In deze zaak hebben eisers, [eiser 1] en [eiser 2], verzocht om handhaving op basis van de Advocatenwet. De rechtbank Noord-Holland heeft op 18 november 2021 uitspraak gedaan in deze kwestie. Eisers hebben verweerder, de Deken van de Amsterdamse Orde van Advocaten, gevraagd om een onderzoek in te stellen naar het feit dat zij anonieme e-mails ontvangen over rechtszaken. Verweerder heeft echter gesteld geen bevoegdheid te hebben om een dergelijk onderzoek uit te voeren. De rechtbank oordeelt dat dit standpunt onjuist is, aangezien de deken wel degelijk de bevoegdheid heeft om onderzoek te doen als toezichthouder. De rechtbank concludeert dat verweerder had moeten onderzoeken of er aanleiding was voor tuchtrechtelijke handhaving, ondanks dat hij terecht heeft afgezien van bestuursrechtelijke handhaving. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en herroept het primaire besluit. Verweerder wordt opgedragen om opnieuw te beslissen op het verzoek van eisers en moet hen het griffierecht en proceskosten vergoeden.