ECLI:NL:RBNHO:2021:12673

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 januari 2021
Publicatiedatum
24 februari 2022
Zaaknummer
9512070 \ WM VERZ 21-556
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Matiging van boete in bestuursrechtelijke procedure wegens financiële omstandigheden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, uitspraak gedaan op 28 januari 2022 in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De zaak betreft een boete die is opgelegd voor het handelen in strijd met een gesloten verklaring voor bepaalde categorie voertuigen. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 18 januari 2022, waar zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig waren, heeft de kantonrechter de zaak behandeld.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene meerdere boetes had ontvangen voor het oprijden van de Busbrug de Binding, welke gedragingen als aparte overtredingen moeten worden beschouwd. Hoewel de boete terecht was opgelegd, heeft de kantonrechter besloten om, rekening houdend met de persoonlijke financiële omstandigheden van betrokkene, de boete te matigen tot 50%. Dit leidde tot een gedeeltelijk gegrond beroep, waarbij de beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd. De kantonrechter heeft de boete vastgesteld op € 70,00, met handhaving van de administratiekosten, en bepaald dat het te veel betaalde bedrag aan betrokkene moet worden terugbetaald.

De uitspraak is openbaar gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, en de mogelijkheid tot hoger beroep is aangegeven, waarbij betrokkene binnen 6 weken na toezending van de uitspraak hoger beroep kan instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 9512070 \ WM VERZ 21-556
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 28 januari 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 18 januari 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen (met behulp van een digitale verbinding via MS Teams). Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: handelen in strijd met gesloten verklaring in beide richtingen weg(gedeelte) bestemd voor bepaalde categorie voertuigen.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter stelt vast dat aan betrokkene meerdere boetes zijn opgelegd voor het oprijden van Busbrug de Binding. Op zichzelf moeten deze gedragingen worden aangemerkt als aparte en te onderscheiden overtredingen van de geslotenverklaring, waarvoor ook telkens een sanctie kon worden opgelegd. De gedragingen hebben immers plaatsgevonden op verschillende tijdstippen. De boet is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet echter aanleiding om, gelet op de door betrokkene ter zitting aangevoerde persoonlijke financiële omstandigheden, de boete te matigen. De boete in deze zaak zal worden gematigd tot 50%.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot een bedrag van € 70,00 (met handhaving van de administratiekosten);
‒ bepaalt dat de officier van justitie het te veel betaalde bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft voldaan, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: