ECLI:NL:RBNHO:2021:12517

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 november 2021
Publicatiedatum
18 januari 2022
Zaaknummer
HAA 21/3982
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep inzake omgevingsvergunning en ingebrekestelling

In deze zaak heeft eiseres op 22 april 2021 bezwaar gemaakt tegen de door verweerder verleende omgevingsvergunning van 1 april 2021. Eiseres heeft beroep ingesteld omdat verweerder volgens haar niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar. Verweerder heeft op 19 oktober 2021 stukken en een verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit op grond van artikel 8:54 van de Awb niet nodig was.

De rechtbank overweegt dat ingevolge artikel 6:2 van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit gelijkgesteld wordt. Eiseres heeft op 22 april 2021 haar bezwaarschrift ingediend, en verweerder had uiterlijk op 5 augustus 2021 moeten beslissen. Eiseres heeft verweerder op 15 juli 2021 in gebreke gesteld, maar de rechtbank concludeert dat verweerder op dat moment nog niet in gebreke was. Hierdoor is de ingebrekestelling niet geldig volgens artikel 6:12 van de Awb, wat leidt tot de conclusie dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.

De rechtbank heeft geen omstandigheden gevonden die zouden leiden tot een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. E. Jochem, rechter, en is openbaar uitgesproken op 25 november 2021. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 21/3982

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 november 2021 in de zaak tussen

[eiseres], te [woonplaats], eiseres

(gemachtigde: mr. T.J. Smittenaar-van der Geer),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer, verweerder.

Inleiding

Eiseres heeft op 22 april 2021 bezwaar gemaakt tegen de door verweerder verleende omgevingsvergunning van 1 april 2021.
Eiseres heeft beroep ingesteld omdat verweerder volgens haar niet op tijd heeft beslist op haar bezwaar van 22 april 2021.
Verweerder heeft op 19 oktober 2021 op de zaak betrekking hebbende stukken en een verweerschrift ingediend.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat op grond van artikel 8:54 van de Awb [1] in deze zaak niet nodig is.
2. Ingevolge artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb wordt voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep, het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit gelijkgesteld. Tegen het niet tijdig beslissen staat dan ook beroep bij de rechtbank open.
3. Ingevolge artikel 6:12, tweede lid, van de Awb kan het beroepschrift worden ingediend zodra:
a. het bestuursorgaan in gebreke is tijdig een besluit te nemen, en
b. twee weken zijn verstreken na de dag waarop belanghebbende het bestuursorgaan schriftelijk heeft medegedeeld dat het in gebreke is.
4. Eiseres heeft het bezwaarschrift ingediend op 22 april 2021. Verweerder moet binnen zes weken beslissen, gerekend vanaf het moment waarop de bezwaartermijn voorbij is. Omdat er een adviescommissie is, geldt in dit geval een termijn van twaalf weken. Dat staat in artikel 7:10 en 7:13 van de Awb. Verweerder had dus uiterlijk op 5 augustus 2021 moeten beslissen. De termijn waarbinnen verweerder moet beslissen is daarom voorbij.
5. Eiseres heeft verweerder op 15 juli 2021 in gebreke gesteld. Verweerder heeft de ingebrekestelling op 19 juli 2021 ontvangen.
6. Uit het vorenoverwogene blijkt echter dat verweerder op 19 juli 2021 nog niet in gebreke was te beslissen op het bezwaar. Nu er geen sprake is van een geldige ingebrekestelling zoals bedoeld in artikel 6:12 van de Awb is het beroep reeds hierom kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Van omstandigheden op grond waarvan een van de partijen zou moeten worden veroordeeld in de door de andere partij gemaakte proceskosten, is niet gebleken.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E. Jochem, rechter, in aanwezigheid van A.C. Karels, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 25 november 2021.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Algemene wet bestuursrecht