ECLI:NL:RBNHO:2021:12958

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 januari 2021
Publicatiedatum
2 augustus 2024
Zaaknummer
C/15/286876 / HA ZA 19-244
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eindvonnis inzake schadevergoeding wegens oneerlijke verdeling van boekingen van vakantiewoningen

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Noord-Holland, hebben eisers [eiser 1] en [eiser 2] een vordering ingesteld tegen de besloten vennootschappen Mosch Holding en Anzelhoef Beheer. De vordering betreft schadevergoeding wegens een vermeende oneerlijke verdeling van boekingen van vakantiewoningen. De rechtbank heeft eerder, op 4 maart 2020, een tussenvonnis gewezen waarin Anzelhoef Beheer werd veroordeeld om bepaalde informatie te verstrekken aan de eisers. De eisers stelden dat de ontvangen informatie ontoereikend was om te beoordelen of de verdeling van de verhuuraanvragen correct was verlopen. Ze voerden aan dat Mosch Holding en Anzelhoef Beheer informatie hadden achtergehouden die noodzakelijk was voor hun vordering.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat Anzelhoef Beheer voldoende informatie heeft verstrekt en dat de eisers niet hebben aangetoond dat zij structureel of onevenredig benadeeld zijn. De rechtbank oordeelde dat een eerlijke verdeling van verhuuraanvragen niet betekent dat elke vakantievilla een gelijke verhuuromzet genereert. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een toerekenbare tekortkoming of onrechtmatig handelen van de gedaagden, en wees de vordering tot schadevergoeding af. Tevens werden de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rolnummer: C/15/286876 / HA ZA 19-244
Vonnis van 27 januari 2021
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[eiser 2],
wonende te [woonplaats] ,
3.
[eiser 3],
wonende te [woonplaats] ,
4.
[eiser 4],
wonende te [woonplaats] ,
eisers,
advocaat mr. E. Hoekstra te Alkmaar,
tegen

1.de besloten vennootschap TH.W. MOSCH HOLDING B.V.,

gevestigd te Sint Maartenszee,
2. de besloten vennootschap
ANZELHOEF BEHEER B.V.,
gevestigd te Sint Maartenszee,
gedaagden,
advocaat mr. A. Glijnis te Alkmaar.
Eisers worden gezamenlijk [eisers] genoemd. Afzonderlijk wordt eiser sub 1 hierna [eiser 1] genoemd, eiser sub 2 [eiser 2] en eisers sub 3 en 4 (gezamenlijk) [eisers sub 3 en 4] . Gedaagden zullen hierna Mosch Holding en Anzelhoef Beheer genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het vonnis van 4 maart 2020;
  • de akte van [eisers] met productie 35;
  • de doorhaling van de zaak van [eisers sub 3 en 4] ;
  • de akte van een Mosch Holding en Anzelhoef Beheer met productie 42;
  • de akte van [eiser 1] en [eiser 2] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Inmiddels is de zaak voor zover deze betreft de resterende vorderingen van [eisers sub 3 en 4] doorgehaald. De rechtbank moet daarom alleen nog een beslissing nemen over de vordering tot schadevergoeding van [eiser 1] en [eiser 2] .
2.2.
De rechtbank heeft op 4 maart 2020 een vonnis gewezen. Dat vonnis is deels een eindvonnis. In dat vonnis is Anzelhoef Beheer veroordeeld om aan [eisers] af te geven de bescheiden waaruit betreffende de jaren 2015, 2016 en 2017 blijkt, per week, het aantal aanvragen en boekingen voor recreatievilla’s van het type dat [eisers] in eigendom heeft, met daarbij de vermelding van het aantal boekingen waarvan de verhuuraanvraag niet gebonden was aan een bepaalde recreatievilla en de wijze waarop die verhuuraanvragen zijn verdeeld.
Waar het betreft de vordering van [eisers] tot betaling van schadevergoeding wegens ten onrechte misgelopen huurinkomsten, is dat vonnis een tussenvonnis en kreeg [eisers] de gelegenheid zich na ontvangst van de genoemde bescheiden uit te laten over zijn vordering.
2.3.
Dat hebben [eiser 1] en [eiser 2] gedaan. Zij stellen echter, kort gezegd, dat de informatie die zij bij brief met bijlagen van 14 mei 2020 van Anzelhoef Beheer hebben ontvangen ontoereikend is om een oordeel te kunnen vellen over de vraag of de verdeling van de verhuuraanvragen in de jaren 2015, 2016 en 2017 correct is verlopen. Daartoe voeren zij aan dat Mosch Holding eigenaar is van 13 van de 31 recreatievilla’s op park Anzelhoef en dat Mosch Holding en Anzelhoef Beheer een deel van de informatie met een beroep op de AVG (Algemene verordening gegevensbescherming) hebben achtergehouden. Dit terwijl dat beroep waar het betreft de recreatievilla’s van Mosch Holding niet opgaat. Verder betogen [eiser 1] en [eiser 2] dat niet valt in te zien hoe er met omzetinformatie per recreatievilla, dan wel nummers van recreatievilla’s, persoonsgegevens zouden worden prijsgegeven, althans dat privacy-rechten zouden worden geschonden.
Over de wijze van verdeling van de verhuuraanvragen stellen Mosch Holding en Anzelhoef Beheer dat op de aangeleverde omzetoverzichten de recreatievilla’s met de meeste omzet onderaan staan vanwege een algoritme dat er toentertijd voor zorgde dat de recreatievilla met de meeste omzet onderaan in een verhuurpoule kwam te staan en dat daarmee werd bewerkstelligd dat verhuuraanvragen (automatisch) aan recreatievilla’s met lagere omzetten zouden worden toegekend. Echter, iedere informatie over het algoritme ontbreekt en met de aangeleverde informatie is niet eens te verifiëren of de recreatievilla’s met de hoogste omzet daadwerkelijk onderaan de omzetoverzichten staan. [eiser 1] en [eiser 2] vinden dat Mosch Holding en Anzelhoef Beheer nadere informatie over de omzetcijfers per recreatievilla moeten verschaffen over de jaren 2015 - 2017. Dit afgezet tegen de verhuurdagen per recreatievilla per betreffend jaar.
Mosch Holding en Anzelhoef Beheer zijn het niet met [eiser 1] en [eiser 2] eens. Zij stellen, kort samengevat, dat de verstrekte informatie voldoende is en dat daaruit blijkt dat [eiser 1] en [eiser 2] niet worden benadeeld.
2.4.
De rechtbank is met Mosch Holding en Anzelhoef Beheer van oordeel dat Anzelhoef Beheer voldoende informatie heeft verstrekt aan [eiser 1] en [eiser 2] om te kunnen beoordelen of de huuraanvragen op oneerlijke wijze zijn verdeeld. Daartoe roept de rechtbank in herinnering dat op Anzelhoef Beheer geen algemene verplichting rust om rekening en verantwoording af te leggen over alle aanvragen, de aanvraagverdeling en de huurinkomsten betreffende de verhuur van de recreatievilla’s. [eiser 1] en [eiser 2] hebben slechts een direct en concreet belang bij het verkrijgen van inzicht in de wijze waarop verhuuraanvragen door Anzelhoef Beheer zijn verdeeld (r.o. 4.11.4 en 4.11.6 van het vonnis van 4 maart 2020).
2.5.
Anders dan [eiser 1] en [eiser 2] lijken te veronderstellen betekent een eerlijke verdeling van verhuuraanvragen niet dat de per vakantievilla een gelijke verhuuromzet wordt gegenereerd of dat iedere vakantievilla voor een gelijk aantal dagen/weken per jaar wordt verhuurd. Immers, de verhuurbaarheid en verhuuropbrengst worden mede bepaald door (i) de beschikbaarheid voor verhuur, die per eigenaar verschilt, (ii) de periode waarop de verhuuraanvragen betrekking hebben, die per periode verschilt, en (iii) eventuele voorkeuren van huurder voor een bepaalde vakantievilla. Bovendien kan het voorkomen dat, bijvoorbeeld, toedeling van een verhuuraanvraag voor een kortere periode (bv. een week) plaatsvindt aan een bepaalde vakantievilla zodat een andere vakantievilla beschikbaar blijft voor het geval later een verhuuraanvraag komt voor een langere periode (bv. twee weken). Dat bij het uitblijven van die latere verhuuraanvraag een vakantievilla onverhuurd blijft, maakt op zich niet dat van een oneerlijke verdeling sprake is. Anzelhoef Beheer heeft binnen bepaalde grenzen enige ruimte daarin keuzes te maken, zolang een bepaalde villaeigenaar daardoor niet structureel of onevenredig wordt bevoor- of benadeeld.
2.6.
Het was voor [eiser 1] en [eiser 2] goed mogelijk op basis van de door Anzelhoef Beheer aangeleverde overzichten van verhuurde villa’s te beoordelen of bepaalde villa’s structureel of onevenredig meer of minder worden verhuurd dan andere villa’s. Daarvoor hebben zij echter geen enkel aanknopingspunt gegeven. De enkele stelling dat binnen twee jaar sprake is van een afname van bijna 40 procent omzet van recreatievilla nummer 22 zegt hierover nog niets. [eiser 1] en [eiser 2] hebben nagelaten hun vordering tot schadevergoeding nader te onderbouwen. De conclusie is dat Mosch Holding en Anzelhoef Beheer niet toerekenbaar tekort zijn geschoten en/of onrechtmatig jegens [eiser 1] en [eiser 2] hebben gehandeld en dat er geen grond is Mosch Holding en Anzelhoef Beheer te veroordelen tot schadevergoeding wegens door [eiser 1] en [eiser 2] misgelopen verhuurvergoedingen.
2.7.
Omdat er geen sprake is van een toerekenbare tekortkoming of onrechtmatig handelen van Mosch Holding en Anzelhoef Beheer, is er evenmin grond om hen te veroordelen tot betaling van schadevergoeding wegens gemaakte buitengerechtelijke incassokosten.
2.8.
Nu zowel [eiser 1] en [eiser 2] als Mosch Holding en Anzelhoef Beheer op onderdelen in het gelijk zijn gesteld, ziet de rechtbank aanleiding de proceskosten te compenseren in die zin dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
wijst de resterende vorderingen af,
3.2.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf en in het openbaar uitgesproken op 27 januari 2021. [1]

Voetnoten

1.type: JG