Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 12 november 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van het niet op eerste vordering ter inzage afgeven van het rijbewijs. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 5 november 2021 waren zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de identiteit van de bestuurder van het voertuig niet was vastgesteld aan de hand van een geldig identiteitsbewijs. Echter, de verbalisanten hadden de naam, geboortedatum en -plaats van betrokkene genoteerd tijdens de staandehouding. Daarnaast was er een foto van betrokkene geraadpleegd via de RDW, die overeenkwam met de bestuurder. De kantonrechter concludeert dat de verbalisanten de identiteit van de bestuurder op zorgvuldige wijze hebben vastgesteld, en dat betrokkene degene is die de gedraging heeft verricht.
De kantonrechter heeft de pleegdatum van de gedraging gewijzigd van 10 april 2020 naar 11 april 2020, zoals voorgesteld door de officier van justitie. De overige gronden van betrokkene werden ongegrond verklaard, en de kantonrechter heeft de beslissing van de officier van justitie voor het overige ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. S. Slijkhuis, kantonrechter, en de griffier.