Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1]
[passagier sub 2]
[passagier sub 3]
[passagier sub 4]
[passagier sub 5]
[passagier sub 6]
Turk Havayollari A.O.
Rechtbank Noord-Holland
In deze luchtvaartzaak hebben zes passagiers, vertegenwoordigd door de advocaten mr. D.E. Lof en mr. E.J. Hoekstra, een vordering ingesteld tegen Turk Havayollari A.O., ook bekend als Turkish Airlines. De zaak betreft een geschil over de cessie van vorderingen, waarbij de passagiers een assignmentformulier van AirHelp hebben ondertekend. De kantonrechter heeft in een eerdere uitspraak van 16 september 2020 een incident tot tussenkomst van AirHelp afgewezen en de zaak verwezen naar de rol voor conclusie van dupliek aan de zijde van de vervoerder.
Tijdens de beoordeling heeft de kantonrechter vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is om van de vordering kennis te nemen. De passagiers hebben niet weersproken dat zij het cessieformulier hebben ondertekend, wat betekent dat zij niet langer bevoegd zijn om zelf over het vorderingsrecht te beschikken. Hierdoor heeft de kantonrechter geoordeeld dat de passagiers niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in hun vordering. De overige verweren van de vervoerder behoefden geen bespreking meer.
De kantonrechter heeft ook geen aanleiding gezien om de passagiers te veroordelen in de werkelijke proceskosten, ondanks het verzoek van de vervoerder. De kantonrechter heeft opgemerkt dat de gemachtigde van de passagiers in meerdere vergelijkbare zaken al in de werkelijke proceskosten is veroordeeld. De passagiers zijn niet-ontvankelijk verklaard omdat zij niet meer over het gepretendeerde vorderingsrecht beschikken en er geen bewijs is dat zij de gemachtigde hebben ingeschakeld om hun vordering te verhalen. De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, conform het liquidatietarief.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de passagiers niet-ontvankelijk worden verklaard in hun vordering en dat zij worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten, vastgesteld op € 498,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder. Dit vonnis is uitgesproken door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is openbaar gemaakt in aanwezigheid van de griffier.