Uitspraak
1.Het procesverloop
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- mevrouw [A] , namens de Raad;
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 29 december 2021 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van een 8-jarige minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De kinderrechter heeft besloten om de minderjarige voor de duur van zes maanden onder toezicht te stellen van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. De beslissing is genomen op basis van zorgen over de ontwikkeling en geborgenheid van de minderjarige, die als kwetsbaar wordt beschouwd vanwege haar premature geboorte en ontwikkelingsachterstand. Er zijn signalen van overbescherming door de ouders en een zorgmijdende houding die de hulpverlening in het vrijwillig kader heeft bemoeilijkt.
De Raad voor de Kinderbescherming heeft het verzoek tot ondertoezichtstelling ingediend, omdat de ouders onvoldoende bereid en in staat zijn om de bedreigingen voor de ontwikkeling van de minderjarige weg te nemen. Tijdens de mondelinge behandeling is de moeder, bijgestaan door haar advocaat, verschenen, terwijl de vader niet ter zitting is verschenen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van huiselijk geweld tussen de ouders, wat ook invloed heeft op de minderjarige. Ondanks de liefde van de ouders voor hun kind, is er onvoldoende zicht op de thuissituatie en de noodzakelijke hulpverlening.
De kinderrechter heeft geoordeeld dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de ontwikkeling van de minderjarige te waarborgen en om de hulpverlening op gang te brengen. De kinderrechter heeft daarbij de korte termijn van zes maanden als passend beoordeeld, met de verwachting dat er binnen deze periode zicht komt op de situatie en dat de hulpverlening zal worden ingezet.