In deze zaak hebben de passagiers, vertegenwoordigd door hun ouders, een verzoek ingediend tegen TuiFly GmbH voor compensatie wegens vertraging van hun vlucht op 26 juli 2019 van Tenerife naar Amsterdam. De passagiers vorderden een bedrag van € 1.200,00 plus bijkomende kosten, gebaseerd op de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. TuiFly verweerde zich door te stellen dat de passagiers de verkeerde rechtspersoon hadden aangeklaagd, aangezien de vlucht werd uitgevoerd door TUI Airlines Nederland. De kantonrechter heeft vastgesteld dat zij bevoegd was om kennis te nemen van de zaak, maar oordeelde dat de passagiers niet ontvankelijk waren in hun vordering omdat zij de verkeerde partij hadden aangeklaagd. De rechter verklaarde dat de passagiers de procedure tegen TUI Airlines Nederland hadden moeten starten, en niet tegen TuiFly GmbH. De proceskosten werden toegewezen aan TuiFly, en de passagiers werden veroordeeld tot betaling van deze kosten. De beschikking werd uitgesproken door kantonrechter C.E. van Oosten-van Smaalen op 10 februari 2021.