Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1] , wonende te [woonplaats]
3. [passagier sub 3]
4. [passagier sub 4]
1.Het procesverloop
- het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 28 mei 2020;
- het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 18 februari 2021.
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
- primair € 544,50 subsidiair € 514,25 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
€ 3.000,00 (€ 250,00 per passagier). Daarnaast maken de passagiers aanspraak op betaling door de vervoerder van de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.
4.De beoordeling
Average delays up to 150 minutes for inbound and outbound traffic were observed due a runwat capacity of 17/ht means a reduction of 75%. Cancellations were necessary to keep the network manageable.”De passagiers betwisten dat de weersomstandigheden slecht waren ten tijde van de geplande vlucht, maar het is niet de taak van de kantonrechter om aan de hand van de overgelegde weersgegevens te beoordelen of de luchtverkeersleiding de juiste beslissing heeft genomen door de capaciteit van de luchthaven naar beneden bij te stellen. De luchtverkeersleider is immers de bevoegde instantie tot het nemen van deze beslissing. Ook blijkt uit productie 5 en 6 van de vervoerder dat Eurocontrol wegens de weersomstandigheden verschillende regulaties heeft afgekondigd en dat de vlucht Marseille – Amsterdam een CTOT kreeg opgelegd. Gezien het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat de capaciteitsreductie van de luchtverkeersleiding als gevolg van de slechte weersomstandigheden een buitengewone omstandigheid oplevert.