ECLI:NL:RBNHO:2021:11064

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 mei 2021
Publicatiedatum
1 december 2021
Zaaknummer
9033722
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Matiging van een administratieve boete opgelegd wegens verkeersgedrag op een kruispunt

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 4 mei 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) die aan betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd omdat betrokkene op een kruispunt niet de richting volgde die de voorsorteerstrook aangaf. Betrokkene was het niet eens met de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard, en heeft hiertegen beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting heeft de kantonrechter de zaak behandeld, waarbij zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig waren. De kantonrechter heeft overwogen dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was aangetoond door de stukken in het dossier, waaronder de verklaring van de verbalisant. Betrokkene betwistte de gedraging niet, maar voerde aan dat er bijzondere omstandigheden waren die de gedraging zouden kunnen rechtvaardigen.

De kantonrechter concludeerde dat de gevolgen van de keuze om het stilstaande voertuig in te halen voor rekening en risico van betrokkene kwamen. Er was geen sprake van overmacht, omdat niet was gebleken dat betrokkene niet anders kon handelen. Echter, de kantonrechter vond aanleiding om de boete te matigen, mede op basis van de omstandigheden die betrokkene had aangevoerd en de foto’s die aantoonden dat hij feitelijk de door hem gekozen rijstrook voor rechtdoor had gevolgd. Uiteindelijk werd de boete gematigd tot € 80,00, en werd de beslissing van de officier van justitie gewijzigd.

De uitspraak van de kantonrechter was gedeeltelijk gegrond, en de officier van justitie werd opgedragen het teveel betaalde bedrag aan betrokkene terug te betalen. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 9033722 \ WM VERZ 21-51
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 4 mei 2021
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 4 mei 2021. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: op een kruispunt niet de richting volgen die de voorsorteerstrook aangeeft.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de administratieve sanctie is opgelegd, is begaan. Betrokkene betwist de gedraging dan ook niet, maar doet een beroep op de omstandigheden van het geval. Een auto voor het voertuig van betrokkene sloeg af. Er begonnen auto’s achter betrokkene te toeteren, terwijl het verkeerslicht al enige tijd op groen stond. Betrokkene heeft toen de keuze gemaakt om het stilstaande voertuig heen te rijden en moest daarvoor naar rechts uitwijken, zodat hij op de rijstrook voor rechts afslaand verkeer is gekomen.
De kantonrechter overweegt dat de gevolgen van de keuze om het stilstaande voertuig in te halen voor rekening en risico van betrokkene dienen te komen. Het is niet gebleken dat betrokkene niet anders kon handelen, zodat er geen sprake was van overmacht.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd echter wel aanleiding om de boete te matigen. Daarbij is naast de ter zitting door betrokkene aangevoerde omstandigheden van belang dat aan de hand van de foto’s is vast te stellen dat betrokkene feitelijk de door hem gekozen rijstrook voor rechtdoor is blijven volgen. De boete zal worden gematigd tot de helft.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot een bedrag van € 80,00 (met handhaving van de administratiekosten);
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: