Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan op 8 maart 2021 in een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV). Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen en heeft hiertegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond of niet-ontvankelijk verklaard, waarna betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter.
Tijdens de procedure heeft betrokkene aangevoerd niet in staat te zijn de in artikel 11 WAHV voorgeschreven zekerheid te betalen. De kantonrechter heeft betrokkene de gelegenheid gegeven om op de zitting van 22 januari 2021 nader te motiveren dat hij niet in staat was de zekerheid te betalen. Betrokkene is echter niet op deze zitting verschenen. De kantonrechter heeft betrokkene nogmaals in de gelegenheid gesteld om de zekerheid te betalen en heeft hem erop gewezen dat het beroep niet-ontvankelijk verklaard zou worden indien hij niet aan de verplichting tot zekerheidstelling voldeed.
Aangezien de zekerheid niet tijdig is betaald en er geen feiten of omstandigheden zijn gebleken die erop wijzen dat betrokkene niet in verzuim is geweest, heeft de kantonrechter besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. De uitspraak is gedaan door mr. S. Slijkhuis, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken. Betrokkene kan binnen 6 weken na de toezending van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.