Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1] , wonende te [woonplaats]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
- € 1.200,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 20 maart 2017, althans vanaf datum ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 181,50 dan wel € 217,80 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.Het verweer
De beoordeling
.De vertraging van de voorafgaande vlucht werkt echter niet door op de vlucht in kwestie. Het vluchtrapport van vlucht OS372 noemt immers geen vertragingscode 93 (vertraging van de voorafgaande vlucht). De vervoerder heeft hiertoe voor het eerst bij dupliek toegelicht dat de aankomstvertraging van vlucht OS371 eenvoudig kon worden gecompenseerd door de ruime rotatietijd, tussen de vluchten. Alleen de vertraging ontstaan ten aanzien van de vlucht in kwestie is daarmee van belang. De passagiers stellen bij repliek dat uit de overgelegde slothistorie volgt dat de vervoerder zelf een latere Estimated Off Block Time (EOBT) heeft doorgegeven, te weten 09:38 uur UTC. Dit omdat het toestel het slot van 09: 34 uur UTC heeft gemist, waarna het door de luchtverkeersleiding opgelegde slot is gewijzigd van 09:34 uur UTC naar 10:06 uur UTC. Deze omstandigheid kan volgens de passagiers niet gelden als buitengewone omstandigheid. De kantonrechter begrijpt dat de EOBT het tijdstip is waarop de vervoerder aangeeft klaar te staan voor de uitvoering van de vlucht. De vervoerder heeft deze stelling van de passagiers onvoldoende gemotiveerd weersproken. Het wordt er dan ook voor gehouden dat de vertraging tussen 09:34 uur UTC (de laatste slottijd waarbij de vervoerder heeft aangegeven klaar te staan om 09:20 uur UTC) en 10:06 uur UTC (het slot opgelegd nadat de vervoerder zijn EOBT tijd heeft gewijzigd van 09:20 uur UTC naar 09:38 uur UTC) het gevolg is van de door de vervoerder doorgegeven latere EOBT tijd. Met de passagiers is de kantonrechter van oordeel dat ten aanzien hiervan geen sprake kan zijn van een buitengewone omstandigheid.
Omdat het primair gevorderde bedrag niet hoger is dan het volgens het Besluit berekende tarief, zullen de primair gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen, omdat niet is gesteld of gebleken dat deze kosten daadwerkelijk zijn betaald.
6.De beslissing
griffierecht € 231,00;
salaris gemachtigde € 374,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;