ECLI:NL:RBNHO:2021:11068

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 mei 2021
Publicatiedatum
1 december 2021
Zaaknummer
9048796
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens overtreding verkeersvoorschriften

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 4 mei 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het handelen in strijd met een gesloten verklaring voor bepaalde categorie voertuigen. Betrokkene had een boete ontvangen en heeft hiertegen beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Vervolgens heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 4 mei 2021 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft de stukken in het dossier bekeken, waaronder de verklaring van de verbalisant, en kwam tot de conclusie dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was aangetoond. Betrokkene betwistte de gedraging niet, maar voerde aan dat zij door emotionele omstandigheden de tijd had overschreden en dacht dat het nog voor 16:00 uur was, terwijl het in werkelijkheid 16:07 uur was.

De kantonrechter oordeelde dat de omstandigheden van betrokkene geen reden vormden om de boete te matigen. De rechter benadrukte dat iedere weggebruiker alert moet zijn op de verkeersborden en regels, en dat de vergissing van betrokkene in dit geval voor haar eigen rekening en risico kwam. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 9048796 \ WM VERZ 21-65
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 4 mei 2021
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 4 mei 2021. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: handelen in strijd met gesloten verklaring in beide richtingen weg(gedeelte) bestemd voor bepaalde categorie voertuigen.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene betwist de gedraging dan ook niet, maar doet een beroep op de omstandigheden van het geval. Betrokkene voert aan dat zij door heftige emotionele omstandigheden de tijd over het hoofd had gezien en in de veronderstelling was dat het nog voor 16:00 uur was. Het bleek echter 16:07 uur te zijn.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd geen reden om de boete te matigen. Hiervoor is redengevend dat iedere weggebruiker oplettend dient te zijn op de aanwezige bebording en de geldende regels. Dat betrokkene, hoe begrijpelijk ook, zich heeft vergist in het tijdstip dient voor rekening en risico van betrokkene te blijven.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: