Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De op te leggen sanctie
7.Beslag
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
€ 160,- per dag inclusief btw is, dat 34 dagen wel een lange periode is, waarbij er geen bewijs is dat hij daadwerkelijk niet heeft kunnen werken, nu dit niet uit zijn fysieke letsel blijkt en mogelijk geestelijk letsel niet is onderbouwd. De raadsman verzoekt tot niet-ontvankelijkverklaring op dit punt.
€ 500,- zou moeten worden vastgesteld.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
14 (veertien) maanden.
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 6.069,95(zegge: zesduizend negenenzestig euro en vijfennegentig cent), bestaande uit € 5.069,95 als vergoeding voor de materiële en € 1.000,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 4 augustus 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 1] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.