Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
pro-forma aan tot 23 februari 2022en bepaalt dat de rechtbank daarna zal beslissen over de verdere voorgang van de procedure.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 29 december 2021 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw. De man heeft verzocht om de echtscheiding uit te spreken, waarbij hij stelde dat het huwelijk duurzaam is ontwricht. De vrouw heeft deze ontwrichting niet betwist, waardoor het verzoek tot echtscheiding is toegewezen. De rechtbank heeft ook de onderhoudsbijdrage van de man aan de vrouw beoordeeld. De vrouw heeft een verzoek ingediend voor een partnerbijdrage van € 2.000 bruto per maand, terwijl de man betwistte dat de vrouw recht had op een dergelijke bijdrage. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw een netto behoefte heeft van € 961 per maand, en dat de man voldoende draagkracht heeft om een partnerbijdrage van € 1.846 per maand te betalen. Daarnaast heeft de rechtbank de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden en de verdeling van de eenvoudige gemeenschap behandeld, waarbij partijen het eens zijn geworden over de toedeling van de gezamenlijke bankrekening aan de vrouw en de waarde van de echtelijke woning. De rechtbank heeft partijen opgedragen om een taxatierapport van de woning te overleggen en heeft de man de mogelijkheid gegeven om de woning over te nemen onder bepaalde voorwaarden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en partijen zijn verplicht om de rechtbank te informeren over de waarde van de woning binnen een bepaalde termijn.