ECLI:NL:RBNHO:2021:11364

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 december 2021
Publicatiedatum
9 december 2021
Zaaknummer
8777121 \ CV EXPL 20-4926 en 8978452 \ CV EXPL 21-319
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verhuurder verplicht tot betaling van facturen voor beveiligingsdiensten met vrijwaringskwestie tussen partijen

In deze zaak heeft Securitas Beveiliging B.V. een vordering ingesteld tegen C.D.K. Biesland B.V. voor onbetaalde facturen voor beveiligingsdiensten, met een totaalbedrag van € 6.544,23. De kantonrechter heeft vastgesteld dat CDK Biesland de facturen niet heeft betaald, ondanks herhaalde aanmaningen. CDK Biesland heeft als verweer aangevoerd dat de overeenkomst met Securitas is opgezegd door Profit, de stichting die de servicekosten zou betalen. De kantonrechter oordeelt dat er geen geldige opzegging heeft plaatsgevonden, omdat er geen akte van contractovername is tussen CDK Biesland en Profit. De kantonrechter heeft de vordering van Securitas toegewezen, met uitzondering van een deel van de hoofdsom dat is afgewezen vanwege een onterecht gevorderd bedrag. In de vrijwaringszaak heeft CDK Biesland Profit aangesproken voor betaling van de kosten die voortvloeien uit de vordering van Securitas. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Stichting Profit de wederpartij is van CDK Biesland en heeft een deel van de vordering toegewezen, terwijl de overige vorderingen zijn afgewezen. De proceskosten zijn voor rekening van CDK Biesland in de hoofdzaak en voor Stichting Profit in de vrijwaringszaak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 8777121 \ CV EXPL 20-4926 (hoofdzaak) en 8978452 \ CV EXPL 21-319 (vrijwaringszaak) BL
Uitspraakdatum: 1 december 2021
Vonnis van de kantonrechter in de hoofdzaak van:
de besloten vennootschap
Securitas Beveiliging B.V.
gevestigd te Badhoevedorp
eiseres
verder te noemen: Securitas
gemachtigde: Gerechtsdeurwaarderskantoor De Klerk Vis Niekus
tegen
de besloten vennootschap
C.D.K. Biesland B.V.
gevestigd te Heerhugowaard
gedaagde
verder te noemen: CDK Biesland
gemachtigde: mr. L. Koolen
en
Vonnis van de kantonrechter in de vrijwaringszaak van:
de besloten vennootschap
C.D.K. Biesland B.V.
gevestigd te Heerhugowaard
eiseres
verder te noemen: CDK Biesland
gemachtigde: mr. L. Koolen
tegen

1.de stichting Stichting Beroepsopleidingen en Bemiddeling, ook genoemd Profit

2. de stichting
Stichting Profit
3. de besloten vennootschap
PROFIT Opleidingen B.V.
alle gevestigd te Hattem
gedaagden
verder te noemen: gezamenlijk (in enkelvoud) Profit en afzonderlijk Stichting Beroepsopleidingen, Stichting Profit en Profit B.V.
vertegenwoordigd door [bestuurder/directeur] , bestuurder van Stichting Beroepsopleidingen en Stichting Profit en directeur van Profit B.V.

1.Het procesverloop in de hoofdzaak

1.1.
Securitas heeft bij dagvaarding van 26 augustus 2020 een vordering tegen CDK Biesland ingesteld. CDK Biesland heeft een incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring genomen. Securitas heeft daarop schriftelijk gereageerd. De kantonrechter heeft bij vonnis van 23 december 2020 CDK Biesland toegestaan Profit in vrijwaring op te roepen.
1.2.
CDK Biesland heeft in de hoofdzaak schriftelijk geantwoord.
1.3.
Op 11 mei 2021 heeft een zitting plaatsgevonden in beide zaken. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Securitas heeft gebruik gemaakt van spreekaantekeningen, die zijn overgelegd.

2.Het procesverloop in de vrijwaringszaak

2.1.
CDK Biesland heeft Profit bij dagvaarding van 8 januari 2021 in vrijwaring opgeroepen. Profit heeft schriftelijk geantwoord.
2.2.
Op 11 mei 2021 heeft een zitting plaatsgevonden in beide zaken. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. CDK Biesland heeft gebruik gemaakt van pleitnotities, die zijn overgelegd.

3.De feiten in de hoofdzaak en in de vrijwaringszaak

3.1.
CDK Biesland heeft met Securitas een overeenkomst gesloten voor het leveren van beveiligingsdiensten aan het adres Eiffelstraat 1 te Zwolle, een bedrijfsverzamelgebouw (hierna: het gebouw).
3.2.
CDK Biesland heeft met ingang van 15 juli 2005 een huurovereenkomst gesloten met Stichting Beroepsopleidingen, met betrekking tot een gedeelte van het gebouw. Namens Stichting Beroepsopleidingen heeft [bestuurder/directeur] de overeenkomst ondertekend, onder toevoeging van ‘(Profit)’.
3.3.
In oktober 2008 is een allonge behorend bij de huurovereenkomst ondertekend door [xxx] (hierna: [xxx] ) namens CDK Biesland, en door [bestuurder/directeur] namens Stichting Profit, waarbij in de kop van de allonge vermeld staat dat Stichting Beroepsopleidingen (Profit) de ondergetekende en huurder is. Onder ‘in aanmerking nemende’ is vermeld dat de huurder per 24 maart 2006 een naamswijziging heeft doorgevoerd en vanaf deze datum de huurovereenkomst op naam van Stichting Profit continueert.
3.4.
Op 19 april 2010 respectievelijk 26 maart 2010 is een allonge ondertekend door [xxx] namens CDK Biesland en [bestuurder/directeur] namens Stichting Profit. In deze allonge staat ook in de kop vermeld dat Stichting Profit de huurder is.
3.5.
Een volgende, ongedateerde concept allonge, waarin (onder meer) in aanmerking wordt genomen dat CDK Biesland ermee instemt dat Profit B.V. vanaf 1 april 2012 de huurovereenkomst zal continueren, is niet door partijen ondertekend.
3.6.
De huurovereenkomst is in de eerste helft van 2021 geëindigd.
3.7.
Het Leger des Heils huurde tot oktober 2019 ook een gedeelte van het gebouw van CDK Biesland. Sinds oktober 2019 is Profit de enige huurder geweest, en heeft de rest van het gebouw leeg gestaan.
3.8.
In verband met het aanstaande vertrek van het Leger des Heils heeft op initiatief van CDK Biesland op 5 februari 2019 een gesprek tussen partijen plaatsgevonden. In vervolg daarop stuurt [bestuurder/directeur] op 14 februari 2019 een e-mail aan [administrateur] (administrateur van CDK Biesland), waarin hij – onder meer – schrijft:
“Op mijn vraag wat willen jullie met het pand gaf je aan dat jullie van de servicekosten af willen. Wij hoeven vanaf nu geen huur meer te betalen als wij de servicekosten gaan betalen voor het pand. (…) Het was iets wat we al eerder besproken hadden, maar omdat jij destijds aangaf dat de servicekosten best veel zijn, dacht ik dat wij dat niet zouden kunnen ophoesten. Je gaf me het vertrouwen dat het ons met een kritische blik op de kosten wel zou lukken. In ieder geval zei je: probeer het. Dan kijken we over een paar maanden wel weer. Dus gewoon de lopende contracten opzeggen en in eigen beheer gaan nemen. (…) Voor ons geldt wel dat de servicekosten gelijke tred moeten houden met de € 1000,00 huur die wij nu hebben afgesproken te betalen. (…) Het is natuurlijk nu een overgangssituatie, omdat het LdH nog in het pand zit. Je gaf aan dat we alle contracten met leveranciers kunnen krijgen en zo mogelijk opzeggen.”
Daarbij vraagt [bestuurder/directeur] om meer informatie over de servicekosten, onder verwijzing naar een bijgevoegd overzicht uit 2014.
3.9.
In een e-mail van 7 juni 2019 schrijft [bestuurder/directeur] namens EducationValley (een handelsnaam van Stichting Profit) aan Securitas:
“Bij nadere overweging is besloten de overeenkomst met Securitas niet over te nemen van CDK Biesland. Namens CDK Biesland / [bedrijfsnaam] beheer verzoek ik u hierbij de overeenkomst met Securitas per direct te beëindigen vanwege een veranderde situatie in het pand. Wilt u mij en CDK Biesland een bevestiging sturen van de opzegging. Dank voor uw diensten in de afgelopen jaren.”[bestuurder/directeur] heeft deze e-mail cc gezonden aan (onder anderen) medewerkers van [bedrijfsnaam] .
3.10.
Deze opzegging is door Securitas niet geaccepteerd.
3.11.
Vervolgens heeft [yyy] namens [bedrifjsnaam 2] op 16 juli 2019 in een e-mail aan Securitas de overeenkomst per direct opgezegd.
3.12.
Securitas schrijft in een e-mail van 17 juli 2019 dat zij het contract conform de algemene voorwaarden zal beëindigen per 16 oktober 2019.

4.De vordering en het verweer in de hoofdzaak

4.1.
Securitas vordert dat de kantonrechter CDK Biesland veroordeelt tot betaling van € 7.246,44. Zij legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat CDK Biesland facturen voor beveiligingsdiensten met een totaalbedrag van € 6.544,23 onbetaald heeft gelaten, ondanks herhaalde aanmaning, zodat CDK Biesland ook wettelijke handelsrente en € 702,21 voor buitengerechtelijke kosten verschuldigd is.
4.2.
CDK Biesland betwist de vordering, en voert daartoe – samengevat – het volgende aan. Profit heeft met ingang van 1 januari 2019 alle kosten met betrekking tot het gebruik van het gebouw van CDK Biesland overgenomen, en op 7 juni 2019 de overeenkomst met Securitas per direct opgezegd. Profit was daartoe bevoegd en CDK Biesland was met de opzegging bekend en akkoord. De algemene voorwaarden van Securitas zijn niet van toepassing, zodat er geen opzegtermijn geldt. Bij gebrek aan bewijs betwist CDK Biesland dat Securitas daadwerkelijk en naar behoren beveiligingsdiensten heeft uitgevoerd.

5.De vordering in de vrijwaringszaak

5.1.
CDK Biesland vordert dat de kantonrechter Profit veroordeelt om binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis aan CDK Biesland te betalen datgene waartoe CDK Biesland in de hoofdzaak tegenover Securitas mocht worden veroordeeld, met inbegrip van de kostenveroordeling, en Profit te veroordelen in de proceskosten, vermeerderd met nakosten en wettelijke rente.
5.2.
CDK Biesland heeft drie partijen gedagvaard, vanwege het door Profit gevoerde verweer in een andere vrijwaringsprocedure ter zake de vraag wie de contractspartij van CDK Biesland is. Volgens CDK Biesland is dat Stichting Beroepsopleidingen, met wie de huurovereenkomst in 2005 is gesloten. Bij ondertekening van de allonge in oktober 2008 verkeerde CDK Biesland gerechtvaardigd in de veronderstelling dat Stichting Profit slechts de gewijzigde handelsnaam was. CDK Biesland heeft nooit bedoeld in te stemmen met een andere huurder als contractspartij. In 2014 en 2015 is gesproken over voortzetting van de huurovereenkomst op naam van Profit B.V., maar de concept allonge ter zake is door partijen nooit ondertekend.
5.3.
Inhoudelijk legt CDK Biesland – kort weergegeven – het volgende ten grondslag aan haar vordering. Profit heeft in de loop der jaren een grote huurachterstand laten ontstaan. Omdat ook sprake was van leegstand, wogen de kosten van het gebouw voor CDK Biesland niet meer op tegen de baten. Toen het Leger des Heils haar vertrek aankondigde, zijn partijen met elkaar in gesprek gegaan. CDK Biesland wilde volledige leegstand van het gebouw voorkomen, en Profit wilde de huurovereenkomst voortzetten. Partijen zijn overeengekomen dat Profit vanaf 1 januari 2019 alle kosten met betrekking tot het gebruik van het gebouw voor haar rekening zou nemen, waaronder ook de al gemaakte en nog openstaande kosten, en dat zij vanaf 1 januari 2019 de gebruikelijke huurpenningen niet meer verschuldigd zou zijn. Daarbij kreeg Profit van CDK Biesland carte blanche om met leveranciers nadere afspraken te maken of contracten te beëindigen. De door Securitas verleende diensten waarvan in de hoofdzaak betaling wordt gevorderd, zijn verleend ten behoeve van Profit, en gelet op de met CDK Biesland getroffen regeling moet Profit deze betalen.

6.Het verweer in de vrijwaringszaak

6.1.
Profit betwist de vordering, en voert daartoe – samengevat – het volgende aan. CDK Biesland moet in haar vorderingen tegenover Stichting Beroepsopleidingen en Stichting Profit niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat met ingang van 1 april 2012 de tenaamstelling van de huurovereenkomst is gewijzigd, in die zin dat Profit B.V. huurder is geworden. Daarover hebben partijen mondeling overeenstemming bereikt en zij hebben feitelijk uitvoering gegeven aan deze afspraak, doordat de huur werd betaald door Profit B.V.
6.2.
Inhoudelijk voert Profit – kort weergegeven – het volgende aan. CDK Biesland heeft met Profit BV afgesproken om vanaf 1 maart 2019 de huur te vervangen door de servicekosten. Deze servicekostenafspraak is begrensd tot het vanaf februari 2017 afgesproken huurbedrag van € 1.000,00 per maand, en is aangegaan voor een proefperiode (het overgangsjaar). Profit is onjuist geïnformeerd door CDK Biesland. De servicekosten bleken veel hoger dan € 1.000,00 per maand. Ondanks herhaald verzoek daartoe heeft CDK Biesland nooit een deugdelijk overzicht aan Profit verstrekt van de bestaande contracten met leveranciers van het gebouw. In de loop der tijd werd Profit geconfronteerd met vorderingen van steeds nieuwe partijen, onder wie Securitas. Profit heeft in de periode van 1 maart 2019 tot en met 29 februari 2020 ongeveer € 45.000,00 aan servicekosten betaald, in plaats van de jaarhuur van € 12.000,00. Voor deze overschrijding gedurende het overgangsjaar heeft Profit geen enkele tegemoetkoming van CDK Biesland ontvangen. Omdat Profit al meer servicekosten heeft betaald dan afgesproken, is zij niet verplicht om de vordering van Securitas aan CDK Biesland te betalen. Bovendien heeft het Leger des Heils tot 2 oktober 2019 ook gebruik gemaakt van het gebouw en bijbehorende diensten, waaronder die van Securitas, zodat het niet redelijk is om de servicekosten over deze periode volledig voor rekening van Profit te brengen. Het Leger des Heils heeft tot haar vertrek servicekosten aan CDK Biesland betaald of moeten betalen.

7.De beoordeling in de hoofdzaak

7.1.
Securitas vordert betaling van facturen met een totaalbedrag van € 6.544,23. Ter zitting is komen vast te staan dat de facturen zien op de periode van januari tot en met september 2019. De door Securitas in rekening gebrachte bedragen worden op zichzelf niet door CDK Biesland betwist.
7.2.
Voor zover CDK Biesland zich beroept op overname van haar overeenkomst met Securitas door Profit per januari 2019, slaagt dit verweer niet. Voor overname van het contract is een akte nodig tussen CDK Biesland en Profit, met medewerking van Securitas (artikel 6:159 van het Burgerlijk Wetboek). Een dergelijke akte is er niet. Nadat Securitas op 24 mei 2019 een overnameformulier aan Profit had toegezonden met het verzoek dit door beide partijen te laten invullen en retourneren, heeft [bestuurder/directeur] in de onder de feiten geciteerde e-mail van 7 juni 2019 aan Securitas meegedeeld bij nader inzien af te zien van contractovername.
7.3.
Verder twisten partijen over de vraag of de overeenkomst is opgezegd met de e-mail van [bestuurder/directeur] van 7 juni 2019. De kantonrechter oordeelt gelet op alle omstandigheden van het geval, dat Securitas ervan uit moest gaan dat Profit c.q. [bestuurder/directeur] tot opzegging bevoegd was. Daarbij wordt het volgende in aanmerking genomen. In de e-mail van [bestuurder/directeur] staat uitdrukkelijk dat wordt opgezegd namens CDK Biesland / [bedrijfsnaam] beheer, met het verzoek aan Securitas om de opzegging ook aan CDK Biesland te bevestigen. [bestuurder/directeur] heeft zijn e-mail ook cc gezonden aan drie vertegenwoordigers van [bedrijfsnaam] , onder wie [yyy] . De wél door Securitas geaccepteerde opzegging is op 16 juli 2019 gedaan door deze [yyy] namens [bedrifjsnaam 2] . Verder heeft – naar eigen zeggen van Securitas – haar incassogemachtigde (TKB) op 29 april 2019 telefonisch contact gehad met CDK Biesland, en in een telefoonnotitie genoteerd:
“geeft aan dat facturen naar info@profitopleidingen.nl moeten omdat zij alle servicekosten vanaf heden zelf doen en behandelen”.Verder blijkt uit eerdergenoemde e-mail van 24 mei 2019 aan [bestuurder/directeur] dat Securitas instemde met een contractoverneming door Profit. Securitas was dus op de hoogte van een connectie tussen Profit c.q. [bestuurder/directeur] en CDK Biesland met betrekking tot het opgezegde contract. Als er bij Securitas al twijfel had mogen bestaan over de bevoegdheid van [bestuurder/directeur] om op te zeggen, dan had Securitas hierover per ommegaande navraag kunnen en moeten doen bij CDK Biesland of [xxx] .
7.4.
Vervolgens verschillen partijen van mening over de vraag welke opzegtermijn geldt. Securitas stelt dat deze op grond van de toepasselijke algemene voorwaarden drie maanden bedraagt. CDK Biesland betwist de toepasselijkheid van die algemene voorwaarden. Of deze voorwaarden op de overeenkomst van toepassing zijn is echter in deze zaak niet van belang, omdat Securitas zelf geen opzegtermijn van drie maanden heeft gehanteerd. Bij de geaccepteerde opzegging van 16 juli 2019 zijn de maandelijkse facturen voor contractnummer C0018991 met een bedrag van € 572,63 (exclusief btw) voor ‘sluitronde’ immers in rekening gebracht tot en met augustus 2019 (bij factuur van 19 juli 2019). Daarnaast bracht Securitas voor contractnummer C0018992 bij vooruitbetaling per kwartaal € 275,81 in rekening voor ‘collectieve surveillance’. Het laatste in rekening gebrachte kwartaal betreft juli tot en met september 2019, en is gefactureerd op 19 juni 2019. Na de geaccepteerde opzegging op 16 juli 2019 heeft Securitas dus ook geen kwartaalbedrag meer gefactureerd.
7.5.
Zoals hiervoor is overwogen had Securitas naar het oordeel van de kantonrechter de opzegging van 7 juni 2019 moeten accepteren. De kantonrechter volgt CDK Biesland niet in haar stelling dat er daarbij in het geheel geen opzegtermijn geldt. Een redelijke opzegtermijn hangt samen met de betaaltermijn. Dit betekent dat bij de opzegging op 7 juni 2019 de maandtermijn voor juli nog betaald moet worden, plus de kwartaaltermijn voor juli tot en met september 2019. Dit betekent dat van de gevorderde hoofdsom een gedeelte van € 692,88 inclusief btw (het maandbedrag voor augustus 2019) wordt afgewezen.
7.6.
De stelling van CDK Biesland dat Securitas geen, althans ondeugdelijke diensten heeft geleverd is onvoldoende onderbouwd, mede gelet op het feit dat Securitas in elk geval vanaf 2014 de beveiliging van het gebouw verzorgde, dat CDK Biesland de rekeningen voor die beveiliging tot januari 2019 heeft betaald, en dat de administrateur van CDK Biesland ( [administrateur] ) op de zitting heeft verklaard dat ook Securitas op de lijst van servicekosten stond die jaarlijks aan de huurders werd verstrekt.
7.7.
De conclusie is dat de hoofdsom tot een bedrag van € 5.851,35 wordt toegewezen.
7.8.
Ook de wettelijke handelsrente over dit bedrag, waartegen CDK Biesland geen zelfstandig verweer heeft gevoerd, is toewijsbaar zoals gevorderd.
7.9.
Verder vordert Securitas een bedrag van € 702,21 voor buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat Securitas voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag is hoger dan het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief. De kantonrechter zal het bedrag dan ook toewijzen tot het wettelijke tarief dat aansluit bij (de omvang van) de toewijsbaar geoordeelde hoofdsom, zijnde € 667,57.
7.10.
De proceskosten komen voor rekening van CDK Biesland, omdat zij ongelijk krijgt.

8.De beoordeling in de vrijwaringszaak

8.1.
Allereerst moet worden beoordeeld welke partij in deze kwestie door CDK Biesland aangesproken kan worden voor betaling van de facturen van Securitas. Naar het oordeel van de kantonrechter is dit Stichting Profit. Daarbij is het volgende redengevend.
8.2.
CDK Biesland baseert haar vordering in de vrijwaringszaak op een servicekostenafspraak, die mondeling is gemaakt tussen [administrateur] (administrateur van CDK Biesland) en [bestuurder/directeur] (directeur c.q. bestuurder van Stichting Beroepsopleidingen, Stichting Profit en Profit B.V.). Uit de door partijen overgelegde bankafschriften blijkt, dat de servicekosten op basis van deze afspraak zijn betaald door Stichting Profit. Bovendien is het Education Valley (een handelsnaam van Stichting Profit) geweest, die de overeenkomst met Securitas heeft opgezegd op 7 juni 2019. Verder is de meest recente, in maart/april 2010 ondertekende allonge bij de huurovereenkomst ondertekend door [bestuurder/directeur] , namens Stichting Profit. Voor zover CDK Biesland – zoals zij stelt – gelet op de redactie van de in oktober 2008 ondertekende allonge gerechtvaardigd in de veronderstelling zou mogen verkeren dat Stichting Profit slechts de gewijzigde handelsnaam van Stichting Beroepsopleidingen was, dan is dit standpunt voor de in 2010 ondertekende allonge niet houdbaar. De kop van de allonge uit 2010 vermeldt duidelijk dat Stichting Profit de huurder is, met een KvK-nummer dat afwijkt van het in de kop van de allonge uit 2008 bij Stichting Beroepsopleidingen vermelde KvK-nummer. Stichting Profit staat sinds 24 maart 2006 ingeschreven in het openbare handelsregister. CDK Biesland had hiervan op eenvoudige wijze kennis kunnen en moeten nemen, in elk geval in het kader van ondertekening van de allonge in 2010.
8.3.
Daarmee neemt de kantonrechter aan dat Stichting Profit de wederpartij is van CDK Biesland bij de servicekostenafspraak in 2019. De enkele omstandigheid dat Profit B.V. in de periode van februari 2017 tot februari 2019 de nader overeengekomen huur van € 1.000,00 per maand aan [bedrifjsnaam 2] c.q. [bedrijfsnaam 3] heeft betaald, kan niet leiden tot een aansprakelijkheid van Profit B.V. tegenover CDK Biesland voor de servicekosten.
8.4.
CDK Biesland zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering tegenover Stichting Beroepsopleidingen en Profit B.V.
8.5.
CDK Biesland vordert nakoming van de servicekostenafspraak door Profit, in die zin dat Profit wordt veroordeeld tot betaling van datgene waartoe CDK Biesland in de hoofdzaak tegenover Securitas wordt veroordeeld. Profit betwist niet dat er een servicekostenafspraak is gemaakt, maar wel de inhoud daarvan.
8.6.
Volgens Profit omvat de servicekostenafspraak een financiële begrenzing van € 12.000,00 per jaar, die ruimschoots is overschreden, zodat zij niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de vordering van Securitas. Profit verwijst ter onderbouwing van deze stelling naar de e-mail van [bestuurder/directeur] van 14 februari 2019. Daarin staat inderdaad dat de servicekosten voor Profit gelijke tred moeten houden met de huur van € 1.000,00 per maand. CDK Biesland betwist echter gemotiveerd dat een concrete financiële bovengrens is afgesproken, en wijst er – onder meer – op dat Profit wist dat € 1.000,00 per maand niet toereikend zou zijn, gezien de afrekeningen servicekosten over eerdere jaren. Profit betwist niet in het bezit te zijn van deze overzichten. Deze waren volgens [bestuurder/directeur] onoverzichtelijk, met heel hoge bedragen. CDK Biesland heeft onbetwist aangevoerd dat ook Securitas op deze overzichten vermeld staat. Partijen zijn het erover eens dat Profit het ‘zou gaan proberen’, en daarbij carte blanche kreeg om met leveranciers nadere afspraken te maken of contracten te beëindigen, om zo de kosten te beperken. Verder zijn partijen het erover eens dat onderdeel van de afspraak was, dat Profit op elk moment zonder opzegtermijn de huur zou mogen beëindigen als het financieel niet zou lukken of de servicekostenafspraak om andere reden niet zou bevallen. Profit heeft naar eigen zeggen in het overgangsjaar een bedrag van € 45.000,00 voor servicekosten betaald. Niet is gesteld of gebleken dat Profit in de loop van het jaar bij CDK Biesland heeft geklaagd over oplopende kosten. Profit heeft kennelijk ook geen aanleiding gezien om eerder dan in 2021 gebruik te maken van de haar geboden opzegmogelijkheid. Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de kantonrechter niet gebleken dat een servicekostenbedrag van € 1.000,00 per maand voor Profit een harde eis is geweest, waarover tussen partijen overeenstemming is bereikt.
8.7.
Ook is niet gebleken dat voor de servicekostenafspraak een concrete looptijd van een jaar is overeengekomen. In de overgelegde stukken zijn daarvoor geen aanknopingspunten te vinden. Bovendien ziet de vordering van Securitas op de periode tot en met september 2019. Het door Profit gestelde overgangsjaar was toen nog niet verstreken.
8.8.
Verder verschillen partijen van mening over de ingangsdatum van de servicekostenafspraak. Volgens CDK Biesland is dit 1 januari 2019, volgens Profit 1 maart 2019. Vast staat dat het gesprek tussen [administrateur] en [bestuurder/directeur] plaatsvond op 5 februari 2019. Ook staat vast dat CDK Biesland vanaf februari 2019 geen huur meer in rekening heeft gebracht, en Profit geen huur meer heeft betaald. Daarmee neemt de kantonrechter aan dat de servicekostenafspraak is ingegaan per 1 februari 2019. De eerste factuur van Securitas voor 2019, die dateert van 22 januari 2019 en ziet op de ‘sluitronde’ voor de maand januari 2019 en de ‘collectieve surveillance’ voor het kwartaal januari tot en met maart 2019, heeft als vervaldatum 5 februari 2019, zodat ook deze factuur valt binnen de afspraak van partijen.
8.9.
Tussen partijen is niet in geschil dat tot en met september 2019 twee huurders gebruik maakten van het gebouw, namelijk het Leger des Heils en Profit. Daarmee staat vast dat zowel Profit als het Leger des Heils belanghebbend waren bij de diensten van Securitas. Verder heeft CDK Biesland op de zitting verklaard dat het Leger des Heils tot oktober 2019 een bijdrage in de servicekosten heeft betaald, als onderdeel van een niet nader gespecificeerde totaalafspraak met CDK Biesland. De kantonrechter gaat er daarom vanuit dat de helft van de kosten voor de diensten van Securitas al door het Leger des Heils aan CDK Biesland zijn betaald.
8.10.
Voor zover CDK Biesland op de zitting een beroep heeft willen doen op verrekening van het servicekostenbedrag dat zij van het Leger des Heils heeft ontvangen met de vordering die zij stelt op Profit te hebben vanwege een grote huurachterstand, slaagt dit beroep niet. De door CDK Biesland gestelde huurachterstand wordt door Profit gemotiveerd betwist, en ligt in deze vrijwaringszaak niet ter beoordeling voor. Daarbij komt dat CDK Biesland het servicekostenbedrag dat zij stelt van het Leger des Heils te hebben ontvangen niet heeft geconcretiseerd. Verder is het door CDK Biesland overgelegde overzicht van de gestelde huurachterstand gericht aan Stichting Profit, Stichting Beroepsopleidingen en Profit B.V. In het kader van de vrijwaringszaak kan daarmee niet vastgesteld worden of en tot welk bedrag CDK Biesland een voor verrekening vatbare opeisbare vordering heeft op Stichting Profit.
8.11.
De conclusie is dat van de hoofdsom die in de hoofdzaak van Securitas tegenover CDK Biesland is toegewezen, in de vrijwaringszaak tegenover Stichting Profit een gedeelte van € 2.925,68 wordt toegewezen.
8.12.
De in de hoofdzaak toegewezen wettelijke handelsrente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten worden tegenover Stichting Profit afgewezen. Profit voert terecht aan dat zij geen facturen of aanmaningen van Securitas heeft ontvangen. Deze zijn door Securitas gericht aan CDK Biesland als contractspartij. Niet is gesteld of gebleken dat deze door CDK Biesland aan Profit zijn doorgezonden. Uit de stukken blijkt niet dat Profit eerder met de vordering bekend is geworden dan nadat Securitas de deurwaarder had ingeschakeld. Op 17 oktober 2019 heeft Profit een voorstel aan de deurwaarder gedaan. De gemachtigde van Securitas heeft op de zitting verklaard dat dit voorstel destijds is doorgestuurd aan TKB, het incassobureau dat tussen de deurwaarder en Securitas zat, en dat door miscommunicatie niets met het voorstel gedaan is. Bovendien speelt ook hier mee dat als vaststaand moet worden aangenomen dat CDK Biesland de helft van de vordering van Securitas voorafgaand aan deze procedure al vergoed had gekregen van het Leger des Heils.
8.13.
De proceskosten in de vrijwaringszaak komen voor rekening van Stichting Profit, met dien verstande dat de hoogte daarvan wordt gerelateerd aan het toewijsbaar geoordeelde gedeelte van de vordering.

9.De beslissing in de hoofdzaak

De kantonrechter:
9.1.
veroordeelt CDK Biesland tot betaling aan Securitas van € 6.518,92, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 5.851,35 vanaf de vervaldag van de facturen tot aan de dag van de gehele betaling;
9.2.
veroordeelt CDK Biesland tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Securitas tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 87,99
griffierecht € 499,00
salaris gemachtigde € 622,00 ;
9.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
9.4.
wijst de vordering voor het overige af.

10.De beslissing in de vrijwaringszaak

10.1.
verklaart CDK Biesland niet-ontvankelijk in haar vordering tegenover Stichting Beroepsopleidingen en Profit B.V.;
10.2.
veroordeelt Stichting Profit tot betaling aan CDK Biesland van € € 2.925,68;
10.3.
veroordeelt Stichting Profit tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van CDK Biesland tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 85,81
griffierecht € 126,00
salaris gemachtigde € 436,00 ;
10.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
10.5.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.S. Reid en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter