Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 15 april 2021 met producties 1-14;
- de conclusie van antwoord met producties 1-10;
- het tussenvonnis van 7 juli 2021;
- de brief van de zijde van Nedralux van 9 september 2021 met producties 15-16;
- de mondelinge behandeling op 24 november 2021, waar zijn verschenen namens Nedralux de heer [xxx] , vergezeld door mr. Hartog en later ook door de heer [adviseur] , en de heer [gedaagde 1] en mevrouw [gedaagde 2] , vergezeld door mr. Wemmers. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Mrs. Hartog en Wemmers hebben gebruik gemaakt van spreekaantekeningen, die zij ter zitting aan de rechtbank hebben overgelegd en die daarmee onderdeel zijn van de processtukken.
2.Feiten
“De adviseur is gemachtigd en bevoegd, namens en door eigenaar, alle benodigde werkzaamheden uit te voeren.
“In jullie zaak ligt er geen besluit van het college dat er sprake is van planschade. Dus staat niets het in de weg dat een perceel van 1000 m2 aan de kinderen kan worden “verkocht” en op een fiscaal aantrekkelijke wijze wordt overgedragen. (…)Als vervolgens de schade wel wordt vastgesteld middels een planschadebesluit dan dient dit besluit uit te gaan van die nieuwe eigendomsverhoudingen. Dan kan de schade alleen in geldelijke middelen worden voldaan. (…)Kortom: verkoop is de snelweg naar het ontvangen van de planschade in geld en de manier om fiscaal aantrekkelijk een deel van het bezit al aan de kinderen over te dragen.”2.6. Bij e-mail van 1 mei 2018 heeft [adviseur] [gedaagden] het volgende gevraagd:
“ [mm] , ik heb ff dingetjes voor je uitgezocht inzake de carport, binnenkort ff bijpraten?”
“Ik heb het met [nn] gehad over de mogelijkheid een stukje grond op papier te verkopen. We zien af van die mogelijkheid en wachten de uitspraak af. Wat ons betreft is herstel ook prima.(…)”
“Maandag 7 september j.l. vonden wij aangetekende stukken in de brievenbus. (…)We hebben sinds de uitspraak van de Raad van State nog geen actie ondernomen en geen contact gehad met de gemeente. Er is zoals je weet geen uitkering geweest van de planschade door de gemeente. De rekening zou volgens de overeenkomst pas gestuurd worden na uitkering van de planschade.We beraden ons over hoe nu verder met de bouwplannen en houden je op de hoogte.”2.12. Bij brief van 27 oktober 2020 heeft [adviseur] [gedaagden] naar aanleiding van hun gesprek op 9 oktober 2020 - voor zover hier van belang - het volgende bericht:
“Omdat er tussen het moment van de aanvraag en de definitieve beslechting van het dossier er onduidelijkheid bestaat over de te erkennen hoogte van de planschade is in onze overeenkomst er bewust voor gekozen om uit te gaan van “de werkelijke uitkering van de planschade”. Deze is dan dus niet gebaseerd op hetgeen in de aanvraag als schadebedrag was gesteld. In de voorliggende zaak leidt dit tot een zeer aanzienlijk voordeel voor jullie. Ook dat is “All in de game”.[adviseur] heeft [gedaagden] daarnaast bericht dat hij [gedaagden] conform de overeenkomst een factuur heeft gestuurd van 50% van de tegemoetkoming in planschade zoals door de ABRS is vastgesteld, zijnde een bedrag van € 152.450,00. Op dit bedrag is de door [gedaagden] betaalde borgsom van € 300,00 in mindering gebracht.
“Voor uw begrip, er is destijds uitsluitend gesproken over een vergoeding in de vorm van geld en niet over compensatie in natura. Ook uit de bewoordingen van de door de heer [adviseur] opgestelde overeenkomst (“werkelijke uitkering van de planschade door de gemeente [gemeente] - [provincie] ”) mag dit genoegzaam blijken”.2.16. Bij brief van 25 maart 2021 heeft [adviseur] aan [gedaagden] het volgende bericht.
“Hierbij bevestig ik nogmaals dat ik de gehele afhandeling van de planschadeclaim voor wat mijn werkzaamheden en financiële afhandeling van onze overeenkomst betreft integraal heb gecedeerd aan Nedralux B.V. dhr. [xxx] ”
3.Het geschil
De vorderingen van Nedralux
PrimairI. [gedaagden] hoofdelijk veroordeelt tot betaling van € 535.000,00, althans € 174.136,14, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
a. door alsnog een omgevingsvergunning te verkrijgen voor het realiseren van de (bouw) mogelijkheden (realiseren extra bouwkavel) zoals dit voor hem mogelijk was onder het uitbreidingsplan,
b. door het overgaan tot verkoop van zijn percelen, dan wel
c. op een door de rechtbank te bepalen moment,
Meer subsidiairIII. voor recht verklaart dat [gedaagden] gehouden is, in het geval de gemeente alsnog overgaat tot een geldelijke uitkering aan [gedaagden] in het geval zich de situatie voordoet dat sprake blijkt te zijn van de situatie waarin “compensatie in natura niet mogelijk zal blijken om redenen gelegen buiten de macht van aanvragers”, 50% van de door de gemeente aan hem uitgekeerde geldelijke uitkering voor de geleden planschade aan Nedralux te betalen, vermeerderd met de daarover door de gemeente aan [gedaagden] uitgekeerde wettelijke handelsrente, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf het moment van ontvangst van dit bedrag door [gedaagden] ;
Meer meer subsidiairIV. voor recht verklaart dat [gedaagden] onrechtmatig handelt jegens Nedralux in het geval zij de uitkering van de tegemoetkoming voor de planschade niet effectueert voor het verstrijken van de door de ABRS gestelde termijn van twee jaar na het onherroepelijk worden van het besluit tot uitkering van de tegemoetkoming voor de planschade, zijnde per 19 december 2021;
V. [gedaagden] veroordeelt alsdan tot vergoeding over te gaan van de daardoor door Nedralux geleden schade, bestaande uit een bedrag van € 535.000,00, althans € 174.136,14, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag;
Om niet voortijdig aan kosten vast te zitten heeft [gedaagden] in de overeenkomst laten opnemen:
‘Eerst na uitkering van de planschade door de gemeente, zal de rekening door de adviseur (…) worden ingediend’.Met uitkering heeft [gedaagden] bedoeld uitkering in geld. [adviseur] had [gedaagden] erop gewezen dat de gemeente beschikte over een potje geld waaruit planschadevergoedingen werden betaald.
3.3.3. In de aanvraag om planschade staat over compensatie in natura ook niets. Mediaberichten bevestigen dat [adviseur] van meet af aan heeft ingezet op uitkering(en) in geld. In een later stadium is compensatie in natura zijdelings aan de orde geweest, maar nergens blijkt uit dat de e-mails van 2015 en 2018 waarop Nedralux een beroep doet, voortborduren op wat er in de overeenkomst uit 2013 is geregeld en is afgesproken. Er zijn geen nadere afspraken gemaakt over de gevolgen van compensatie in natura. [adviseur] heeft na de uitspraak van de ABRS juist ingezet op het omzetten van de compensatie in natura in compensatie in geld, wat niet is gelukt.
4.De beoordeling
Kwalificatie van de tussen [adviseur] en [gedaagden] gesloten overeenkomst
toegelicht - een vergoeding van 50% van het schadebedrag dat uiteindelijk is
vastgesteld, verschuldigd.
vastgesteld/erkendplanschadebedrag. Dat [adviseur] recht heeft op 50% van een (op papier) vastgestelde waardevermindering van het perceel van [gedaagden] als gevolg van het nieuwe bestemmingsplan, staat als zodanig niet in de overeenkomst. In de overeenkomst is vermeld dat de rekening door [adviseur] zou worden ingediend ‘eerst na uitkering van de planschade door de gemeente’. Onweersproken heeft [gedaagden] gesteld dat hij deze zinsnede (met de gedachte aan een uitkering in geld) in de overeenkomst heeft laten opnemen om niet voortijdig aan kosten vast te zitten. Dat partijen onder ‘uitkering’ niet alleen een ‘uitkering in geld’ hebben verstaan, maar tevens compensatie in natura, volgt niet uit de tekst van de overeenkomst.
De gemeente heeft geen geldelijke uitkering van planschade aan [gedaagden] gedaan en zal dit ook niet meer doen, nu de voorwaarde hiervoor, zoals bepaald door de ABRS (zie 2.9), niet is vervuld. Daarbij gaat de rechtbank er op grond van uitlatingen van [gedaagden] van uit dat hij binnen de door de ABRS gestelde termijn van twee jaar, die op 19 december 2021 afliep, geen omgevingsvergunning heeft aangevraagd én dat de reden hiervoor niet buiten zijn macht lag. Anders dan Nedralux kennelijk veronderstelt, kan [gedaagden] zijn tegemoetkoming in planschade niet alsnog te gelde maken.
6.428,00(2,0 punten × tarief € 3.214,00)