ECLI:NL:RBNHO:2021:12523

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 augustus 2021
Publicatiedatum
18 januari 2022
Zaaknummer
8472278 CV EXPL 20-3550
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake informatieplichten en consumentenrecht in een overeenkomst voor kluswerkzaamheden

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 4 augustus 2021 een tussenvonnis gewezen in een civiele procedure tussen Zoofy B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, vertegenwoordigd door NDA Incasso B.V., vorderde betaling van een openstaande factuur van € 281,95, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft in een eerder tussenvonnis van 6 januari 2021 de eisende partij in de gelegenheid gesteld om aan te tonen dat voldaan was aan de informatieverplichtingen zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek, met name artikelen 6:230m en 6:230v.

De eisende partij stelde dat de gedaagde partij zich op eigen initiatief had aangemeld voor kluswerkzaamheden en dat de benodigde informatie over de overeenkomst en de identiteit van de eisende partij beschikbaar was gesteld via de website. Echter, de kantonrechter oordeelde dat de eisende partij niet voldoende had aangetoond dat alle relevante informatie op duidelijke en begrijpelijke wijze was verstrekt aan de gedaagde partij. Dit betreft met name de informatie over het herroepingsrecht en de identiteit van de eisende partij.

De kantonrechter concludeerde dat de eisende partij niet voldeed aan de wettelijke informatieverplichtingen, wat leidde tot de gedeeltelijke vernietiging van de overeenkomst voor 25% van de verschuldigde prijs. De gedaagde partij werd veroordeeld tot betaling van € 251,46, inclusief proceskosten, en de eisende partij werd belast met de kosten voor de extra aktes die nodig waren in deze procedure. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en naleving van informatieverplichtingen in consumentenovereenkomsten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8472278 CV EXPL 20-3550
Uitspraakdatum: 4 augustus 2021
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap
Zoofy B.V.
te Vught
de eisende partij
gemachtigde: NDA Incasso B.V.
tegen
[gedaagde]
te [woonplaats]
de gedaagde partij
niet verschenen.

1.Het verdere procesverloop

1.1.
Op 6 januari 2021 heeft de kantonrechter een tussenvonnis gewezen. Voor het verloop van de procedure tot aan 6 januari 2021 wordt naar dit tussenvonnis verwezen.
1.2.
Bij akte van 3 maart 2021 heeft de eisende partij haar vordering nader toegelicht.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De eisende partij stelt – kort weergegeven – dat partijen een overeenkomst met betrekking tot het doortrekken van kabelwerk hebben gesloten. Volgens de eisende partij heeft de gedaagde partij de aan hem verzonden factuur (na aanmaning) onbetaald gelaten. De eisende partij vordert betaling van € 281,95, te vermeerderen met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Daarnaast vordert de eisende partij veroordeling van de gedaagde partij in de proceskosten en nakosten.
2.2.
In het tussenvonnis van 6 januari 2021 is de eisende partij in de gelegenheid gesteld om nader toe te lichten en te onderbouwen dat is voldaan aan de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 6:230m lid 1 sub b, c en h BW
,artikel 6:230v BW en artikelen 3:15d lid 1 en 2 en 6:227b lid 1 BW.
2.3.
De eisende partij stelt in haar akte dat de gedaagde partij zich op eigen initiatief op de website heeft gemeld met zijn klus. De identiteit, het adres en de contactgegevens van de eisende partij zal de gedaagde partij zelf via google of een andere bron hebben gevonden. Een en ander is ook te vinden onder het kopje ‘Neem contact op’, op de website.
Het ontbindingsrecht was destijds opgenomen onder de ‘Veelgestelde vragen’, de button ‘Bekijk status’ en in de algemene voorwaarden. Uit de verstrekte informatie blijkt dat een spoedklus als de onderhavige niet kosteloos geannuleerd kan worden. De eisende partij stelt dat zij thans doende is haar website op dit punt te verbeteren door de voorwaarden voor herroeping makkelijker vindbaar te maken en te benoemen in het aanvraagproces.
De gedaagde partij is door het aanvragen van de klus akkoord gegaan met de algemene voorwaarden.
2.4.
De aan de gedaagde partij verzonden bevestigingen voldoen volgens de eisende partij aan het bepaalde in artikel 6:230v lid 1 en 7 BW. De bestelknop is inmiddels aangepast. De eisende partij licht voorts toe dat de vakman haar heeft gemachtigd om als zijn vertegenwoordiger namens hem overeenkomsten te sluiten, betaling van de werkzaamheden te ontvangen en in en buiten rechte op te treden. Een en ander blijkt uit de algemene voorwaarden en is te vinden onder de kopjes ‘Veelgestelde vragen’ en ‘laat het ons dan via deze link weten’. Overal staat door verder te klikken uitgelegd hoe het platform werkt en welke rechten en plichten je als klant hebt. De eisende partij geeft bij de bevestiging van de klus slechts de naam en het telefoonnummer van de vakman. Meer acht de eisende partij op dat moment niet nodig.
2.5.
Uit de stellingen en toelichting daarop in de dagvaarding en de akte, en uit de overgelegde producties, blijkt naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende dat de eisende partij voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst, gedurende het online aanvraagproces, stap voor stap alle van toepassing zijnde informatie van artikel 6:230m lid 1 BW op duidelijke en begrijpelijke wijze aan de gedaagde partij heeft verstrekt. Dit geldt in ieder geval voor het herroepingsrecht, de identiteit en het geografische adres van de eisende partij. Met name onduidelijk is wat de functie/positie van de eisende partij is in het kader van de contractsluiting. Over de in te huren vakman worden nauwelijks gegevens verstrekt. Het (enkel) opnemen van de betreffende informatie in de algemene voorwaarden en onder aan te klikken kopjes op de website, volstaat niet. Dat (en hoe) is voldaan aan de in artikel 6:227b BW neergelegde precontractuele informatieverplichtingen, blijkt in het geheel niet.
2.6.
De kantonrechter kan evenmin vaststellen dat aan de gedaagde partij op duidelijke en begrijpelijke wijze alle in artikel 6:230m BW bedoelde informatie is verstrekt en/of op een duurzame gegevensdrager ter beschikking is gesteld zoals bedoeld in 6:230v BW. De als productie 1 overgelegde e-mailbevestigingen bevatten niet alle essentiële informatie.
2.7.
Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat niet (volledig) is voldaan aan de verplichtingen van artikelen 6:230m lid 1, 6:230v, 3:15d en 6:227b BW.
2.8.
Gelet op de jurisprudentie van het HvJ EU moet de kantonrechter aan de schending van de informatieverplichtingen gevolgen verbinden door passende maatregelen te nemen die de consument effectieve rechtsbescherming bieden. Die maatregelen moeten doeltreffend, afschrikwekkend en evenredig zijn. Met het oog op deze Europeesrechtelijke beginselen ziet de kantonrechter aanleiding om de overeenkomst gedeeltelijk te vernietigen, te weten voor 25% van de door de gedaagde partij verschuldigde prijs. Daarbij wordt (mede) toepassing gegeven aan de artikelen 3:40 en 3:41 BW, en/of aan de artikelen 6:193d en 6:193f BW, omdat de schending van de informatieverplichtingen ook een oneerlijke handelspraktijk is. Bij deze sanctionering neemt de kantonrechter mede in aanmerking dat de eisende partij onderbouwd heeft gesteld dat zij inmiddels haar aanvraagproces heeft aangepast en nog verder aan het aanpassen is, om ervoor te zorgen dat zij (in de toekomst) wel aan de wettelijke verplichtingen voldoet.
2.9.
Het voorgaande brengt met zich dat van de gevorderde hoofdsom van € 281,95, een bedrag van € 211,46 toewijsbaar is.
2.10.
Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is toewijsbaar volgens het wettelijke tarief dat hoort bij de hoofdsom waartoe de gedaagde partij kan worden veroordeeld, te weten een bedrag van € 40,00.
2.11.
De vordering tot vergoeding van de vervallen rente zal worden afgewezen, nu de eisende partij bij dagvaarding van een onjuist bedrag aan hoofdsom is uitgegaan. De eisende partij heeft hiermee over een te hoog bedrag aan hoofdsom vervallen rente berekend. De rente zal over de toewijsbare hoofdsom worden toegewezen vanaf de dag van de dagvaarding.
2.12.
De gedaagde partij wordt als de meest in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten belast. De kosten voor de genomen aktes blijven echter voor rekening van de eisende partij, aangezien het aan haarzelf te wijten is dat het nodig was deze extra aktes op te stellen. Daarbij wordt de gedaagde partij ook veroordeeld tot betaling van € 37,50 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door de eisende partij worden gemaakt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling aan de eisende partij van € 251,46, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 211,46 vanaf 8 april 2020 tot aan de dag van de gehele betaling;
3.2.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van de eisende partij tot en met vandaag vaststelt op:
€ 87,46 wegens dagvaardingskosten,
€ 124,00 wegens griffierecht en
€ 75,00 wegens salaris gemachtigde;
3.3.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van € 37,50 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door de eisende partij worden gemaakt;
3.4.
verklaart de veroordeling(en) in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I. de Greef en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter