Een beroep op zelfrealisatie wordt door de Kroon getoetst aan het zogenoemde noodzaakvereiste: als de onteigende de door de onteigenaar voorziene ontwikkeling zelf en op eigen kosten kan realiseren op de wijze zoals door de onteigenaar wordt voorgestaan binnen de planning zoals de onteigenaar dat wenst, dan is onteigening niet noodzakelijk. De Kroon heeft in het KB overwogen dat het beroep op zelfrealisatie niet afdoet aan de noodzaak tot onteigening van de beoogde gronden. Daartoe heeft de Kroon het volgende overwogen:
“Vast staat dat de beschreven voorzieningen meer grond beslaan dan reclamante 1 [rb: Kennemerland Beheer] in eigendom heeft. Drie van de tien sportvelden, de parkeervoorzieningen en het aan te leggen groen liggen deels buiten het te onteigenen perceelsgedeelte. Reclamante 1 kan de bestemming daarom niet geheel op eigen grond realiseren. Anders dan reclamante 1 betoogt, zien Wij geen grond voor het oordeel dat de te onteigenen grond een afzonderlijk zelfstandig uit te voeren onderdeel vormt van het totale te realiseren sportpark, zoals het volgens het DSO door de gemeente is voorzien. Verder komt het standpunt van verzoeker [rb: de gemeente] dat het ondoelmatig is als de sportvelden deels door de ene en deels door een andere partij worden aangelegd, beheerd en onderhouden, Ons niet onjuist voor. Bovendien behelst de voorgestane wijze van planuitvoering, zoals neergelegd in het DSO, aan de noordzijde, oostzijde en in het midden een groene inrichting. Deze inrichting maakt deel uit van de Groene As, een ecologische verbindingszone tussen Amstelland en Spaarnwoude. Bij het ontwerp van de Groene As is het uitgangspunt om het deel langs de Spaarnwoudertocht in samenhang met de aanleg van het nieuwe sportpark De Veldpost te realiseren. Dit deel van de Groene As is namelijk direct verbonden met het sportpark en is gesitueerd tussen het sportpark en de bestaande infrastructuur en bebouwing van Badhoevedorp. Gelet op deze samenhang met de Groene As, die deels gaat overlopen in het sportpark, delen Wij het standpunt van verzoeker dat het vanuit een oogpunt van een doelmatige aanleg en beheer, alsmede van een integraal beheer, noodzakelijk is dat de gronden van reclamante 1 door de gemeente in één hand gehouden moeten worden. In dit verband verwijzen Wij naar bestendig beleid van de Kroon, zoals weergegeven in het KB van 17 november 2017, nr. 2017002004, Stcrt. 2017, nr. 69729 (Pijnacker-Nootdorp). Verder komt het standpunt van verzoeker Ons niet onjuist voor, dat het vanwege de maatschappelijke functie van de sportverenigingen en het belang van continuïteit daarvan, doelmatig is dat de gronden door de gemeente in één hand gehouden worden. Het zou een particuliere eigenaar, zonder belang bij de maatschappelijke functie, immers vrij staan om een mogelijke huurrelatie op te zeggen en binnen de bestemming een ander gebruik aan de gronden te geven. Op die manier worden de sportverenigingen afhankelijk van mogelijke veranderde inzichten van hun commerciële verhuurder. Dat reclamante 1 naar gesteld bereid is om in overleg met de gemeente adequate huurbepalingen af te spreken, doet aan het vorenstaande naar Ons oordeel niet aan af.
(…)
Door reclamante 1 zijn tot op heden geen concrete plannen strekkende tot zelfrealisatie aan de gemeente overgelegd. Ook heeft zij geen omgevingsvergunning aangevraagd. Dat dit voor reclamante 1 niet mogelijk was, omdat essentiële informatie daarvoor ontbrak en nog steeds ontbreekt, dan wel niet door de gemeente beschikbaar wordt gesteld, volgen Wij niet. Zoals volgt uit bestendig Kroon beleid en het hiervoor genoemde KB van 13 december 2012 (Oss) [rb: KB van 13 december 2012, nr. 2012003005. Stcrt. 2013, nr. 176] kan de vorm van planuitvoering worden afgeleid uit planregels en de toelichting van een bestemmingsplan alsmede in al dan niet daarvan deel uitmakende inrichtings- en verkavelingsschetsen. De gewenste vorm van uitvoering kan ook tot uitdrukking komen in een exploitatieplan. In dit geval waren ten tijde van het verzoekbesluit behalve het bestemmingsplan en het exploitatieplan ook het eerder genoemde Definitief Stedenbouwkundig Ontwerp Sportpark De Veldpost uit 2015 (DSO) beschikbaar, dat eveneens als bijlage bij het exploitatieplan is gevoegd. Volgens verzoeker is hierin de door haar voorgestane wijze van planuitvoering vastgelegd. Het DSO bevat een vrij gedetailleerd ontwerp van het sportpark en de beoogde voorzieningen. Het standpunt van verzoeker dat de wijze van planuitvoering uit deze openbare stukken voor reclamante 1 voldoende kenbaar was, komt Ons dan ook niet onjuist voor. Desgevraagd tijdens de hoorzitting heeft verzoeker aangegeven dat meer gedetailleerde tekeningen, bestekken en een programma van eisen van de sportverenigingen, nog niet beschikbaar zijn en dus ook niet aan reclamante 1 konden of kunnen worden verschaft. Er bestaat naar Ons oordeel dan ook geen reden om aan te nemen dat de gemeente niet aan haar informatieplicht heeft voldaan. Wij kunnen verzoeker volgen in het standpunt dat het op de weg van reclamante 1 had gelegen om de stukken te vervaardigen die nodig zijn voor onder meer het aanvragen van een omgevingsvergunning en dat reclamante 1 bereid en in staat moest worden geacht om concrete plannen tot zelfrealisatie in te dienen, maar dat zij dit niet heeft gedaan.”