ECLI:NL:RBNHO:2021:12458

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 november 2021
Publicatiedatum
12 januari 2022
Zaaknummer
9455103 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Matiging van sancties bij meerdere overtredingen in het bestuursrecht

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 5 november 2021, is een beroep ingesteld door betrokkene tegen een administratieve sanctie die hem was opgelegd. De sanctie was het gevolg van het handelen in strijd met een gesloten verklaring in beide richtingen. De officier van justitie had het beroep van betrokkene ongegrond verklaard, waarna betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter. Tijdens de zitting was zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene meerdere sancties zijn opgelegd voor vergelijkbare gedragingen, die op zichzelf als aparte overtredingen kunnen worden aangemerkt. Echter, de kantonrechter oordeelt dat de opeenstapeling van sancties leidt tot een onevenredig hoog totaalbedrag. Daarom is het noodzakelijk om de sancties te matigen. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft tijdens de zitting voorgesteld om de boete te verlagen, wat de kantonrechter heeft overgenomen.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter het beroep gedeeltelijk gegrond verklaard en de beslissing van de officier van justitie gewijzigd, waarbij de boete is gematigd tot € 47,50. Tevens is bepaald dat het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan hem moet worden terugbetaald. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. S. Slijkhuis, kantonrechter, en de griffier. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 9455103 \ WM VERZ 21-481
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 5 november 2021
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 5 november 2021. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter stelt vast dat aan betrokkene meerdere sancties zijn opgelegd voor het handelen in strijd met gesloten verklaring. Op zichzelf moeten deze gedragingen worden aangemerkt als aparte en te onderscheiden overtredingen, waarvoor ook telkens een sanctie kan worden opgelegd. Een opeenstapeling van sancties leidt echter tot een onevenredig hoog totaalbedrag aan sancties. Gelet daarop is matiging van de sancties op zijn plaats. De kantonrechter zal, zoals de vertegenwoordiger van de officier van justitie ter zitting heeft voorgesteld, de boete matigen tot € 47,50.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot 47,50;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Slijkhuis, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: