ECLI:NL:RBNHO:2021:1306

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 februari 2021
Publicatiedatum
17 februari 2021
Zaaknummer
87548571
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding lease-overeenkomst en schadevergoeding toekomstige huurtermijnen

In deze zaak heeft Grenkefinance N.V. een vordering ingesteld tegen Autoflex Grootebroek en twee vennoten wegens het niet voldoen aan de betalingsverplichtingen uit een leaseovereenkomst voor een stoomextractie-stofzuiger. De leaseovereenkomst, die op 1 oktober 2018 is gesloten, had een looptijd van 60 maanden en een maandelijkse huurprijs van € 77,52 exclusief btw. Autoflex heeft sinds januari 2019 geen huurtermijnen meer betaald, waarna Grenkefinance de overeenkomst op 18 maart 2019 heeft ontbonden. Autoflex heeft de ontbinding betwist en aangevoerd dat de stofzuiger gebreken vertoonde en niet voldeed aan de verwachtingen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gebreken niet zodanig waren dat Autoflex de overeenkomst mocht ontbinden. De rechter oordeelde dat Grenkefinance terecht de overeenkomst heeft ontbonden en dat Autoflex gehouden was de achterstallige huurtermijnen en schadevergoeding voor toekomstige huurtermijnen te betalen. De kantonrechter heeft de vordering van Grenkefinance toegewezen, met inachtneming van een vermindering voor het voordeel dat Grenkefinance heeft genoten door de verkoop van de geretourneerde stofzuiger. De totale te betalen som is vastgesteld op € 5.899,36, vermeerderd met rente en proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 8748571 \ CV EXPL 20-4607 (rvk)
Uitspraakdatum: 17 februari 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de naamloze vennootschap
Grenkefinance N.V.
statutair gevestigd te Maasbree en kantoorhoudende te Vianen
eiseres
verder te noemen: Grenkefinance
gemachtigde: mr. O.J.W. Reijnders, advocaat te Eindhoven
tegen

1.de vennootschap onder firma Autoflex Grootebroek

gevestigd en kantoorhoudende te Grootebroek
2.
[gedaagde sub 2]
wonende te [woonplaats]
vennoot van gedaagde sub 1
3.
[gedaagde sub 3]
wonende te [woonplaats]
vennoot van gedaagde sub 1
gedaagde partijen
verder gezamenlijk te noemen: Autoflex, dan wel Autoflex Grootebroek, [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] afzonderlijk

1.Het procesverloop

1.1.
Grenkefinance heeft bij dagvaarding van 1 september 2020 een vordering tegen Autoflex ingesteld. Autoflex heeft mondeling en schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 14 januari 2021 heeft een zitting plaatsgevonden. Namens Grenkefinance is verschenen [naam 1], vergezeld door de gemachtigde. Namens Autoflex is verschenen [gedaagde sub 2]. Grenkefinance heeft bij het naar voren brengen van haar standpunten gebruik gemaakt van pleitaantekeningen die zijn overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft Grenkefinance bij brief van 23 december 2020 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
Op 1 oktober 2018 is tussen Grenkefinance en Autoflex een leaseovereenkomst gesloten, waarbij Grenkefinance tegen betaling van huur een stoomextractie-stofzuiger aan Autoflex ter beschikking zou stellen. De leaseovereenkomst is aangegaan voor de duur van 60 maanden, ingaande per 1 oktober 2018. De leaseprijs is € 77,52 exclusief btw per maand (€ 93,90 inclusief btw). Deze prijs wordt per kwartaal in rekening gebracht.
2.2.
Op de overeenkomst zijn de door Grenkefinance gehanteerde algemene voorwaarden van toepassing. In artikel 11 van de algemene voorwaarden is opgenomen onder welke voorwaarden Grenkefinance mag overgaan tot ontbinding van de overeenkomst en wat daarvan de financiële gevolgen zijn, namelijk:
‘Indien Lessee zijn verplichtingen niet volledig en/of niet op tijd voldoet/betaalt of indien redelijkerwijs mag worden aangenomen dat Lessee zijn verplichtingen uit het Contract niet zal nakomen (inclusief maar niet beperkt tot gevallen van faillissement, uitstel van betaling, beëindiging van de onderneming, tenietgaan of verlies van het LO, beslag of verhaal op het LO en verplaatsing van de vestigingsplaats of het zakelijke adres), is Lessee direct in verzuim en heeft Lessor het recht, zonder enige verplichting tot ongedaanmaking of vergoeding aan Lessee en onverminderd de overige rechten van Lessor, om het Contract geheel of gedeeltelijk te ontbinden of de nakomen van dienst verplichtingen op te schorten.
Bij ontbinding van het Contract heeft Lessor het recht op onmiddellijke betaling door Lessee van een schadevergoeding bestaande uit de vervallen nog niet betaalde huurtermijnen en de huurtermijnen die Lessee bij het in stand houden van het Contract gehouden zou zijn te voldoen, vermeerderd met renten en kosten (waaronder de kosten die Lessor moet maken in verband met de ontbinding van het Contract). (…).’
2.3.
Op 21 september 2018 is de stoomextractie-stofzuiger bij Autoflex afgeleverd door de leverancier, The Clean Experience.
2.4.
Autoflex heeft op 22 januari 2019 aan de leverancier (The Clean Experience) gemaild dat zij de overeenkomst daarbij wil ontbinden, omdat de stofzuiger niet voldoet aan de verwachtingen, de rubberafdichting al twee keer is losgegaan en het The Clean Experience niet gelukt is dit te herstellen. Autoflex heeft deze e-mail diezelfde dag doorgestuurd naar Grenkefinance met de mededeling dat de overeenkomst met Grenkefinance met ingang van 19 januari 2019 wordt stopgezet en er geen betalingen meer zullen plaatsvinden.
2.5.
Sinds januari 2019 betaalt Autoflex de facturen van Grenkefinance niet meer.
2.6.
Grenkefinance heeft, na meerdere malen vergeefs om betaling te hebben verzocht, per brief van 18 maart 2019 de leaseovereenkomst met Autoflex ontbonden wegens de betalingsachterstand. In de brief heeft Grenkefinance ook verzocht het geleasede uiterlijk op 28 maart 2019 te retourneren en het thans verschuldigde bedrag van € 5.461,68 te betalen.
2.7.
Autoflex heeft in 2019 een gerechtelijke procedure tegen The Clean Experience aanhangig gemaakt. De inzet van die procedure was de vernietiging dan wel ontbinding van de leaseovereenkomst tussen Autoflex en The Clean Experience. De vordering van Autoflex is bij vonnis van 18 december 2019 van de Rechtbank Gelderland afgewezen, omdat de leaseovereenkomst niet met The Clean Experience is gesloten, maar met Grenkefinance.
2.8.
Autoflex heeft de stoomextractie-stofzuiger op 3 juli 2020 aan Grenkefinance geretourneerd.

3.De vordering

3.1.
Grenkefinance vordert dat de kantonrechter Autoflex veroordeelt tot betaling van € 6.773,38, met rente en kosten.
3.2.
Grenkefinance legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat Autoflex op grond van de leaseovereenkomst gehouden is de leasetermijnen te voldoen. Autoflex heeft echter sinds januari 2019 de gefactureerde leasetermijnen niet meer voldaan. Omdat Autoflex ook na betalingsverzoeken en aanmaningen (10 en 21 januari 2019) niet tot betaling overging, heeft Grenkefinance de leaseovereenkomst op 18 maart 2019 ontbonden op grond van artikel 11 van de algemene voorwaarden. Autoflex is gehouden de achterstallige leasetermijnen tot de datum van ontbinding (€ 455,18 inclusief btw) te betalen. Grenkefinance maakt daarnaast op grond van artikel 11 van de algemene voorwaarden aanspraak op vergoeding van de toekomstige leasetermijnen die Autoflex bij het uitdienen van de overeenkomst gehouden zou zijn te betalen (€ 4.186,08 exclusief btw). Omdat Grenkefinance bij ontbinding eerder over de toekomstige leasetermijnen kan beschikken dan dat zij zou hebben gekund in het geval de overeenkomst was voortgezet, corrigeert zij het bedrag van de toekomstige leasetermijnen met een bedrag van € 137,74 in het voordeel van Autoflex. Dit resulteert in een te vorderen bedrag van € 4.898,49 inclusief btw voor de toekomstige leasetermijnen.
3.3.
Omdat Autoflex niet binnen tien dagen na ontvangst van de brief van 18 maart 2019 tot betaling is overgegaan, is Autoflex direct in verzuim komen te verkeren en is zij de wettelijke vertragingsrente verschuldigd (€ 643,49, berekend tot en met 18 augustus 2020).
3.4.
Omdat Autoflex ondanks herhaald verzoek en aanmaning niet tot betaling is overgegaan, heeft Grenkefinance haar incassogemachtigde ingeschakeld en maakt zij aanspraak op de buitengerechtelijke incassokosten van € 100,00 en € 676,22.

4.Het verweer

4.1.
Autoflex betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat de stoomextractie-stofzuiger meerdere gebreken vertoont. In de eerste plaats voldoet de stofzuiger niet aan de verwachtingen die zijn gewekt. Bij de demonstratie van de stofzuiger door de leverancier (The Clean Experience), die drie minuten duurde, zijn verkeerde inlichtingen over het apparaat gegeven. Volgens The Clean Experience zou de stofzuiger tijd besparen en was hij geschikt voor de vloer van de autogarage. Bij gebruik van het apparaat bleek echter dat deze niet langer dan drie minuten aaneengesloten in werking kon zijn, daarna moest gewacht worden tot de machine weer gebruikt kon worden. Hiermee is het apparaat niet geschikt voor gebruik in de garage van Autoflex; het duurt op die manier te lang voordat de gehele vloer gereinigd is. Autoflex heeft daarover contact opgenomen met The Clean Experience en zij vertelde dat Autoflex het apparaat op een verkeerde manier gebruikte. Ze moest eerst stomen, dan wachten en daarna weer stomen. Dat is bij de demonstratie echter niet verteld. Autoflex heeft daarom ook gedwaald. In de tweede plaats laten bepaalde onderdelen (rubberafdichting) steeds los. Autoflex heeft met het oog op deze gebreken de overeenkomst op 19 januari 2019 ontbonden dan wel vernietigd op grond van dwaling.

5.De beoordeling

5.1.
Beoordeeld moet worden of Autoflex de achterstallige huurtermijnen en een schadevergoeding wegens de voortijdige beëindiging van de huurovereenkomst moet voldoen.
5.2.
De kantonrechter stelt op grond van hetgeen op de zitting over en weer is verklaard vast dat het probleem met de afdichtingsrubbers binnen een redelijke termijn is opgelost door The Clean Experience. De kapotte rubbers hebben dus geen tekortkoming en verzuim opgeleverd en op die grond kon Autoflex de overeenkomst niet ontbinden.
5.3.
Autoflex heeft verder aangevoerd dat zij de overeenkomst mocht ontbinden omdat de stofzuiger niet voldoet aan de overeenkomst en niet geschikt is voor haar garagevloer. Grenkefinance heeft verwezen naar de verklaringen van The Clean Experience, zoals opgenomen in de aantekeningen van de griffier van de zitting van 3 oktober 2019 in de procedure tussen Autoflex en The Clean Experience (overgelegd als productie 17 bij dagvaarding) en betwist dat de machine niet voldoet aan de overeenkomst. In die zittingsaantekeningen is te lezen dat dhr. [naam 2] van The Clean Experience tijdens de demonstratie van de stofzuiger voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst uitvoerig de werking van de stofzuiger en de mogelijkheden en onmogelijkheden daarvan ter sprake heeft gebracht. Autoflex heeft daar onvoldoende tegen ingebracht. De stelling van Autoflex dat de demonstratie slechts drie minuten duurde is ook betwist. Omdat Autoflex meent dat de stofzuiger niet aan de verwachtingen voldoet en ongeschikt is voor haar garagevloer, had het op haar weg gelegen om die stelling te onderbouwen, bijvoorbeeld met een verklaring van een deskundige op het gebied van dergelijke apparatuur. Autoflex heeft dat echter niet gedaan. Autoflex heeft aldus, gelet op de gemotiveerde betwisting door Grenkefinance, onvoldoende deugdelijk onderbouwd dat de stofzuiger niet voldeed aan de overeenkomst of dat er sprake is van onjuiste inlichtingen.
5.4.
Dat betekent dat Autoflex niet bevoegd was de overeenkomst te ontbinden. Op het voorgaande stuit ook het beroep van Autoflex op dwaling af. Autoflex heeft onvoldoende onderbouwd dat zij de overeenkomst is aangegaan onder invloed van een onjuiste voorstelling van zaken.
5.5.
De discussie tussen partijen of Autoflex Grenkefinance kan aanspreken op gebreken aan het gehuurde object of dat zij daarvoor bij The Clean Experience moet zijn, behoeft gezien het bovenstaande geen bespreking.
5.6.
Uit het voorgaande volg dat Autoflex gehouden was de huurtermijnen te blijven voldoen. Autoflex is echter, met ingang van januari 2019, gestopt met betalen van de huurtermijnen. Grenkefinance heeft vervolgens, na vergeefse aanmaningen en betalingsverzoeken, op haar beurt de overeenkomst ontbonden. Naar het oordeel van de kantonrechter is Grenkefinance op terechte gronden overgegaan tot ontbinding. Autoflex is immers tekortgeschoten in de nakoming van haar huurbetalingsverplichtingen over een periode van drie maanden, en dat rechtvaardigt een ontbinding van de overeenkomst.
5.7.
Op grond van artikel 11 van de algemene voorwaarden kan Grenkefinance naast de achterstallige huurtermijnen in het geval van ontbinding wegens niet-betaling, aanspraak maken op de toekomstige huurtermijnen, door Grenkefinance onbetwist begroot op € 4.898,49 inclusief btw (onder aftrek van bespaarde rente). Dat betekent dat naast de achterstallige huurtermijnen (€ 455,18 inclusief btw) de toekomstige huurtermijnen tot aan de datum van ontbinding door Grenkefinance in beginsel toewijsbaar zijn.
5.8.
Autoflex heeft een beroep gedaan op matiging van het gevorderde schadebedrag (de toekomstige huurtermijnen). Uitgangspunt is dat de rechter de bevoegdheid tot matiging terughoudend moet hanteren. Matiging is mogelijk ‘indien de billijkheid dit klaarblijkelijk eist’. Hiervan is sprake als de onverkorte toepassing van het boetebeding in de gegeven omstandigheden zal leiden tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat. Dat is niet zonder meer het geval. Het is op zich namelijk geoorloofd om overeen te komen dat de schade zal bestaan uit de toekomstige huurtermijnen. De enkele omstandigheid dat de schade en de boete uiteenlopen is onvoldoende grond voor matiging. De kantonrechter is van oordeel dat Autoflex het beroep op matiging onvoldoende heeft onderbouwd. Zij heeft slechts gesteld dat het moeilijke tijden zijn voor een onderneming als Autoflex en dat de stoomextractie-stofzuiger inmiddels is geretourneerd. Dat is echter onvoldoende grond voor matiging. De kantonrechter ziet in de gegeven omstandigheden van het geval, ook overigens, geen aanleiding het schadebedrag te matigen.
5.9.
Op de zitting is aan de orde gekomen dat de geretourneerde stoomextractie-stofzuiger door Grenkefinance aan een opkoper is verkocht en tussen de € 50,- à € 100,- heeft opgebracht. De kantonrechter is van oordeel dat een bedrag van € 100,- (als geschat en redelijk te achten bedrag) voor genoten voordeel in mindering moet worden gebracht op de schadevergoeding. Aldus is aan schadevergoeding een bedrag van € 4.798,49 toewijsbaar.
5.10.
Het voorgaande betekent dat in hoofdsom toegewezen zal worden een bedrag van € 5.253,67.
5.11.
Tegen de gevorderde wettelijke handelsrente is geen afzonderlijk verweer gevoerd. Het berekende bedrag van € 8,01 over de achterstallige huurtermijnen, berekend tot 18 maart 2019 zal worden toegewezen, evenals de daarna verschenen rente tot de dag van betaling. De wettelijke
handelsrente over de schadevergoeding van € 4.798,49 kan echter niet worden toegewezen. De wettelijke handelsrente ziet op de vertraging van de voldoening van een geldschuld ter zake de levering van goederen of diensten en niet op een (contractuele) schadevergoeding wegens ontbinding. Wel is over dit bedrag het mindere, te weten de wettelijke rente, toewijsbaar vanaf 18 maart 2019.
5.12.
Grenkefinance maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Grenkefinance heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat zij buitengerechtelijke inspanningen heeft geleverd om tot incasso van haar vordering te komen. De daardoor veroorzaakte kosten komen tot een bedrag van € 637,68 voor vergoeding in aanmerking, gelet op het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief en de hoogte van de toe te wijzen hoofdsom. Voor een aparte vergoeding van € 100,- aan incassokosten is geen plaats nu deze worden geacht begrepen te zijn in het hiervoor toegewezen bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten.
5.13.
De proceskosten komen voor rekening van Autoflex, omdat zij ongelijk krijgt. Daarbij wordt Autoflex ook veroordeeld tot betaling van € 124,- aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door Grenkefinance worden gemaakt. De gevorderde rente over de proceskosten en de nakosten zal worden toegewezen ingaande de 15e dag na de datum van betekening van dit vonnis.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt Autoflex hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, tot betaling aan Grenkefinance van € 5.899,36, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 455,18 vanaf 18 maart 2019 tot aan de dag van de gehele betaling en te vermeerderen met de wettelijke rente over € 4.798,49 vanaf 18 maart 2019 tot aan de dag van betaling;
6.2.
veroordeelt Autoflex, hoofdelijk als voormeld, tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Grenkefinance tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 91,41
griffierecht € 499,00
salaris gemachtigde € 622,00;
6.3.
veroordeelt Autoflex, hoofdelijk als voormeld, tot betaling van € 124,- aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door Grenkefinance worden gemaakt;
6.4.
veroordeelt Autoflex, hoofdelijk als voormeld, tot betaling van de wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten ingaande de 15e dag na de datum van betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.6.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H. Lips en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter