ECLI:NL:RBNHO:2021:11049

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 juni 2021
Publicatiedatum
1 december 2021
Zaaknummer
9110271
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boete voor stilstand op trottoir

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan op 11 juni 2021 in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) die aan betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd wegens het stilstaan met een motorvoertuig op een trottoir, wat in strijd is met artikel 10 (oud) van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990). De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 4 juni 2021 waren zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat uit de stukken in het dossier, met name de verklaring van de verbalisant en de bijgevoegde foto’s, voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. De foto’s tonen duidelijk trottoirtegels, wat bevestigt dat de auto van betrokkene op een plek stond die niet bestemd is voor motorvoertuigen. De kantonrechter oordeelt dat het verbod om met een motorvoertuig op een trottoir stil te staan, een algemeen geldende regel is die niet door borden hoeft te worden aangegeven.

Betrokkene heeft aangevoerd dat anderen zich ook schuldig maakten aan dezelfde gedraging, maar de kantonrechter benadrukt dat iedere weggebruiker die zich niet aan de verkeersregels houdt, het risico loopt om bekeurd te worden. De kantonrechter ziet geen reden om de boete te matigen en verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 9110271 \ WM VERZ 21-113
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 11 juni 2021
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 4 juni 2021. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: niet de rijbaan gebruiken door stil te staan op het trottoir, voetpad, (brom)fietspad of ruiterpad.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Bij de stukken bevinden zich foto’s van de gedraging. Op deze foto’s zijn duidelijk trottoirtegels te zien. De gedraging ter zake waarvan de boete is opgelegd is een overtreding van art. 10 (oud) RVV 1990. Het verbod om met een motorvoertuig op een trottoir stil te staan berust op die algemeen geldende regel en behoeft niet door borden te worden aangegeven. De kantonrechter is gelet op de foto’s van oordeel dat voldoende vaststaat dat de auto van betrokkene stond op een plaats die niet voor auto’s bestemd is. De boete is dus terecht opgelegd.
Betrokkene heeft daarnaast aangegeven dat meerdere personen zich schuldig maakten aan dezelfde gedraging als die betrokkene wordt verweten. Iedere weggebruiker die zich niet aan de verkeersregels houdt loopt het risico om bekeurd te worden. Het is daarom niet relevant of meerdere personen al dan niet zijn bekeurd voor dezelfde gedraging.
De boete is dus terecht opgelegd. De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: