Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 22 januari 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een motorrijtuig. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 22 januari 2021 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het beroep te laat was ingesteld, aangezien de termijn voor het indienen van een beroepschrift volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht zes weken bedraagt. Betrokkene had zijn beroep op 17 juni 2020 ingediend, terwijl dit uiterlijk op 12 juni 2020 ontvangen had moeten zijn.
De kantonrechter oordeelde dat betrokkene niet aannemelijk had gemaakt dat de overschrijding van de beroepstermijn verschoonbaar was. Het was de verantwoordelijkheid van betrokkene om ervoor te zorgen dat hij tijdig op de hoogte was van poststukken, ook tijdens ziekte. De kantonrechter verklaarde het beroep daarom niet-ontvankelijk, waardoor een inhoudelijke beoordeling van de zaak niet aan de orde kwam. De uitspraak werd gedaan door mr. S. Slijkhuis, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.