Op 3 november 2021 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Holland te Haarlem een verzoek tot wraking behandeld, ingediend door verzoekers, vertegenwoordigd door gemachtigde J.A. Klaver. Het verzoek was gericht tegen mr. B. van Walderveen, de behandelend rechter in een aantal belastingzaken. Verzoekers stelden dat de rechter vooringenomen was, omdat hij in eerdere vergelijkbare zaken in het nadeel van belastingplichtigen had geoordeeld. Daarnaast voerden zij aan dat de rechter te veel zaken op één zitting behandelde, wat hun belangen zou schaden. De rechter heeft echter niet berust in de wraking en heeft verklaard dat hij onafhankelijk en objectief is.
De wrakingskamer heeft vervolgens beoordeeld of het wrakingsverzoek tijdig was ingediend. Volgens de Algemene wet bestuursrecht dient een wrakingsverzoek te worden gedaan zodra de feiten en omstandigheden die aan de wraking ten grondslag liggen bekend zijn bij de verzoeker. De gemachtigde van verzoekers verklaarde dat hij begin oktober 2021 op de hoogte was van de feiten en omstandigheden, maar het verzoek werd pas op 3 november 2021 ingediend. De wrakingskamer oordeelde dat hiermee niet was voldaan aan de wettelijke vereisten, waardoor verzoekers niet-ontvankelijk werden verklaard in hun verzoek.
De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak. De griffier werd opgedragen om een gewaarmerkt afschrift van de beslissing aan de betrokken partijen toe te zenden en het proces in de hoofdzaken voort te zetten in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek.