ECLI:NL:RBNHO:2021:11045

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 juni 2021
Publicatiedatum
1 december 2021
Zaaknummer
9096104
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boete voor parkeren in strijd met parkeerverbod

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 4 juni 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) die aan de betrokkene was opgelegd. De betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, evenals de betrokkene zelf. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de gronden van het beroep van de betrokkene gehoord.

De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het parkeren in strijd met een parkeerverbod, aangegeven met bord E1. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft voorgesteld om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten en het beroep gegrond te verklaren. De kantonrechter heeft dit voorstel overgenomen en geoordeeld dat de termijnoverschrijding inderdaad verschoonbaar is. Bovendien is niet komen vast te staan dat de gedraging daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, aangezien de plaats waar het voertuig van de betrokkene was geparkeerd niet onder het parkeerverbod viel.

De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de boete ten onrechte was opgelegd en heeft het beroep gegrond verklaard. De beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete was opgelegd, zijn vernietigd. Tevens is bepaald dat de officier van justitie het bedrag dat de betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan hem terugbetaalt. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en de griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 9096104 \ WM VERZ 21-100
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 4 juni 2021
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 4 juni 2021. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: parkeren in strijd met parkeerverbod/parkeerverbodszone (bord E1).
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft voorgesteld om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten en het beroep gegrond te verklaren.
De kantonrechter is het met de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie eens. De kantonrechter oordeelt dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is en dat niet is komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Bord E1 geldt niet voor de plaats waar het
voertuig van de betrokkene stond geparkeerd. Die plaats is een ander weggedeelte (berm)
waarop parkeren is toegestaan in de zin van artikel 65, derde lid, en artikel 10, eerste lid,
van het RVV 1990. Nu de gedraging niet vaststaat, is de boete ten onrechte opgelegd. Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van officier van justitie zullen worden vernietigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: