Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 4 juni 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen voor het niet verlenen van voorrang bij een voorrangsweg. De betrokkene was het niet eens met de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard, en heeft hiertegen beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de betrokkene zelf was niet verschenen.
De kantonrechter overwoog dat de verbalisant had geoordeeld dat er door de Covid-19 maatregelen geen reële mogelijkheid was tot staandehouding. De rechter stelde echter dat dit in algemene zin niet kan worden aangenomen, en dat een staandehouding met passende voorzorgsmaatregelen in de buitenlucht mogelijk is. De kantonrechter concludeerde dat er in dit specifieke geval geen omstandigheden waren die een staandehouding onwenselijk maakten. Daarom was de boete ten onrechte aan de kentekenhouder opgelegd, en werd het beroep gegrond verklaard.
De kantonrechter vernietigde de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete was opgelegd. Tevens werd de officier van justitie veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, tot een bedrag van € 801,00. De uitspraak werd gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.