In deze zaak vorderde het Kadaster betaling van facturen voor kadastrale gegevens die op verzoek van de gedaagde waren verstrekt. De gedaagde betwistte de vordering, omdat het Kadaster niet had geleverd wat was besteld en bovendien had gefactureerd voor niet-verzochte diensten. De kantonrechter oordeelde dat, hoewel het Kadaster de gevraagde akten niet kon leveren omdat deze niet bestonden, de gedaagde toch moest betalen voor het onderzoek en de verstrekte resultaten. Dit was gebaseerd op de inspanningsverbintenis die het Kadaster had ten opzichte van de gedaagde. Het Kadaster had echter onvoldoende onderbouwd dat de gedaagde voor andere facturen opdracht had gegeven, waardoor dit deel van de vordering werd afgewezen. De kantonrechter wees een bedrag van € 138,00 toe aan het Kadaster, vermeerderd met wettelijke rente, en bepaalde dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.