Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 19 november 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. De betrokkene was het niet eens met de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De zaak werd behandeld op de zitting van 12 november 2021, waar zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als de gemachtigde van de betrokkene aanwezig waren.
De kantonrechter overwoog dat de enkele opmerking van de ambtenaar dat hij in een burgervoertuig reed, onvoldoende was om te concluderen dat er geen reële mogelijkheid tot staandehouding was. De kantonrechter volgde het standpunt van de vertegenwoordiger van de officier van justitie en oordeelde dat de boete ten onrechte was opgelegd. De beslissing van de officier van justitie werd vernietigd, en de kantonrechter veroordeelde de officier van justitie tot vergoeding van de proceskosten van de betrokkene.
De kantonrechter bepaalde dat de proceskosten voor de fase van administratief beroep en de fase van beroep bij de kantonrechter samen € 1.282,00 bedragen. Dit bedrag zal door het Centraal Justitieel Incassobureau aan de gemachtigde van de betrokkene worden uitbetaald. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en de griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.