ECLI:NL:RBNHO:2021:11362

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 december 2021
Publicatiedatum
9 december 2021
Zaaknummer
9258103 \ CV EXPL 21-2799
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afsluiting van energienetwerk door netbeheerder Liander wegens ontbreken contract met energieleverancier

In deze zaak heeft Liander N.V., de netbeheerder van regionale elektriciteits- en gasnetten, een vordering ingesteld tegen een gedaagde die geen contract heeft met een energieleverancier, maar wel energie afneemt via het net van Liander. De kantonrechter heeft op 8 december 2021 uitspraak gedaan in deze zaak. Liander vorderde dat de kantonrechter voor recht verklaart dat zij gerechtigd is om de energieaansluitingen op het verbruiksadres van de gedaagde te onderbreken en dat de gedaagde moet meewerken aan de noodzakelijke werkzaamheden voor deze onderbreking. Daarnaast vorderde Liander betaling van afsluitkosten en schadevergoeding.

De gedaagde heeft betwist dat hij geen contract heeft met een energieleverancier en voerde aan dat hij een geldig contract met Eneco heeft. De kantonrechter heeft echter vastgesteld dat de gedaagde sinds 30 oktober 2020 geen energiecontract meer heeft en dat Liander wettelijk verplicht is om de gedaagde af te sluiten van het energienetwerk. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Liander de vordering tot afsluiting mocht toewijzen, omdat de gedaagde niet heeft voldaan aan de verplichting om een energieleverancier te contracteren.

De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot ontruiming van de ruimtes die Liander moet betreden voor de afsluitwerkzaamheden en heeft de gedaagde ook veroordeeld tot betaling van de gevorderde kosten. De proceskosten zijn voor rekening van de gedaagde, omdat hij ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en de gedaagde heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 9258103 \ CV EXPL 21-2799 BL
Uitspraakdatum: 8 december 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de naamloze vennootschap
Liander N.V.
gevestigd te Arnhem
eiseres
verder te noemen: Liander
gemachtigde: Flanderijn gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. A.W. Hoogland
toevoeging: 4OQ9820

1.Het procesverloop

1.1.
Liander heeft bij dagvaarding van 31 mei 2021 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Liander heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
Liander is netbeheerder van regionale elektriciteits- en gasnetten in de zin van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet.
2.2.
[gedaagde] staat ingeschreven en woont op het adres [adres] te [plaats] (hierna: het verbruiksadres), waar hij gebruik maakt van de door Liander beheerde aansluiting op het energienetwerk.

3.De vordering

3.1.
Liander vordert – samengevat – dat de kantonrechter voor recht verklaart dat Liander gerechtigd is om de energieaansluitingen op het verbruiksadres te onderbreken, en [gedaagde] veroordeelt tot ontruiming van de ruimtes die Liander moet betreden om de voor deze onderbreking noodzakelijke werkzaamheden te kunnen verrichten, met bevel tot afgifte van de meters aan Liander. Verder vordert Liander betaling van € 324,04 voor afsluitkosten en € 250,00 als schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Liander legt aan de vordering – kort weergegeven – het volgende ten grondslag. [gedaagde] heeft sinds 30 oktober 2020 geen contract meer bij een energieleverancier, maar neemt wel gas en elektriciteit af via het door Liander beheerde energienet. Liander heeft [gedaagde] schriftelijk een termijn gegeven om zich opnieuw aan te melden bij een energieleverancier. Dit heeft [gedaagde] niet gedaan. Liander is daarom verplicht het transport van energie op het verbruiksadres te beëindigen door afsluiting. Hier werkt [gedaagde] niet vrijwillig aan mee. Liander lijdt schade doordat [gedaagde] geen energiecontract heeft. Deze schade bestaat uit de kosten voor sinds 30 oktober 2020 door [gedaagde] afgenomen energie, die als netverlies aan Liander worden toegerekend, misgelopen netbeheerderskosten die via de energieleverancier worden geïnd, en buitengerechtelijke kosten. Deze schade en kosten fixeert Liander op € 250,00. Daarnaast bedragen de afsluitkosten € 324,04.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering, en voert daartoe – samengevat – aan dat hij een geldig contract met Eneco heeft voor de levering van energie, en gewoon gas en stroom geleverd krijgt.

5.De beoordeling

5.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag [gedaagde] door Liander mag worden afgesloten van haar energienetwerk. De kantonrechter beantwoordt deze vraag bevestigend, en overweegt daarover het volgende.
5.2.
Wanneer voor een verbruiksadres geen energieleverancier (meer) bekend is, is een netbeheerder wettelijk verplicht om de afnemer af te sluiten. Als de netbeheerder niet aan die verplichting voldoet, treedt zij feitelijk op als energieleverancier. Op grond van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet is het verboden om tegelijk als energieleverancier en als netbeheerder op te treden.
5.3.
[gedaagde] voert aan dat hij een geldig contract met een energieleverancier heeft. Ter onderbouwing daarvan heeft hij bij antwoord een stuk overgelegd, waaruit blijkt dat hij met ingang van 23 juli 2018 voor de duur van drie jaar een contract is aangegaan met Eneco voor de levering van gas en elektriciteit. In reactie daarop stelt Liander dat dit contract inderdaad heeft bestaan, maar door [gedaagde] niet is uitgediend. Volgens Liander is het contract van [gedaagde] bij Eneco vanaf 2 mei 2020 opgevolgd door EnergieDirect, waarna de levering door EnergieDirect is geëindigd met ingang van 30 oktober 2020. Ter onderbouwing hiervan heeft Liander een overzicht uit het Centraal aansluitingenregister overgelegd. In de conclusie van dupliek volstaat [gedaagde] met de mededeling dat hij heeft kennisgenomen van de conclusie van repliek en persisteert hij bij de inhoud van zijn eerder ingediende conclusie van antwoord. Daarmee heeft [gedaagde] de nader toegelichte en onderbouwde stellingen van Liander niet weersproken, zodat als vaststaand wordt aangenomen dat [gedaagde] met ingang van 30 oktober 2020 geen energiecontract meer heeft voor het verbruiksadres.
5.4.
[gedaagde] erkent dat hij gas en elektriciteit afneemt via het net van Liander, terwijl hij – zoals hiervoor is vastgesteld – geen overeenkomst meer heeft met een energieleverancier. Liander heeft de plicht en het recht om een einde te maken aan de voortzetting van deze onrechtmatige gedraging. Liander heeft onweersproken gesteld en onderbouwd dat [gedaagde] meerdere malen schriftelijk in de gelegenheid is gesteld en is aangemaand om zich aan te melden bij een energieleverancier, om een procedure tot afsluiting van de energietoevoer te voorkomen. Dit heeft er niet toe geleid dat [gedaagde] een contract met een energieleverancier heeft afgesloten.
5.5.
Gelet op het voorgaande wordt de door Liander gevorderde verklaring voor recht toegewezen. [gedaagde] heeft niet betwist dat afsluiting slechts kan plaatsvinden binnen het verbruiksadres waar de energieaansluitingen zich bevinden. Daarom moet [gedaagde] Liander toelaten tot de woning en medewerking verlenen aan de afsluiting van het energienetwerk. Gelet op het bepaalde in artikel 558 onder b Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en artikel 491 Rv worden ook de vordering tot ontruiming en het bevel tot afgifte van de energiemeters toegewezen zoals hierna vermeld.
5.6.
Het door Liander gevorderde bedrag van € 324,04 voor afsluitkosten is onderbouwd met het overgelegde tarievenblad van Liander voor afsluiten en heraansluiten van elektriciteit en gas. [gedaagde] heeft hiertegen geen verweer gevoerd. De kantonrechter zal de afsluitkosten daarom toewijzen. De gevorderde rente daarover zal echter worden toegewezen vanaf 14 dagen na afsluiting.
5.7.
Ter onderbouwing van de gevorderde schadevergoeding verwijst Liander naar een specificatie van de door haar misgelopen netbeheerderskosten over de periode van 30 oktober 2020 tot 14 september 2021 ten bedrage van € 414,51. Deze specificatie is door [gedaagde] niet weersproken. Daarmee heeft Liander haar vordering op dit punt voldoende onderbouwd. Liander beperkt de door haar gevorderde schadevergoeding voor deze misgelopen netbeheerderskosten op een gefixeerd bedrag van € 250,00, inclusief netverlies en buitengerechtelijk kosten. Dit bedrag wordt toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding.
5.8.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij ongelijk krijgt. Daarbij kent de kantonrechter aan salaris voor de gemachtigde, anders dan verzocht, het liquidatietarief van € 37,00 per proceshandeling toe.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
verklaart voor recht dat Liander gerechtigd is om de aansluiting(en) op het verbruiksadres ( [adres] te [plaats] ) te onderbreken door het verrichten van de daarvoor noodzakelijke werkzaamheden en vervolgens onderbroken te houden;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot ontruiming van het verbruiksadres, welke ontruiming wordt beperkt tot de ruimte(s) die betreden moet(en) worden om toegang tot de meter(s) en/of aansluiting(en) te verkrijgen en voor de duur van de voor de onderbreking van de aansluiting(en) noodzakelijke werkzaamheden;
6.3.
veroordeelt [gedaagde] om te gedogen dat Liander de hiervoor genoemde werkzaamheden verricht aan de aansluiting(en);
6.4.
beveelt [gedaagde] om de meter(s) aan Liander af te geven;
6.5.
veroordeelt [gedaagde] om na het voltooien van de hiervoor onder 6.1 genoemde werkzaamheden aan Liander te betalen € 324,04 voor afsluitkosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 14 dagen na afsluiting tot aan de dag van de gehele betaling;
6.6.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Liander van € 250,00 aan schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 31 mei 2021 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.7.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Liander tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 87,61
griffierecht € 507,00
salaris gemachtigde € 74,00 ;
6.8.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.9.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H. Lips en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter