Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procedure
2.Feiten en omstandigheden
3.Verzoek
4.Verweer
5.Beoordeling
.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 17 december 2021 uitspraak gedaan in een alimentatiekwestie tussen een man en een vrouw, die in het verleden met elkaar gehuwd waren en gezamenlijk een minderjarig kind hebben. De man verzocht de rechtbank om de vrouw te verplichten een kinderbijdrage van € 1.158,- per maand te betalen, met terugwerkende kracht vanaf verschillende datums, waaronder 1 januari 2017. De vrouw voerde verweer en betwistte zowel de behoefte van het kind als haar eigen draagkracht. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden, waaronder de vrouw die inmiddels een baan heeft gevonden en de man die met zijn nieuwe partner drie kinderen heeft gekregen. De rechtbank heeft de behoefte van het minderjarige kind vastgesteld op basis van het netto besteedbare gezinsinkomen van de man, dat hoger is dan het inkomen ten tijde van het huwelijk. De rechtbank heeft de draagkracht van beide partijen beoordeeld en vastgesteld dat de vrouw een kinderbijdrage van € 262,- per maand aan de man moet betalen, met ingang van 12 mei 2021. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.