Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Vodafone Libertel B.V.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 december 2021 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De eiseres in verzet, die niet eerder op de zitting was verschenen, had zich verzet tegen een verstekvonnis van 28 mei 2008, waarbij zij was veroordeeld tot betaling aan Vodafone Libertel B.V. van een bedrag van € 4.119,53. De eiseres in verzet stelde dat zij nooit een overeenkomst met Vodafone had gesloten en dat de vordering onterecht was. Vodafone had de vordering gebaseerd op een overeenkomst voor telecommunicatiediensten, maar de eiseres betwistte de hoogte van het gevorderde bedrag en de grondslag van de vordering. De kantonrechter oordeelde dat het verzet te laat was ingesteld, omdat de eiseres in verzet op de hoogte was van het vonnis via de curator in haar faillissement. De termijn voor het instellen van verzet was verstreken, waardoor de kantonrechter de eiseres in verzet niet-ontvankelijk verklaarde. Tevens werd de eiseres in verzet veroordeeld in de proceskosten van Vodafone.