ECLI:NL:RBNHO:2021:11260

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 november 2021
Publicatiedatum
7 december 2021
Zaaknummer
9501463 \ WM VERZ 21-549
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Matiging van een administratieve boete wegens ontheffing bij gesloten verklaring

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 november 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene. De boete was opgelegd wegens het handelen in strijd met een gesloten verklaring in beide richtingen. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig. Betrokkene voerde aan dat zijn vrouw invalide is en afhankelijk is van de auto voor doktersbezoeken. Hij stelde dat de arts die zij bezochten, altijd het kenteken van de auto doorgeeft aan de gemeente voor een ontheffing. Betrokkene was in de veronderstelling dat deze ontheffing geregeld was, maar de kantonrechter oordeelde dat de registratie bij de gemeente niet altijd goed gaat. De kantonrechter concludeerde dat betrokkene voldoende aannemelijk had gemaakt dat hij mocht vertrouwen op de ontheffing en besloot de boete te matigen tot nihil. Het beroep werd gedeeltelijk gegrond verklaard, en de beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd. De kantonrechter bepaalde dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling had betaald, aan hem terugbetaalt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 9501463 \ WM VERZ 21-549
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 26 november 2021
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 26 november 2021. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder handelen in strijd met een gesloten verklaring in beide richtingen.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene betwist de gedraging dan ook niet, maar doet een beroep op de omstandigheden van het geval.
Betrokkene stelt dat zijn vrouw invalide is en daarom afhankelijk is van de auto om de dokter te kunnen bezoeken. Deze arts heeft haar praktijk gevestigd binnen een gebied in de stad waar alleen met de auto mag worden ingereden met een ontheffing voor de betreffende gesloten verklaring. Betrokkene stelt dat de arts/acupuncturist die zij bezochten altijd het kenteken van de auto vooraf aan de gemeente Alkmaar doorgeeft, zodat zij ten tijde van de afspraak ontheffing hebben om de straat in te rijden. Ook in dit geval waren de arts en betrokkene in de veronderstelling dat dit geregeld was. Betrokkene heeft inmiddels van de arts begrepen dat de registratie bij de gemeente echter niet altijd goed gaat.
De kantonrechter is van oordeel dat betrokkene voldoende aannemelijk heeft kunnen maken dat hij in de veronderstelling had mogen zijn dat er een ontheffing was geregeld door de betreffende arts. De kantonrechter ziet daarom in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd wel aanleiding om de boete te matigen. De boete zal worden gematigd tot nihil.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot nihil;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: