de ontbindingsschade of over de vermelding van het klantnummer en de referentie in de door Vodafone verzonden correspondentie, behoeft geen bespreking. Vodafone vordert in deze zaak geen vergoeding van ontbindingsschade. Hetgeen [gedaagde] aanvoert over het door Vodafone in haar correspondentie gebruikte klantnummer en referentie, doet niet af aan de vordering.
5.14.
Nu partijen over en weer op punten in het ongelijk zijn gesteld, is de kantonrechter van oordeel dat het redelijk is dat partijen ieder de eigen proceskosten dragen.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Vodafone van een bedrag van € 65,18, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 25,18 vanaf 20 juli 2019 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H. Lips en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter