Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 4 mei 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een overtreding van de geslotenverklaring voor motorvoertuigen, aangeduid met bord C 12/20. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie gesteld dat er onvoldoende bewijs was dat de verbalisant betrokkene niet had kunnen staandehouden. Betrokkene ontkende de gedraging niet, maar voerde aan dat hij na het zien van het bord naar de eerstvolgende rotonde was doorgereden om veilig te keren. De kantonrechter heeft de argumenten van betrokkene en de officier van justitie afgewogen en kwam tot de conclusie dat de boete ten onrechte was opgelegd.
De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie vernietigd en bepaald dat het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling had betaald, aan hem moet worden terugbetaald. De uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Betrokkene kan binnen zes weken na de toezending van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.