In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 februari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een passagier en TUI Airlines Nederland B.V. De passagier, die op 16 december 2018 van Orlando via Miami naar Amsterdam vloog, vorderde compensatie van € 600,00 wegens een vertraging van meer dan drie uur. De vervoerder betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk slechte weersomstandigheden op de luchthaven Schiphol, die de luchtverkeersleiding noopten tot het beperken van de capaciteit.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vervoerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging te voorkomen. De rechter oordeelde dat de vertraging niet alleen het gevolg was van de omstandigheden die de vervoerder niet kon beïnvloeden, maar ook dat de vervoerder zich aan wettelijke voorschriften moest houden met betrekking tot de werktijden van de bemanning. De kantonrechter heeft de vordering van de passagier afgewezen, omdat de gehele vertraging als gevolg van buitengewone omstandigheden werd aangemerkt.
De proceskosten zijn voor rekening van de passagier, die ongelijk heeft gekregen. De kantonrechter heeft de passagier veroordeeld tot betaling van de proceskosten en nakosten aan de vervoerder. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en is uitvoerbaar bij voorraad.