ECLI:NL:RBNHO:2021:11465

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 december 2021
Publicatiedatum
13 december 2021
Zaaknummer
9406345
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident en forumkeuzebeding in handelszaak tussen TheSoos Fashion V.O.F. en House of SAKI AB

In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, heeft de vennootschap onder firma TheSoos Fashion V.O.F. een vordering ingesteld tegen de vennootschap naar Zweeds recht House of SAKI AB. De vordering is ingesteld op 28 juni 2021, maar Saki heeft een incidentele conclusie ingediend waarin zij stelt dat de kantonrechter onbevoegd is om van het geschil kennis te nemen. De kern van het geschil betreft de vraag of de Nederlandse rechter bevoegd is, gezien de partijen in Nederland en Zweden zijn gevestigd en de vordering een handelszaak betreft.

De kantonrechter heeft de bevoegdheid beoordeeld aan de hand van de Verordening (EU) Nr. 1215/2012, ook wel bekend als EEX-Vo II. Saki beroept zich op een forumkeuzebeding dat zou vereisen dat geschillen worden voorgelegd aan een arbiter of aan een rechter in Malmö, Zweden. Saki stelt dat er een schriftelijke overeenkomst is die deze forumkeuze ondersteunt, terwijl TheSoos Fashion betwist dat er een dergelijke overeenkomst is gesloten en stelt dat de rechtsverhouding tussen partijen wordt beheerst door mondelinge afspraken.

De kantonrechter heeft geconcludeerd dat Saki niet voldoende heeft aangetoond dat er een geldige schriftelijke overeenkomst tot stand is gekomen die voldoet aan de eisen van artikel 25 EEX-Vo II. De rechter heeft vastgesteld dat er geen schriftelijke aanvaarding van een aanbod met een forumkeuzebeding is en dat de argumenten van Saki niet voldoende zijn om aan te tonen dat er een geldige forumkeuze is. De vordering van Saki is afgewezen en zij is veroordeeld in de proceskosten. De zaak is vervolgens doorverwezen naar de rolzitting voor verdere behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie
Zaaknr./rolnr.: 9406345 \ CV EXPL 21-4291
Uitspraakdatum: 15 december 2021
Vonnis van de kantonrechter in het incident in de zaak van:
de vennootschap onder firma TheSoos Fashion V.O.F.
gevestigd te Schoorl
eiseres, verweerster in het incident
verder te noemen: TheSoos Fashion
gemachtigde: mr. M.A. Bloembergen
tegen
de vennootschap naar Zweeds recht House of SAKI AB
gevestigd te Svedala (Zweden)
gedaagde, eiseres in het incident
verder te noemen: Saki
gemachtigde: mr. M.J. Elkhuizen

1.Het procesverloop

1.1.
TheSoos Fashion heeft bij dagvaarding van 28 juni 2021 een vordering tegen Saki ingesteld. Saki heeft een incidentele conclusie genomen waarin wordt gesteld dat de kantonrechter onbevoegd is om van het geschil kennis te nemen. TheSoos Fashion heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.De beoordeling van de bevoegdheid van de kantonrechter

2.1.
In dit incident gaat het om de vraag of de Nederlandse rechter bevoegd is kennis te nemen van de vordering van TheSoos Fashion tegen Saki.
2.2.
Partijen zijn in Nederland en Zweden gevestigd, de dagvaarding in de hoofdzaak is op 28 juni 2021 uitgebracht en het geschil in de hoofdzaak betreft een handelszaak. De vordering moet daarom worden beoordeeld aan de hand van de Verordening (EU) Nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking) (hierna: EEX-Vo II).
2.3.
Tussen partijen is niet in geschil dat de Nederlandse rechter op grond van artikel 7 lid 1 sub a en b EEX-Vo II in beginsel bevoegdheid toekomt. Saki beroept zich echter op een forumkeuzebeding op grond waarvan Zweeds recht moet worden toegepast en geschillen moeten worden voorgelegd aan een arbiter dan wel – als de vordering lager is dan
€ 75.000,00 – aan een rechter in Malmö. Saki wijst op een schriftelijke overeenkomst die op 16 mei 2016 aan TheSoos Fashion is toegestuurd. Hoewel TheSoos Fashion deze overeenkomst niet heeft ondertekend, hebben partijen volgens Saki sindsdien volledig conform de inhoud daarvan gehandeld. Bovendien bestaat de verplichting om op eerste verzoek een agentuurovereenkomst schriftelijk vast te leggen (artikel 7:428 lid 3 BW), zodat de toegezonden overeenkomst moet worden geacht te zijn aanvaard. Op grond van de artikelen 35 en 36 van deze overeenkomst geldt volgens Saki de hiervoor vermelde rechts- en forumkeuze.
2.4.
TheSoos Fashion betwist dat partijen een schriftelijke overeenkomst hebben gesloten. Volgens haar wordt de rechtsverhouding tussen partijen beheerst door mondelinge afspraken. TheSoos Fashion heeft de conceptovereenkomst waarnaar Sari verwijst, weliswaar ontvangen, maar deze niet aanvaard. Dit heeft zij telefonisch aan Saki meegedeeld. Dat overeenkomstig de conceptovereenkomst wordt gehandeld, is volgens TheSoos Fashion onjuist. Saki heeft in de conceptovereenkomst enkele bepalingen opgesteld die weergeven hoe partijen invulling geven aan hun reeds bestaande handelsrelatie, maar dat betekent niet dat de overige bepalingen uit de conceptovereenkomst zijn overeengekomen of er een overeenkomst is. Partijen handelden niet conform de conceptovereenkomst, maar zoals voorheen. TheSoos Fashion wijst er daarbij op dat niet is voldaan aan de voorschriften voor een forumkeuze (artikel 25 lid 1 EEX-Vo II).
2.5.
Op grond van dat artikel wordt een overeenkomst tot aanwijzing van een bevoegd gerecht gesloten:
hetzij bij een schriftelijke overeenkomst of bij een schriftelijk bevestigde mondelinge overeenkomst;
hetzij in een vorm die wordt toegelaten door de handelwijzen die tussen de partijen gebruikelijk zijn geworden;
hetzij, in de internationale handel, in een vorm die overeenstemt met een gewoonte waarvan de partijen op de hoogte zijn of hadden behoren te zijn en die in de internationale handel algemeen bekend is en door partijen bij dergelijke overeenkomsten in de betrokken handelsbranche doorgaans in acht wordt genomen.
2.6.
In artikel 25 EEX-Vo II worden strenge regels en vormvereisten gesteld aan een forumkeuzebeding vanwege de mogelijk verstrekkende gevolgen. Hiermee is bedoeld te waarborgen dat de wilsovereenstemming tussen partijen vast komt te staan. Vereist is dat sprake is van een daadwerkelijke instemming van partijen met een forumkeuze die duidelijk en nauwkeurig tot uitdrukking komt (vgl. HvJEU 8 maart 2018, ECLI:EU:C:2018:173 en 28 juni 2017, ECLI:EU:C:2017:497). Artikel 25 EEX-Vo II, waaronder de schriftelijkheidseis, dient dan ook strikt te worden uitgelegd.
2.7.
De kantonrechter is van oordeel dat Saki niet deugdelijk heeft onderbouwd dat tussen partijen een schriftelijke overeenkomst tot stand is gekomen in de zin van artikel 25 lid 1 onder a EEX-Vo II. Niet is gebleken van een schriftelijke aanvaarding van een schriftelijk aanbod dat een forumkeuzebeding bevat. Een door beide partijen ondertekend stuk met daarin een forumkeuzebeding ontbreekt immers. Verder is niet gebleken van een schriftelijk bevestigde mondelinge overeenkomst die een forumkeuzebeding bevat. Saki stelt weliswaar dat TheSoos Fashion de overeenkomst zonder protest onder zich heeft gehouden, partijen sinds mei 2016 overeenkomstig de inhoud daarvan hebben gehandeld en de overeenkomst met forumkeuzebeding moet worden geacht stilzwijgend door TheSoos Fashion te zijn aanvaard, maar dat is in het licht van artikel 25 EEX-Vo II onvoldoende en overigens door TheSoos Fashion betwist. Ook het feit dat voor een agentuurovereenkomst een verplichting bestaat om deze op eerste verzoek schriftelijk vast te leggen, maakt niet dat is voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste.
2.8.
Saki heeft geen andere omstandigheden gesteld waaruit volgt dat de criteria zoals vermeld onder sub b en c van dat artikel zich voordoen. De conclusie is dat een geldige forumkeuze in de zin van artikel 25 lid 1 EEX-Vo II niet aan de orde is en dat de incidentele vordering moet worden afgewezen.
2.9.
De proceskosten komen voor rekening van Saki, omdat zij ongelijk krijgt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
in het incident
3.1.
wijst de vordering af;
3.2.
veroordeelt Saki in de kosten van het incident die de kantonrechter tot en met vandaag vaststelt op € 748,00 aan salaris van de gemachtigde van TheSoos Fashion.
in de hoofdzaak
3.3.
verwijst de zaak naar de rolzitting van 12 januari 2022 voor het nemen van een conclusie van antwoord door Saki.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H. Lips en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter