Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Turk Havayollari A.O.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een passagier en Turk Havayollari A.O. De passagier had een vordering ingesteld, maar de vervoerder voerde aan dat de passagier niet-ontvankelijk moest worden verklaard omdat hij zijn vorderingsrecht had gecedeerd aan AirHelp door het ondertekenen van een assignmentformulier. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is om van de vordering kennis te nemen en dat de passagier inderdaad het formulier had ondertekend, waardoor hij niet langer bevoegd was om zelf over het vorderingsrecht te beschikken. Hierdoor werd de passagier niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering.
De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding was om de passagier te veroordelen in de werkelijke proceskosten, ondanks het verzoek van de vervoerder. De kantonrechter merkte op dat de gemachtigde van de passagier in meerdere vergelijkbare zaken al was veroordeeld in de werkelijke proceskosten van de wederpartij. De passagier werd niet-ontvankelijk verklaard omdat hij niet meer over het gepretendeerde vorderingsrecht beschikte en er geen bewijs was dat hij de gemachtigde had ingeschakeld om zijn vordering te verhalen. De proceskosten kwamen voor rekening van de passagier.
De beslissing van de kantonrechter was dat de passagier niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn vordering en dat hij werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de vervoerder, vastgesteld op € 248,00. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.