ECLI:NL:RBNHO:2021:12923

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 november 2021
Publicatiedatum
5 juli 2023
Zaaknummer
8996471
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verzoeken tot vernietiging en vaststelling van nietigheid van besluiten van de Vereniging van Eigenaars

In deze zaak hebben de verzoekers, beiden eigenaar van een appartementsrecht in het appartementencomplex ‘Huis Spierdijk’ te Spierdijk, een verzoekschrift ingediend bij de kantonrechter. Het verzoek betreft de nietigheid en vernietiging van besluiten genomen door de Vereniging van Eigenaars (VvE) op 5 november 2020 en 31 december 2020. De verzoekers stellen dat de besluiten nietig zijn omdat fundamentele regels zijn geschonden bij de totstandkoming ervan, waaronder de oproepingstermijnen en de mogelijkheid voor leden om vragen te stellen. De VvE heeft verweer gevoerd en stelt dat de verzoekers niet-ontvankelijk moeten worden verklaard vanwege termijnoverschrijding en omdat het verzoek niet tegen de VvE maar tegen natuurlijke personen is gericht.

De kantonrechter heeft de verzoeken beoordeeld en geconcludeerd dat de verzoekers niet-ontvankelijk zijn in hun verzoeken. De verzoeken tot vernietiging zijn te laat ingediend, aangezien het verzoek op 28 januari 2021 is ingediend, meer dan een maand na het besluit van de VvE van 5 november 2020. Daarnaast is er geen sprake van een geldig besluit van de VvE op 31 december 2020, omdat er geen formele vergadering heeft plaatsgevonden. De verzoekers zijn ook niet-ontvankelijk verklaard in hun verzoek tot vaststelling van de nietigheid van de besluiten, omdat er geen samenhang is met een verzoek tot vernietiging. De proceskosten zijn voor rekening van de verzoekers, die ongelijk hebben gekregen. De beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. B. Voogd en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./repnr.: 8996471 \ EJ VERZ 21-28 (rvk)
Uitspraakdatum: 23 november 2021
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[verzoeker 1]
[verzoeker 2]
beiden wonende te [woonplaats]
verzoekende partijen
verder gezamenlijk te noemen: [verzoekers]
gemachtigde: R.A. Reijnen, advocaat te Hoorn
tegen

1.de vereniging Vereniging van eigenaars Huis van Diepen te Spierdijk

gevestigd te Spierdijk
2.
[verweerder 1]
wonende te [woonplaats]
3.
[verweerder 2]
wonende te [woonplaats]
verwerende partijen
verder te noemen: De VvE, [verweerder 1] en [verweerder 2]
gemachtigde: mr. N. Lubach, advocaat te Alkmaar
belanghebbende:
Adrianus Gerardus Maria Groot
verder te noemen: Groot

1.Het procesverloop

1.1.
[verzoekers] hebben een verzoekschrift ingediend, ter griffie ingekomen op 28 januari 2021. De VvE heeft een verweerschrift ingediend. [verzoekers] hebben op 9 september 2021 een herziene versie van hun verzoek ingediend waarbij ook de gronden zijn aangevuld en de verzoeken zijn vermeerderd.
1.2.
Op 27 oktober 2021 heeft een zitting plaatsgevonden. Dhr. [verzoeker 1] is in persoon verschenen, vergezeld door de gemachtigde. Namens de VvE zijn verschenen [verweerder 2] , [betrokkene 2] en [betrokkene 3] , vergezeld door de gemachtigde. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting hebben [verzoekers] bij brief van 13 oktober 2021 nog een document toegezonden.

2.De feiten

2.1.
[verzoekers] zijn eigenaar van een appartementsrecht in het appartementencomplex ‘Huis Spierdijk’ te Spierdijk ( [adres] ). Als eigenaar zijn zij van rechtswege lid van de VvE.
2.2.
Op 29 oktober 2020 is op initiatief van het bestuur van de VvE een algemene ledenvergadering gehouden. Deze vergadering is in verband met de corona-maatregelen niet fysiek gehouden, maar er is per e-mail gecommuniceerd. De uitnodiging voor deze vergadering is op 2 september 2020 verstuurd.
2.3.
Op de vergadering is voorgesteld om [betrokkene 3] tot voorzitter van de VvE te benoemen. De leden zijn in de gelegenheid gesteld om hun keuze kenbaar te maken middels het terugsturen van het stembiljet uiterlijk 4 november 2020.
2.4.
Op 5 november 2020 is de uitslag van de stemming per e-mail aan de leden van de VvE kenbaar gemaakt. In de mail staat onder meer dat de uitkomst van de stemming er toe leidt dat [betrokkene 3] tot voorzitter van de VvE is benoemd.

3.Het verzoek

3.1.
[verzoekers] verzoeken, na vermeerdering en herziening van hun verzoeken, dat de kantonrechter:
I. voor recht verklaart dat de besluiten van de VvE van 5 november 2020 en 31 december 2020 nietig zijn,
subsidiair:
de besluiten van de VvE van 5 november 2020 en 31 december 2020 vernietigt;
II. de VvE beveelt om alle administratie en financiële bescheiden van de VvE die betrekking hebben op het jaar 2018, aan [verzoekers] te verstrekken, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag;
III. de VvE beveelt om rekening en verantwoording af te leggen over het beheer van de financiële zaken van de VvE over het jaar 2018 en de transacties die in alinea 34 en 37 van het verzoekschrift zijn aangehaald en dat zij daarbij de redenen en de omvang van de gedane overboekingen en contante opnamen geeft, de uitgaven nader documenteert aan de hand van bonnetjes, facturen en/of aankoopbewijzen en middels schriftelijke stukken aantoont dat de leden van de VvE hebben ingestemd met de gedane overboekingen en contante opnamen, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag;
IV. de VvE veroordeelt in de kosten van deze procedure en te bepalen dat bij het omslaan van deze kosten over de leden van de VvE [verzoekers] daarvan uitgezonderd worden.
3.2.
[verzoekers] leggen aan dit verzoek ten grondslag dat de op 5 november 2020 en 31 december 2021 genomen besluiten vernietigbaar zijn omdat bij de totstandkoming fundamentele regels zijn geschonden. Er is geen sprake geweest van een correcte oproeping met inachtneming van de juiste termijn en tijdens de vergadering zijn de leden niet in de gelegenheid gesteld om schriftelijk of elektronisch vragen te stellen. Bovendien is er feitelijk steeds geen sprake van een vergadering geweest omdat er alleen per e-mail is gecommuniceerd. De vergadering werd voorts bijgewoond door twee personen die geen appartementseigenaar zijn en dus ook geen lid van de VvE zijn. Tot slot moet aangenomen worden dat de besluiten niet met de vereiste meerderheid van stemmen genomen zijn.
3.3.
De besluiten zijn voorts nietig omdat niet bij de totstandkoming fundamentele regels zijn geschonden. De besluiten zijn immers genomen in strijd met de Wet Covid-19 Justitie & Veiligheid en diverse artikelen uit het Modelreglement (artikel 45 leden 5 en 8; artikel 50 lid 1 en artikel 53 lid 8).
3.4.
Op grond van artikel 5:135 juncto artikel 2:48 BW is het bestuur van de VvE gehouden om rekening en verantwoording af te leggen over het gevoerde beheer binnen de VvE en de wijze waarop de administratie binnen de VvE is gevoerd. Het bestuur van de VvE geeft echter 1) geen inzicht in de administratie van de VvE over het jaar 2018; de VvE legt 2) geen rekening en verantwoording over het jaar 2018 af en 3) de VvE legt geen, dan wel op ondeugdelijke wijze, rekening en verantwoording af ter zake de in alinea 34 en 37 van het verzoekschrift vermelde transacties.

4.Het verweer

4.1.
Het oorspronkelijk verzoek is niet tegen de VvE gericht maar tegen natuurlijke personen niet in hun hoedanigheid als bestuurder; [verzoekers] moeten daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.
4.2.
[verzoekers] moeten voorts niet-ontvankelijk worden verklaard in hun verzoek vanwege de overschrijding van de termijn van één maand na kennisname van het besluit. Het verzoek is ingediend op 28 januari 2021 en dat is meer dan een maand na het besluit van de VvE van 5 november 2020. De vergaderingen van 26 november 2020 en 31 december 2020 zijn niet uitgeschreven door (het bestuur van) de VvE maar zijn gehouden op initiatief van [verzoekers] en wat daar is besproken kan dus niet als een besluit van de VvE gelden.
4.3.
De verzoeken tot het vaststellen van de nietigheid van de besluiten en het afleggen van rekening en verantwoording behoren tot de bevoegdheid van de rechtbank en in die verzoeken zijn [verzoekers] eveneens niet-ontvankelijk. Er is geen sprake van samenhang tussen de verzoeken die dat anders maakt.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter leest het herziene verzoek van [verzoekers] zo dat met dat herziene verzoekschrift het petitum uit het eerste, op 28 januari 2021 ingediende verzoek, is aangepast. De verzoeken tot vernietiging dan wel het vaststellen van de nietigheid, richten zich dus op de gestelde besluiten van de VvE van 5 november en 31 december 2020.
5.2.
Hoewel niet expliciet in het eerste verzoek uitgeschreven, blijkt uit de bewoordingen van dit verzoek voldoende duidelijk dat het verzoek zich richt tegen de VvE. Ook blijkt, in afwijking van de aanhef, dat het herziene verzoek zich niet richt tegen [verweerder 2] en [verweerder 2] , maar alleen tegen de VvE. In het lichaam en het petitum van het verzoek staan immers alleen verzoeken jegens de VvE geformuleerd en niet tegen [verweerder 1] en [verweerder 2] , ook niet in hun hoedanigheid van bestuurder van de VvE. [verzoekers] zullen in hun verzoeken tegen [verweerder 1] en [verweerder 2] niet-ontvankelijk worden verklaard.
Ontvankelijkheid kantonrechter
5.3.
Tot de bevoegdheid van de kantonrechter behoren verzoeken tot het vernietigen van besluiten van de VvE (artikel 5:130 BW). Een vordering tot het vaststellen van de nietigheid van een besluit van de VvE behoort tot de competentie van de rechtbank. In een verzoekschrift kunnen gelijktijdig een vordering tot het vaststellen van de nietigheid als een verzoek tot vernietiging worden ingediend, mits tussen de vordering en het verzoek voldoende samenhang bestaat [1] . Zaken betreffende rekening en verantwoording door de VvE dienen bij vordering aan de rechtbank te worden voorgelegd.
5.4.
[verzoekers] verzoeken dat de nietigheid van de besluiten van de VvE van 5 november 2020 en 31 december 2020 vastgesteld wordt, subsidiair dat die besluiten vernietigd worden. Ook verzoeken [verzoekers] te bepalen dat rekening en verantwoording afgelegd moet worden.
5.5.
Ten aanzien van een verzoek tot vernietiging geldt op grond van artikel 5:130 lid 2 BW dat dit verzoek moet worden gedaan binnen een maand na de dag waarop de verzoeker van het besluit heeft kennis genomen of heeft kunnen kennis nemen.
5.6.
De kantonrechter is van oordeel dat waar het gaat om het besluit van 5 november 2020 niet voldaan is aan dit vereiste. Het verzoek van [verzoekers] is op 28 januari 2021 ingekomen.
5.7.
Het verzoek van [verzoekers] richt zich ook op de vernietiging van een besluit dat zou zijn genomen op 31 december 2020. Om tot vernietiging van een besluit te komen, moet wel eerst komen vast te staan dat sprake is van een besluit dat is genomen door de Algemene Ledenvergadering van de VvE. De kantonrechter stelt op basis van de stukken en de stellingen van partijen vast dat op die datum geen door het bestuur van de VvE uitgeschreven vergadering heeft plaatsgevonden, maar dat die dag op initiatief van [verzoekers] een informele vergadering en stemming is gehouden om ‘de stemming onder de leden te peilen’. Een vergadering moet op grond van artikel 5:127 lid 2 uitgeschreven worden door ofwel de voorzitter ofwel het bestuur van de VvE. Daarvan is echter geen sprake, zodat ook geen sprake kan zijn van een besluit dat is genomen op een Algemene Ledenvergadering van de VvE. Er valt dus niets te vernietigen zodat het verzoek alleen gericht kan zijn op de vernietiging van het besluit van 5 november 2020 en daarmee zijn [verzoekers] te laat. De conclusie is dat [verzoekers] niet-ontvankelijk zijn in hun verzoeken tot vernietiging.
5.8.
[verzoekers] verzoeken ook dat de nietigheid van de besluiten vastgesteld wordt. De kantonrechter kan op een dergelijk verzoek beslissen maar dan moet er wel sprake zijn van samenhang met een verzoek tot vernietiging. [verzoekers] hebben gelijktijdig een verzoek tot vernietiging ingediend, maar daarin zijn zij vanwege termijnoverschrijding niet-ontvankelijk. Dit leidt er toe dat van samenhang geen sprake kan zijn en het is in strijd met de regels van de bevoegdheid van de kantonrechter om een verzoek tot vaststellen van de nietigheid te behandelen terwijl de behandeling van een verzoek tot vernietiging niet aan de orde is. Ook in hun verzoek tot vaststellen van de nietigheid van de besluiten van de VvE zijn [verzoekers] dus niet-ontvankelijk.
5.9.
De verzoeken van [verzoekers] dat de VvE bevolen wordt financiële bescheiden over het jaar 2018 te verstrekken en rekening en verantwoording over het jaar 2018 en diverse andere financiële posten, af te leggen, behoren tot de competentie van de rechtbank. Van samenhang kan, om eenzelfde redenering als hiervoor, geen sprake zijn. Ook hier zijn [verzoekers] niet-ontvankelijk.
5.10.
De conclusie is dat [verzoekers] niet-ontvankelijk zijn in hun verzoeken.
5.11.
De proceskosten komen voor rekening van [verzoekers] omdat zij ongelijk krijgen.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
verklaart [verzoekers] niet-ontvankelijk in hun verzoeken;
6.2.
veroordeelt [verzoekers] tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de VvE, [verweerder 1] en [verweerder 2] worden vastgesteld op een bedrag van € 498,- aan salaris van de gemachtigde van de VvE, [verweerder 1] en [verweerder 2] ;
6.3.
verklaart de veroordeling in deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. B. Voogd en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Hof `s-Hertogenbosch 17 juli 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:2183